Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Oude denkpatronen over hormoonbehandeling zijn hardnekkig
De geactualiseerde NHG-standaard vermeldt voor het eerst dat de huisarts in een consult over overgangsklachten de voor- en nadelen van hormoonbehandeling moet bespreken. “Gelukkig is de aandacht voor de overgang wat aan het bewegen”, reageert Barbara Havenith, gynaecoloog bij de Hormoonpoli in Boxmeer. Maar het gaat haar niet snel genoeg. Nederland loopt nog ver achter op andere landen.
“Het zou fantastisch zijn als we een consult voor overgangsklachten als een leefstijlconsult gaan beschouwen”, vindt Barbara Havenith. Zij werkt vanuit een holistische en functionele visie op de geneeskunde. “De overgang komt op een leeftijd dat veel chronische ziekten beginnen. Met adviezen over aanpassing van de leefstijl op dat moment zorg je ervoor dat vrouwen de komende 30 jaar verder kunnen.” Havenith kent wel een geschikte leidraad voor een dergelijk consult. “De Vereniging Arts en Leefstijl heeft Het Leefstijlroer ontwikkeld als startpunt voor een gesprek over leefstijl. Deze gesprekstool vestigt de aandacht op zes pijlers: ontspanning, slaap, voeding, middelen, beweging en verbinding.” En tijdgebrek voor een dergelijk consult hoeft volgens Havenith geen probleem te zijn, want een preventief consult hoeft niet per se door artsen gevoerd te worden.
“Op de leeftijd van 42 jaar zijn eierstokken al heel bejaard, maar denken vrouwen nog niet aan klachten door de overgang”
Gynaecoloog Barbara Havenith
Doorn in het oog
De achterblijvende aandacht voor overgangsklachten is Havenith een doorn in het oog. Al is de situatie wel aan het verbeteren na herziening van de NVOG- en NHG-richtlijnen in respectievelijk 2018 en 2022. “De richtlijn in 2012 vermeldde nog dat de overgang een fysiologisch proces was dat vanzelf kwam en vanzelf overging. En dat wanneer hormoontherapie gegeven werd, dit maximaal een half jaar mocht duren. Volgens de huidige richtlijn zouden huisartsen voorlichting moeten geven over de voor- en nadelen van hormoontherapie en is hormoontherapie toegestaan met een maximum van vijf jaar.”
Orgaandenken
De oorzaak van de geringe aandacht ligt zowel bij de vrouwen als bij de artsen. “Vrouwen weten niet welke impact hormonen hebben. En voor overgangsklachten bestaat geen gedefinieerd begin- en eindpunt. Klachten vanwege een disbalans van oestrogenen en progesteron ontstaan al in de richting van de overgang. Soms is dat tien jaar voor de menopauze en bij chronische stress nog eerder. Op een leeftijd van 42 jaar zijn eierstokken al heel bejaard. Op dat moment denken vrouwen nog niet dat klachten door de overgang kunnen komen.”
Aan dokterszijde speelt het orgaandenken parten, zowel bij huisartsen als medisch specialisten. “Nederlandse artsen kijken niet naar een verzameling van klachten, maar naar bouwblokjes. Je zou niet naar de foto, maar naar de hele film moeten kijken. Hormonen werken in het hele lichaam en dus hangen klachten met elkaar samen.” Zelfs gynaecologen zijn in de ogen van Havenith slecht opgeleid als het gaat om de impact van hormonen op orgaansystemen en hun onderlinge beïnvloeding.
“Nederlandse artsen kijken niet naar een verzameling van klachten, maar naar bouwblokjes”
Simpele klachten
Overgangsklachten, zoals opvliegers, zijn volgens Havenith ‘relatief simpele’ klachten. Pas wanneer vrouwen andere of meer klachten vertonen dan gemiddeld, is aandacht van de huisarts gewenst. De combinatie van ontbrekende kennis over de samenhang van klachten en de geringe tijd voor een consult is funest. Vaak wordt slechts één aspect uitgelicht en behandeld, zoals het dichtschroeien van het baarmoederslijmvlies of plaatsen van een hormoonspiraaltje. “Hevig menstrueel bloedverlies wordt prima behandeld, maar andere lichamelijke en mentale klachten vanwege veranderingen in hormoonbalans laat men links liggen. Denk aan mastodynie, gewrichtsklachten, verhoogde stressgevoeligheid en verstoorde slaap.”
“Als ik zie hoe makkelijk hormonale anticonceptie wordt gegeven, snap ik niet hoe moeilijk hormoontherapie ligt”
Hormoontherapie
Havenith bezocht eind oktober het World Congress on Menopause. Daar werd haar de terughoudendheid van Nederland weer eens duidelijk als het gaat om hormoontherapie. “Terwijl Nederlandse artsen na vijf jaar stoppen met hormoontherapie, vragen steeds meer artsen uit andere landen zich af of het nog wel nodig is om na vijf jaar de hormoontherapie te staken.” Er is volgens haar genoeg bewijs dat hormoontherapie sowieso tot tien jaar na de menopauze of tot het zestigste levensjaar veel voordelen heeft en nauwelijks nadelen. “Bovendien geldt dat als je vroeg begint met hormoontherapie, de gunstige effecten groter zijn.”
“Vrouwen die hormoontherapie krijgen ervaren een betere gezondheid en kwaliteit van leven”
Womens Health Initiative
Havenith begrijpt niet waarom in Nederland zo angstvallig met hormoontherapie wordt omgegaan. “Als ik zie hoe makkelijk hormonale anticonceptie wordt gegeven, snap ik niet hoe moeilijk hormoontherapie ligt.” Of het nog steeds de erfenis van de studie van het Amerikaanse Womens Health Initiative is, die in 2002 is stopgezet nadat bleek dat hormoontherapie bij postmenopauzale vrouwen voor meer borstkanker zorgde? “21 jaar wordt uit andere studies van het Women Health Initiative duidelijk dat het borstkankerrisico wel kan stijgen, maar niet zo erg. Ook blijkt het risico afhankelijk van het soort progestativum dat gegeven wordt en doet estradiol in combinatie met lichaamsidentiek progesteron het borstkankerrisico niet toenemen.”
Voor Havenith wegen de voordelen in ieder geval sterker dan de nadelen. “Hormoontherapie starten voor de menopauze beschermt tegen ziekte en vroegtijdige sterfte. Het risico op hart- en vaatziekten en darmkanker neemt af en het proces van botontkalking wordt uitgesteld. Vrouwen die hormoontherapie krijgen ervaren een betere gezondheid en kwaliteit van leven.”