Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Wat vindt de patiënt werkelijk belangrijk?
De Consumer Quality Index, het meetinstrument dat sinds 2006 werd gebruikt om kwaliteit van zorg te meten, was niet meer van deze tijd, vindt fysiotherapeut, docent en onderzoeker Carla Bastemeijer. Enkele maanden geleden promoveerde zij aan de Erasmus Universiteit. Zij deed onderzoek naar patiëntwaarden en een compacte, simpele vragenlijst die toepasbare resultaten oplevert om de zorg te verbeteren.
De stap om wetenschappelijk onderzoek te gaan doen zette Carla Bastemeijer toen ze zichzelf kritische vragen ging stellen over kwaliteitseisen en het meetbaar maken van de zorg. “In de praktijk had ik steeds minder tijd voor de patiënten, terwijl ik in toenemende mate bezig was met allerlei randvoorwaarden: zitten de juiste stickers wel op de brandblussers? Staan alle vinkjes wel op de juiste plek in het dossier en is er een actueel noodplan? Tijdens een audit in mijn praktijk dacht ik: wat heeft dit in vredesnaam nog met kwaliteit van zorg te maken?”
“Een professional redeneert vooral vanuit ziekte en behandelopties, terwijl de patiënt uitgaat vanuit zijn persoonlijke situatie”
Fysiotherapeut, docent en onderzoeker Carla Bastemeijer
Vertaling naar goede zorg
Bastemeijer besloot te gaan onderzoeken wat de patiënt werkelijk belangrijk vindt. Al snel kreeg ze het verzoek van de NFU of ze wilde meedenken over de vragen die ziekenhuizen eigenlijk moeten stellen om te achterhalen wat patiënten belangrijk vinden. En hoe dat vertaald kan worden naar goede zorg. In het verlengde daarvan startte ze met het ontwikkelen van een meetinstrument dat eenvoudig ingevuld kan worden en tegelijk voldoende informatie oplevert voor concrete verbetermogelijkheden.
Verschillende werelden
Dat daar behoefte aan was, had Bastemeijer net als de NFU geconcludeerd. “In de afgelopen jaren is er een sterke focus ontstaan op wetenschappelijke evidentie en het objectiveren van resultaten. Maar in veel gevallen past dat soort grootschalig onderzoek niet bij de individuele waarden die een patiënt toekent aan kwaliteit. Bovendien, een professional redeneert vooral vanuit ziekte en behandelopties. Terwijl de patiënt uitgaat van zijn persoonlijke situatie en de onmogelijkheden in het dagelijks leven. Die werelden kunnen totaal verschillend zijn en moeten elkaar ergens ontmoeten.”
“De oude vragenlijsten, zoals de CQ-index, zijn te lang, de vragen te complex en via de post versturen is niet praktisch”
Patient Ervarings Monitor
In samenwerking met het Picker Institute in Oxford ontwikkelde Bastemeijer een vragenlijst die gebaseerd is op acht patiëntwaarden: toegankelijkheid van zorg, continuïteit van zorg, betrokkenheid van familie en vrienden, emotionele ondersteuning, fysiek comfort, informatie en educatie, gecoördineerde zorg en respect voor de voorkeuren van de patiënt.
Maar hoe kom je erachter of de patiënt zich op deze terreinen gekend voelt? Niet met verouderde vragenlijsten, zoals de CQ-index, ontdekte Bastemeijer. De lijsten zijn te lang, de vragen te complex en via de post versturen is niet praktisch. Ze ontwikkelde in samenwerking met de NFU de PEM: de Patient Ervarings Monitor. De PEM bestaat uit circa 15 vragen die mensen via de pc of andere devices in vijf minuten kunnen invullen.
Varianten
De vragen zijn compact, begrijpelijk en concreet, variërend van ‘Mocht u meebeslissen met uw behandeling?’ en ‘Mocht uw familie meebeslissen?’ tot ‘Had de arts het dossier goed gelezen?’ en ‘Heeft uw arts goed naar u geluisterd?’ Ook zijn er enkele open vragen waar de patiënt in eigen woorden zijn ervaring kan formuleren.
De lijst geeft ook ruimte om enkele specifieke vragen te stellen, bijvoorbeeld over een actueel thema of om de waardering van een protocolwijziging te peilen. De PEM is beschikbaar in verschillende varianten: voor de kliniek, de polikliniek, kinderen, ouders van kinderen en voor spoedeisende hulp.
“Met de PEM ontstaat een benchmarkinstrument waarmee afdelingen en instellingen van elkaar kunnen leren”
Vergelijken
De PEM-resultaten zijn voor hulpverleners in te zien via een dashboard en trends zijn goed te volgen. Ook kunnen de resultaten tussen afdelingen gemakkelijk met elkaar vergeleken worden, maar ook met afdelingen in andere ziekenhuizen. “Zo ontstaat een benchmarkinstrument waarmee afdelingen en instellingen van elkaar kunnen leren.” Alle UMC’s zijn overgestapt op de PEM, binnen de NVZ is een pilot met de vragenlijsten positief geëvalueerd.