Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Over bias, gezondheidsverschillen en racisme in de gezondheidszorg
Nog steeds is ‘de witte man’ de standaardreferentie in de gezondheidszorg. Wat betekent dat voor de kwaliteit van zorg voor alle andere bevolkingsgroepen? Alana Helberg-Proctor, universitair docent en onderzoeker aan de afdeling Medische Antropologie van de Universiteit van Amsterdam (UvA), licht bias, gezondheidsverschillen en racisme in de gezondheidszorg toe.
Voorbeelden genoeg. Zoals dat van de saturatiemeter die zorgverleners gebruiken om het zuurstofgehalte in het bloed van de patiënt te bepalen. Alana Helberg-Proctor: “Het algoritme dat daarin zit, is gebaseerd op mensen met een lichte huidskleur. Mensen met een donkere huidskleur lopen daardoor een drie keer zo hoog risico dat er bij hen een lagere zuurstofwaarde gemist wordt. Dat is een op de tien patiënten. Tijdens COVID speelde dit ook. De saturatiemeting vormde toen onderdeel van de triage om de urgentie van patiënten te bepalen. Dan kon het dus gebeuren dat bij patiënten met een donkerder huidskleur de mate van urgentie niet goed werd ingeschat.”

“Het idee speelt dat vrouwen uit sub-Sahara Afrika beter kunnen omgaan met pijn”
Universitair docent en onderzoeker Alana Helberg-Proctor
Obstetrisch racisme
Er zijn meer voorbeelden. Zo is de laatste tijd het fenomeen woestijnpijn in het nieuws. Dat fenomeen beschrijft pijnuitingen van vooral patiënten met een islamitische achtergrond die door Westerse zorgverleners als aanstellerig beleefd kunnen worden. Met het risico dat daarmee pijnklachten miskend worden.
Samen met een groep verloskundige onderzoekers doet Helberg-Proctor zelf onderzoek naar de geboortezorg. “We zien daar voorbeelden van obstetrisch racisme in de vorm van stereotype ideeën over bepaalde groepen barenden. Bijvoorbeeld het idee dat vrouwen die uit sub-Sahara Afrika komen, of dat als etnische achtergrond hebben, beter kunnen omgaan met pijn. Zorgverleners kunnen in dat geval minder effectief op hun pijnklachten reageren.”
De ‘Referentieman’
Nogmaals: voorbeelden te over van stereotypisch of zelfs racistisch denken in de gezondheidszorg. Zowel in de klinische praktijk, de medische en verpleegkundige opleidingen, de medische technologie en in richtlijnen. Hoe komt dat? “Daar zijn veel redenen voor aan te geven, maar de voornaamste is dat bij de productie van medische kennis van oudsher de witte Westerse man als standaardpatiënt werd opgevat. De ‘Referentieman,’ wordt hij wel genoemd. Dat betekent dat iedereen die niet tot deze referentiegroep behoort, benadeeld kan worden. Want de zorg is niet primair op hen afgestemd. Of dat nu gaat over vrouwen, mensen met een donkere huidskleur of mensen met een andere culturele of religieuze achtergrond.”
De cardiologie is een mooi voorbeeld, stelt Helberg-Proctor. “De laatste jaren wordt er veel onderzoek gedaan naar het vrouwenhart, ofwel vrouwen als nieuwe onderzoeksgroep in de cardiologie. Dat is een uitstekende ontwikkeling, alleen, als vrouwen – numeriek de meerderheid in Nederland – hierin een aparte categorie genoemd worden, wat is dan ‘normale cardiologie’?”
“In het systeem van de gezondheidszorg worden bepaalde groepen mensen benadeeld”
Perversies ingebakken
Helberg-Proctor benadrukt dat bias of stereotyperingen geen bewuste keuzes zijn van zorgverleners en onderzoekers in de gezondheidszorg. “Vaak gaat het om patronen waar ze zich niet bewust van zijn. Ik noem dat de paradox van de gezondheidszorg. Zorgverleners werken met hart en ziel voor mensen die ziek zijn. In het systeem van de gezondheidszorg zitten echter perversies ingebakken waardoor bepaalde groepen mensen benadeeld worden. Ik vind dat een paradox die onaanvaardbaar is.”
Scholing
Wat er moet gebeuren? “Allereerst is er meer aandacht nodig voor sociaalwetenschappelijk onderwijs in de medische en verpleegkundige opleidingen. Hoe wordt biomedische kennis geproduceerd, wat betekent de focus op de referentiepatiënt voor de kwaliteit van zorg aan andere bevolkingspopulaties? En sowieso: meer aandacht voor populatieverschillen in de gezondheidszorg. Dat zijn items waar studenten beter in geschoold behoren te worden.”
“De dermatologen hebben de handschoen al opgepakt”
Huidskleurverschillen
Maar zorgverleners zelf kunnen ook veel doen. “Zij weten als geen ander wat ze nodig hebben. Waarom zouden dokters bij de fabrikanten van de saturatiemeter niet bepleiten dat er een beter algoritme moet komen? Dat soort initiatieven vindt overigens al plaats. De dermatologen, met wie ik veel onderzoek doe, hebben de handschoen bijvoorbeeld al opgepakt. Zij vinden zelf dat er in hun opleiding, richtlijnen en nascholing te weinig aandacht is voor huidskleurverschillen. Ze krijgen hier dus te weinig kennis over mee, terwijl ze in de klinische praktijk veel diversiteit zien aan huidskleur. Dat kan ertoe leiden dat ze in de diagnostiek bepaalde ziektebeelden niet herkennen. Bijvoorbeeld omdat een eczeem er op een donkere huidskleur anders uitziet. Dat vinden deze dermatologen zelf uitermate vervelend.”
Spiegel van de samenleving
De gezondheidszorg is een spiegel van de samenleving, stelt Helberg-Proctor. Bias, gezondheidsverschillen en racisme in de samenleving zie je dus terug in de gezondheidszorg. “Dat is al vervelend genoeg. Wat je echter niet wil, is dat de gezondheidszorg zelf een van de drivers wordt die deze verschillen nog eens verder uitvergroot. Het is dus belangrijk dat we ons meer bewust worden van alle onderliggende mechanismen. Als dat ons lukt, kunnen we veel winst behalen. Want daarmee kunnen we de kwaliteit van de zorg voor grotere groepen mensen beter maken.”