Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Pesticiden en Parkinson: ‘We hebben veilige normen nodig’
Hoewel de evidence toeneemt dat gewasbeschermingsmiddelen zoals pesticiden en fungiciden leiden tot een toename van het risico op de ziekte van Parkinson, ontbreken veilige normen over het gebruik hiervan. Het wordt tijd dat deze normen er komen, stelt prof. dr. Teus van Laar, hoogleraar Neurologie in het UMC Groningen (UMCG).
Elke tien jaar neemt het totale aantal mensen met de ziekte van Parkinson in Nederland toe met zo’n 10.000. Waren er 20 jaar geleden nog zo’n 40.000 mensen met Parkinson, inmiddels gaan de prevalentiecijfers voorbij de 60.000. Dit is in lijn met een wereldwijde toename van Parkinson. De schatting is dat tussen 2015 en 2040 de aantallen zullen verdubbelen van zes miljoen mensen met Parkinson naar ruim 12 miljoen in 2040.
“De ziekte van Parkinson, en ook andere degeneratieve hersenaandoeningen, komen significant vaker voor in de moderne westerse samenleving”
Neuroloog prof. dr. Teus van Laar
Moderne westerse samenleving
Deze stijging hangt vooral samen met een verouderende bevolkingspopulatie. Dit in combinatie met factoren uit onze moderne geïndustrialiseerde leefwereld, zoals luchtvervuiling, gebruik van pesticiden en andere toxines, stelt Teus van Laar. “De ziekte van Parkinson, en ook andere degeneratieve hersenaandoeningen, komen significant vaker voor in de moderne westerse samenleving. De belangrijkste factor hierin is veroudering. Maar ook een ongezond voedingspatroon, onvoldoende beweging en schadelijke omgevingsinvloeden spelen een rol.”
“Uit ons eigen onderzoek naar ruim 150 verschillende pesticiden weten we dat deze leiden tot een toename van het risico op de ziekte van Parkinson met 50%”
Risicotoename door pesticiden
Gewasbeschermingsmiddelen zoals pesticiden en fungiciden vormen onderdeel van deze schadelijke omgevingsinvloeden. “Er zijn bijvoorbeeld harde aanwijzingen uit diermodellen, dat na blootstelling aan een pesticide zoals Rotenon precies dezelfde pathologie optreedt als bij de ziekte van Parkinson.” Van Laar heeft ook zelf onderzoek gedaan naar de invloed van deze middelen op de prevalentie van Parkinson. “Uit ons eigen onderzoek naar ruim 150 verschillende pesticiden weten we dat deze leiden tot een toename van het risico op de ziekte van Parkinson met 50%. Als we uitgaan van een gemiddeld risico om de ziekte van Parkinson te krijgen van 1% (populatie > 65), dan neemt dit risico dus toe tot 1,5%. Dat lijkt weinig, maar op een populatie van 3,5 miljoen 65-plussers betekent dat een toename van 35.000 naar ruim 50.000 patiënten.”
“De ziekte van Parkinson wordt bij Franse wijnbouwers als gevolg van pesticidegebruik inmiddels erkend als officiële beroepsziekte”
Officiële beroepsziekte
Pesticiden en fungiciden hebben daarmee een significante invloed op het risico om de ziekte van Parkinson te krijgen. “Het was weliswaar lastig om dat directe verband aan te tonen bij één enkele pesticide, maar dat lukte ons wel voor een cluster van 21 verschillende pesticiden.” Dat gewasbeschermingsmiddelen een verhoogd risico kunnen geven op de ziekte van Parkinson, is ook internationaal bekend. Zo wordt de ziekte van Parkinson bij Franse wijnbouwers als gevolg van pesticidegebruik inmiddels erkend als officiële beroepsziekte, zo vaak komt de aandoening bij hen voor. En ook in Nederland stapelen de voorbeelden zich op van een hogere incidentie en prevalentie van mensen met Parkinson onder akkerbouwers en andere omwonenden van landbouwgronden.
Normen ontbreken
Hoewel de bewustwording over dit verhoogde risico toeneemt, zijn er nog geen veilige normen voor het gebruik van pesticiden. Om die te ontwikkelen is langlopend onderzoek nodig naar de relatie tussen feitelijke blootstelling aan pesticiden, met metingen van concentraties in het lichaam, en het uiteindelijke risico op de ziekte van Parkinson. “Akkerbouwers weten nu niet hoeveel pesticiden ze per hectare veilig kunnen gebruiken zonder het risico op hersenziekten zoals Parkinson te vergroten. Dit is echter kostbaar onderzoek, waarvan de noodzaak moet worden ingezien door alle betrokkenen, en waarvoor de politiek onderzoeksbeleid moet maken en dit ook zou moeten financieren.”
Genetische variaties
Wat eveneens ontbreekt is inzicht in welk individu meer of minder risico loopt op een degeneratieve neurologische ziekte door pesticiden. “We hebben allemaal een andere genetische opmaak, en die maakt dat mensen hier meer of minder kwetsbaar voor zijn. We moeten daarom meer kennis vergaren over deze interactie tussen pesticiden en genetische variaties. We zouden dan praktische adviezen kunnen geven aan risicogroepen.’
“Het wordt tijd dat er normen komen over wat veilig is en wat niet”
Meer gezonde leefstijl
Van Laar benadrukt dat een wereld zonder gewasbeschermingsmiddelen vermoedelijk ondenkbaar is. “Alle pesticiden de wereld uit, dat is fictie. Daarvoor zijn er te veel monden om te voeden. Dat betekent echter dat we hier beter mee moeten leren omgaan. En dat het tijd wordt dat er normen komen over wat veilig is en wat niet. We hebben veilige grenzen nodig. Dat zal het risico op de ziekte van Parkinson doen verminderen. Zeker als we dat combineren met een meer gezonde leefstijl. We weten wat we moeten doen. Laten we dat dan ook doen.’