Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
‘Patiënten kunnen zelf goed inschatten wanneer een ziekenhuisbezoek nodig is’
Meer patiënten helpen met hetzelfde personeel. Volgens reumatoloog i.o. Kasper Hermans (Maastricht UMC+) kan dat bij mensen met spondyloartritis (SpA). Hij onderzocht hoe de combinatie van patiënt-geïnitieerde zorg en telemonitoring een duurzaam alternatief kan zijn voor periodieke polikliniekbezoeken. “Ik wil zo de kloof tussen zorgvraag en -aanbod dichten.”
Binnen de reumatologie is er een groeiend verschil tussen zorgvraag en -aanbod. “Er komen meer patiënten bij, maar het aantal reumatologen en reumaverpleegkundigen kan die groei niet bijbenen”, legt Kasper Hermans uit. “Toename van het aantal mensen met reuma dat zorg vraagt, komt onder meer door de vergrijzing, meer co-morbiditeit, eerdere opsporing en meer behandelopties. Door die toename komt de kwaliteit van zorg in gevaar en kunnen wachttijden verder oplopen. Tegelijkertijd weten we dat er een grote groep mensen is waarbij een bezoek aan de polikliniek niet leidt tot zinvolle interventies. Zij gaan naar huis met dezelfde behandeling als voordat ze naar het ziekenhuis kwamen. Dat is eigenlijk zonde van hun tijd en die van de zorgverlener.”

“Wel is het belangrijk dat deze patiënten voldoende motivatie en digitale vaardigheden bezitten”
Reumatoloog i.o. Kasper Hermans
Niet zinvol
Hermans keek daarom in een onderzoek naar patiënten met SpA. Daaruit bleek al dat ruim 34% van alle routinecontroles binnen die groep niet zinvol werden geacht door de reumatoloog.1 Om te onderzoeken of het mogelijk is de kloof tussen zorgaanbod en -vraag een stukje te dichten en de kwaliteit van zorg te waarborgen, deden 200 SpA-patiënten met een stabiele, acceptabele symptoomlast mee aan een nieuw onderzoek.2 Daarbij werden 100 van hen opgevolgd volgens de gebruikelijke manier met periodieke controleafspraken. De andere 100 deelnemers kregen een model van patiënt-geïnitieerde zorg (PIFU) in combinatie met een eenmalige thuismonitoring na zes maanden die bestond uit vragenlijsten en een bloedonderzoek.
“Deze laatste groep achtten wij in staat zelf een goede inschatting te maken of het wel of niet goed met ze gaat. Wel is het belangrijk dat deze groep voldoende motivatie en digitale vaardigheden bezit. Zo kunnen ze met het thuismonitoringsysteem omgaan en daarop hun gegevens invullen en inzien. Ze moesten bijvoorbeeld zelf een bloedonderzoek inplannen en daarvan de resultaten lezen die de reumatoloog op het online platform plaatst.” Ook in die thuissituatie was er dus wel degelijk sprake van controle op afstand. Deelnemers kregen ook na zes maanden een reminder om vragenlijsten in te vullen of bloed te laten prikken. “Zo viel eigenlijk niemand buiten de boot.”
“De reumatoloog kan de vrijgekomen afsprakenblokken met andere mensen inplannen”
Kwart minder consulten
De aannames van Hermans blijken te kloppen. “Deelnemers kunnen daadwerkelijk zelf goed inschatten wanneer een ziekenhuisbezoek nodig is. En wanneer de reumatoloog aangaf dat uit het bloedonderzoek of de vragenlijsten niets bijzonders naar voren kwam, was een polikliniekbezoek dus ook niet nodig.” Dit alles leidt volgens het onderzoek tot een sterke vermindering van het aantal consulten. Patiënten in de PIFU/TM-groep hadden gemiddeld 1,9 polikliniekbezoeken per jaar, vergeleken met 2,6 bezoeken in de groep met reguliere periodieke polikliniekafspraken. Een vermindering van 25,4%. Bovendien waren er geen significante verschillen in de gezondheidsuitkomsten tussen beide groepen, wat aantoont dat PIFU/TM even effectief is als traditionele zorg. En meer dan 90% van de patiënten en zorgverleners waren zeer tevreden over de zorg, aldus Hermans.
Tijd
De vermindering in het aantal consulten levert zowel de patiënt als de zorg voordelen op. “Patiënten besparen tijd omdat ze niet naar het ziekenhuis hoeven te komen. De reumatoloog kan de vrijgekomen afsprakenblokken met andere mensen inplannen die op dat moment wél zorg nodig hebben. We hebben uitgerekend dat de PIFU/TM-benadering leidde tot een kostenbesparing van 180 euro per patiënt per jaar. Daarbij plaats ik wel de kanttekening dat de reumatologen nog wel de dossiers van mensen die thuis zitten, periodiek moeten bekijken. Die tijd komt er dus wel weer bij.”
“AI zou de klinische situatie van een patiënt kunnen beoordelen in plaats van de reumatoloog”
Toekomst
Om de PIFU/TM-benadering een duurzaam alternatief te laten zijn, is nog wel wat werk nodig, denkt Hermans. “Zo zijn er technische aanpassingen nodig zoals het integreren van het thuismonitoringssysteem met het elektronisch patiëntendossier. Verder moeten we mensen kunnen verzekeren dat als ze op de poli willen komen, we ook daadwerkelijk snel een plek hebben. Daar komen wat logistieke uitdagingen bij kijken. Doordat ons onderzoek al werd uitgevoerd op een manier die zo dicht mogelijk aansluit bij de dagelijkse praktijk, weten we dat we zonder al teveel moeite aan die randvoorwaarden kunnen voldoen.”
Hermans denkt overigens dat ontwikkelingen in artificial intelligence (AI) het systeem verder kunnen verbeteren. “AI zou bijvoorbeeld de klinische situatie van een patiënt kunnen beoordelen in plaats van de reumatoloog. Er wordt dan alleen aan de bel getrokken als er daadwerkelijk afwijkingen zijn en actie nodig is. Maar zo ver zijn we nog niet.”
Referenties:
1. Hermans K, et al. Are All Routine Spondyloarthritis Outpatient Visits Considered Useful by Rheumatologists? An Exploratory Clinical Practice Study. J Rheumatol. 2022 Nov;49(11):1214-1220.
2. Hermans, K, et al. Patient-initiated follow-up supported by asynchronous telemedicine versus usual care in spondyloarthritis (TeleSpA-study): a randomised controlled trial of clinical and cost-effectiveness. Lancet Rheumatol. 2024 Dec;6(12): e848-e859.