DOQ

Onderzoeker Overbeek: ‘Verhoogd risico op kanker bij diabetes type-2 komt niet door diabetesmedicatie’

Zowel mannen als vrouwen met type 2-diabetes hebben 1,3 keer vaker colorectaal kanker dan mannen en vrouwen zonder diabetes. Verder hebben mannen met type 2-diabetes vaker een tumor aan het einde van de dikke darm, en vrouwen juist aan het begin van de dikke darm. En vrouwen met borstkanker en type 2-diabetes hebben vaker een agressiever type borstkanker. Zo luidt de conclusie van recent onderzoek.

Met haar promotieonderzoek (Amsterdam UMC) leverde onderzoeker Jetty Overbeek een waardevolle bijdrage aan kennisontwikkeling over de complexe relatie tussen type 2-diabetes en kanker, een relatie waarnaar al decennialang onderzoek wordt gedaan. Voor haar onderzoek creëerde ze het PHARMO DIAMANT-cohort door alle mensen met diabetes te selecteren uit het PHARMO Datanetwerk. Ze concludeert onder andere dat zowel mannen als vrouwen met type 2-diabetes 1,3 keer vaker colorectaal kanker hebben dan mannen en vrouwen zonder diabetes. Mannen met type 2-diabetes hebben vaker een tumor aan het einde van de dikke darm, vrouwen juist aan het begin van de dikke darm. Verder hebben vrouwen met borstkanker en type 2-diabetes vaker een agressiever type borstkanker dan vrouwen met borstkanker zonder diabetes. Het gebruik van insuline heeft hier geen invloed op.

Onderzoeker Jetty Overbeek
(Bron foto: J. Overbeek)

Aandacht voor het soort kanker

Op basis van de bevindingen bepleit Overbeek dat in onderzoek meer rekening wordt gehouden met het soort kanker, het geslacht, de locatie en de aard van de tumor. “Het is belangrijk dat verder uit te diepen”, stelt ze, “want als je in onderzoek geen onderscheid maakt tussen mannen en vrouwen en het type en de karakteristieken van de tumor, vertroebelt dat de resultaten. We hebben kortom veel meer data nodig en het is dan ook goed dat inmiddels Europese studies gedaan worden.”

Geen restrictie in medicatiekeuze

Over de directe gevolgen van haar bevindingen voor de klinische praktijk is Overbeek nuchter. “In de discussie van mijn thesis schrijf ik dat, wanneer gekeken wordt naar de bijwerking kanker, artsen geen restricties moeten hanteren in de keuze voor de medicatie die ze aan diabetespatiënten voorschrijven”, zegt ze. “Op basis van wat nu bekend is, kan ik niet concluderen dat er een relatie is tussen die medicatie en het krijgen van kanker. Het ligt kortom niet aan de medicijnen. De nieuwe middelen, waarbij wel een relatie wordt gesuggereerd, worden nog weinig toegepast en toch zien we al dat het aantal mensen met type 2 dat kanker krijgt, stijgt. Dat moet dus ergens anders door verklaard worden. Persoonlijk neig ik ernaar te denken dat het vooral moet worden gezocht in de gezamenlijke risicofactoren voor type 2-diabetes en kanker: leeftijd, leefstijl en overgewicht. Wat artsen dus in ieder geval op dit moment niet moeten doen, is diabetespatiënten bang maken door te zeggen dat ze een verhoogd kankerrisico hebben vanwege de diabetesmedicatie. Het risico is dat ze dan de medicijnen – die ze echt nodig hebben – niet meer durven gebruiken.”

‘Het verhoogde kankerrisico is mogelijk het gevolg van de gezamenlijke risicofactoren voor type 2-diabetes en kanker: leeftijd, leefstijl en overgewicht’

Leeftijd als factor

Ondertussen zal de discussie over de relatie tussen type 2-diabetes en kanker blijven bestaan, verwacht ze. Ze zegt: “We weten dat het aantal ouderen toeneemt en dat leeftijd een factor is in de ontwikkeling van type 2-diabetes. We weten ook dat leeftijd een factor is in het ontwikkelen van kanker. Bij deze patiëntgroep zal dus steeds discussie gevoerd blijven worden over de vraag welke rol de medicatie speelt als iemand met type 2-diabetes kanker krijgt.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?