DOQ

Operatie heeft meerwaarde bij chronische rhinosinusitis met neuspoliepen

Het was tot voor kort onduidelijk of een endoscopische neusbijholteoperatie meerwaarde heeft bij patiënten met een chronische neusbijholteontsteking met neuspoliepen die onvoldoende controle van hun klachten ervaren. Uit een gerandomiseerd onderzoek blijkt nu dat een operatie als aanvulling op medicamenteuze behandeling bij hen effectiever is dan alleen een medicamenteuze behandeling. “We opereren dus zeker niet zonder reden”, zegt Evelijn Lourijsen, KNO-arts in opleiding en als arts-onderzoeker betrokken bij de studie.

“Binnen de KNO-heelkunde bestond een behoorlijke kennislacune met betrekking tot de optimale behandeling van patiënten met een chronische neusbijholteontsteking (rhinosinusitis) met neuspoliepen na het falen van een behandeling met medicatie”, vertelt Lourijsen. “Deze patiënten worden in eerste instantie medicamenteus behandeld met een lokale ontstekingsremmer, vaak samen met het spoelen van de neus met zoutoplossing, om het slijmvlies tot rust te brengen. Er kunnen eventueel ook korte kuren met systemische corticosteroïden gegeven worden.”

KNO-arts i.o Evelijn Lourijsen

Vijftien Nederlandse ziekenhuizen

Patiënten die onvoldoende reageren op de medicamenteuze behandeling, kunnen geopereerd worden, met als doel de poliepen te verwijderen en zo een betere toegang te creëren voor de lokale behandeling. “Maar tot nu toe waren er geen goede (gerandomiseerde) studies gedaan naar de meerwaarde van deze operatie ten opzichte van doorbehandelen met medicatie”, zegt Lourijsen. In een gerandomiseerd onderzoek, waaraan vijftien Nederlandse ziekenhuizen meewerkten, is dit nu uitgezocht. De studie werd geleid vanuit Amsterdam UMC. De resultaten zijn in januari gepubliceerd in The Lancet Respiratory Medicine

SNOT-22

238 patiënten met een chronische neusbijholteontsteking en neuspoliepen deden mee aan de studie. Zij werden gerandomiseerd naar een operatie aanvullend op de medicamenteuze behandeling of alleen een medicamenteuze behandeling. Lourijsen: “Bij deze patiënten hebben we primair de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven gemeten met behulp van de SinoNasal Outcome Test (SNOT)-22. Met deze vragenlijst kunnen we niet alleen neusklachten uitvragen, maar ook oorklachten, slaapproblemen en praktische en emotionele problemen.”

“Na twaalf maanden zagen we nog steeds een significant beter effect met een operatie”

Grootste verschil

“In de eerste drie maanden van de follow-up was het grootste verschil in verbetering van de SNOT-22-scores te zien, in het voordeel voor de patiënten die geopereerd waren ten opzichte van de patiënten die alleen medicamenteus behandeld waren”, zegt Lourijsen over de resultaten. Maar het belangrijkst was of het eventuele verschil in gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven twaalf maanden zou aanhouden. “Ook na twaalf maanden zagen we nog steeds een significant beter effect met een operatie.”

Betere neusademhaling

Daarnaast lieten de studieresultaten een significant en duidelijk klinisch relevante verbetering zien van de neusademhaling na een operatie. De geopereerde patiënten hoefden tevens minder vaak systemische corticosteroïden te gebruiken. Lourijsen: “Dat is een belangrijke bevinding, omdat het gebruik van corticosteroïden, met name op langere termijn, schadelijk kan zijn.”

“Er zijn nog steeds patiënten die onvoldoende reageren op medicatie of een operatie”

Ongecontroleerde ziekte

Ondanks de positieve bevindingen bleek een deel van de patiënten na een jaar nog ongecontroleerde ziekte te hebben en had een groot deel van de patiënten ook nog steeds reukproblemen in beide behandelgroepen. Lourijsen: “Er zijn nog steeds patiënten die onvoldoende reageren op medicatie of een operatie. Hier moeten we echt mee verder.”

“De resultaten van deze gerandomiseerde studie laten zien dat we niet zonder reden aan het opereren zijn”

Richtlijnen

“Maar”, benadrukt ze, “de resultaten van deze gerandomiseerde studie laten zien dat we niet zonder reden aan het opereren zijn. Opereren heeft duidelijk voordelen boven verder doorbehandelen met alleen medicijnen, maar het effect van onze behandelingen op bepaalde aspecten van de aandoening blijft beperkt. Dit is nuttige informatie voor de gesprekken met onze patiënten. Deelnemende patiënten ontvangen – als zij daar interesse in hebben laten blijken – ook de resultaten van het onderzoek. Daarnaast zijn dit belangrijke gegevens voor het updaten van onze richtlijnen.”

Kosten

Lourijsen is niet klaar met het onderzoek. “We kijken onder andere nog naar de kosten van beide behandelopties. En we willen weten of het effect van de operatie na twee jaar aanhoudt. Deze bevindingen kunnen we dit jaar verwachten.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Protocol brengt veelbelovende ‘orphan drugs’ sneller bij patiënt

Behandelaren en zorgverzekeraars slaan de handen ineen om geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten sneller beschikbaar te krijgen, vertelt Niels Reijnhout. “Met het ODAP krijgen patiënten zo snel mogelijk na goedkeuring door het EMA al toegang tot het middel.”

Reanimatie bespreken? Alleen als het past

Artsen vragen op de spoedeisende hulp vaak routinematig naar reanimatievoorkeuren, maar volgens Yvo Smulders is het tijd om deze standaardpraktijk eens kritisch te bekijken. “Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat je die vraag zomaar stelt bij een routine-opname.”

Casus: man met klachten na penisvergroting

Een 38-jarige patiënt is net een week terug uit Turkije, waar hij in een kliniek een penisvergroting heeft ondergaan. Hij kan u niet precies vertellen wat er gebeurd is en klaagt vooral over pijn, roodheid en zwelling van de penis. Wat is uw diagnose?

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.