Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Persoonsgerichte behandeling waardevol bij PAV-patiënten
Als een plaatjesremmer onvoldoende werkt, kan een persoonsgerichte behandeling bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden van toegevoegde waarde zijn. Dat blijkt uit onderzoek van het Maastricht University Medical Center. “Deze behandeling kan bestaan uit toevoeging van een DOAC, duale antistolling of combinaties met anticoagulantia”, aldus arts-assistent Bram Kremers.
Perifeer arterieel vaatlijden (PAV) is een veel voorkomend ziektebeeld, waarvan de prevalentie oploopt tot boven de 20% bij personen die 80 jaar of ouder zijn. Ondanks dat patiënten met PAV medicamenteus worden behandeld met een plaatjesremmer en, in de meeste gevallen, lipidenverlagende en antihypertensieve medicatie, hebben zij een slechte prognose. Onderzoekers van de CARIM School for Cardiovascular Diseases van het Maastricht University Medical Center, onder leiding van arts-assistent Bram Kremers, hebben daarom patiënten met PAV gekarakteriseerd om te bepalen of zij in aanmerking kunnen komen voor een persoonsgerichte behandeling om de kans op een cardiovasculair te verminderen.

“Ons onderzoek toont aan dat de plaatjesremmer onvoldoende werkt voor het mitigeren van het risico op een cardiovasculair event”
Arts-assistent Bram Kremers
Hoge reactiviteit na event
De auteurs includeerden tussen 2018 en 2020 246 patiënten met PAV, waarvan 207 claudicatio intermittens hadden en 39 chronische ischemie in de ledematen. 26 van hen maakten een cardiovasculair event door. Dit associeerden de onderzoekers met een eerder myocardinfarct, een eerder ischemisch infarct, hoge creatininewaarden, lagere HDL-waarden, en lage hemoglobinewaarden. Patiënten die een cardiovasculair event hadden doorgemaakt, hadden vaak een hoge reactiviteit van bloedplaatjes op aspirine of clopidogrel.
Een kanttekening die de onderzoekers plaatsen bij hun eigen onderzoek is dat zij de VerifyNow-assay gebruikten om de reactiviteit van bloedplaatjes te bepalen. Deze assay wijkt weliswaar af van de gouden standaard, schrijven zij, maar correleert daar volgens de literatuur wel goed mee. Het feit dat de auteurs desondanks een relatief lage plaatjesreactiviteit maten, kan te maken hebben met de hoge therapietrouw bij hun patiënten. Daarnaast was volgens de auteurs de steekproefgrootte te klein om preciezere schattingen te kunnen geven. Dat maakt dat er onzekerheid is over de daadwerkelijke grootte van het gemeten effect.
“Een persoonsgerichte behandeling kan bestaan uit de toevoeging van een DOAC, duale antistolling of combinaties met anticoagulantia”
Persoonsgerichte behandeling
“Ons onderzoek toont aan dat bij deze mensen de plaatjesremmer onvoldoende werkt voor het mitigeren van het risico op een cardiovasculair event”, zegt eerste auteur Bram Kremers. “Bij deze patiënten zou een persoonsgerichte behandeling van toegevoegde waarde kunnen zijn om het cardiovasculair risico te verlagen. Zo’n behandeling kan bestaan uit de toevoeging van een DOAC, duale antistolling of combinaties met anticoagulantia.” Meer onderzoek naar alternatieve behandelstrategieën is nodig, besluiten de auteurs.
Referentie: Kremers BMM, Daemen JHC, Ten Cate H, Spronk HMH, Mees BME, Ten Cate-Hoek AJ. Inadequate response to antiplatelet therapy in patients with peripheral artery disease: a prospective cohort study. Thromb J. 2023 Jan 10;21(1):5. doi: 10.1186/s12959-022-00445-4. PMID: 36627677; PMCID: PMC9832392.