Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Verhoogd risico voor ouderen op cardiale complicaties na SEH-bezoek
Een op de vijf patiënten ouder dan 65 jaar die zich met internistische problemen presenteert op de SEH, ontwikkelt binnen een jaar na dit bezoek ernstige cardiale complicaties. Bijvoorbeeld hartfalen, een hartinfarct of andere ernstige cardiale aandoeningen (MACE). Dat is de uitkomst van het promotieonderzoek van dr. Noortje Zelis, internist Acute geneeskunde in het MUMC+ in Maastricht.
Zelis deed haar onderzoek bij 431 65-plussers die voor niet-cardiale klachten (interne geneeskunde, MDL) de SEH van het Zuyderland ziekenhuis bezochten. Bij deze groep werd ook geen cardiale problematiek vastgesteld op de SEH. Ze volgde de onderzoeksgroep tot een jaar na het SEH-bezoek. “Ja, een op de vijf is veel. Dat laat zien dat 65-plussers een kwetsbare groep vormen voor het krijgen van MACE.”

“Door monitoring van de biomarkers NT-proBNP en hs-cTnT konden we bij 74% van de onderzoeksgroep inschatten wie een verhoogd risico loopt op MACE”
Internist acute geneeskunde dr. Noortje Zelis
Twee biomarkers
Zelis wilde vervolgens weten of er handvatten zijn waarmee de arts tijdig kan identificeren welke patiënten een verhoogd risico lopen op MACE. De arts zou dan preventieve maatregelen kunnen nemen om MACE bij hen te voorkomen. Zij onderzocht daarvoor twee hartenzymen, NT-proBNP en hs-cTnT. “NT-proBNP is een biomarker voor hartfalen en hs-cTnT is een marker voor myocardischemie. Daarbij treedt er zuurstoftekort op naar het hart, wat een risicofactor is voor hartinfarcten. Hoe hoger de concentratie van deze biomarkers bij een patiënt, hoe groter het risico op MACE. Het bleek dat we door monitoring van deze markers bij 74% van de onderzoeksgroep konden inschatten wie een verhoogd risico loopt op MACE.”
Risicofactoren MACE
Dat betekent niet dat je alle oudere niet-cardiale patiënten tijdens of na een SEH-bezoek hoeft te screenen op deze biomarkers, vervolgt Zelis. “Bij veel van deze patiënten kun je ook kijken naar andere bekende risicofactoren om dat verhoogde risico in kaart te brengen. Denk aan verhoogde bloeddruk, hoog cholesterol of bekendheid met hartfalen of hartlijden in de voorgeschiedenis. Al blijkt uit ons onderzoek dat een verhoogde concentratie NT-proBNP, ook onafhankelijk van andere risicofactoren, een voorspeller is voor een verhoogd risico op MACE. Bij hs-cTnT is dat niet het geval.”
“Oudere patiënten die een SEH bezoeken hebben een verhoogd risico op complicaties tijdens of na opname, heropname, verlies van zelfstandigheid en functieverlies, en overlijden”
Kwetsbare groep
Het onderzoek van Zelis is een deelstudie van de RISE UP studie, een multicenter studie van Zuyderland MC en MUMC+. Dit is een longitudinale cohortstudie bij patiënten ouder dan 65 jaar die zich op de SEH presenteren zonder voorafgaande cardiale klachten. Er vindt onvoldoende onderzoek plaats naar het verhoogd risico op MACE bij oudere patiënten zonder cardiale klachten tijdens of na een SEH-bezoek, stelt Zelis. “We kijken bij hen wel naar een risico op functieverlies of een risico op overlijden. Maar het risico op cardiovasculaire complicaties bekijken bij deze oudere subgroep zonder cardiale klachten, dat gebeurt te weinig. Terwijl dit een groeiende groep is. En we bovendien weten dat oudere patiënten die een SEH bezoeken een kwetsbare groep zijn, met verhoogd risico op complicaties tijdens of na opname, op heropname, op verlies van zelfstandigheid en functieverlies, en op overlijden.”
“We betrekken de cardioloog er nu vaak pas bij als een oudere al hartklachten ontwikkelt. Maar je wilt juist voorkomen dat dit gebeurt”
Cardioloog
Meer onderzoek naar het risico op MACE bij deze groep is dus wenselijk, vervolgt ze. “Als we dat doen, dan kunnen we verder op zoek naar preventieve maatregelen om cardiale complicaties, tot mortaliteit aan toe, te voorkomen. Misschien moeten we ze vaker controleren of moeten we voorzichtig zijn met medicatie die het risico op hartfalen kan verhogen. Of ze in eerder stadium door een cardioloog laten controleren. We betrekken de cardioloog er nu vaak pas bij als een oudere al hartklachten ontwikkelt. Maar je wilt juist voorkomen dat dit gebeurt. Preventieve screening door de cardioloog zou dan kunnen helpen.”