DOQ

Pijn bij handartrose op groepsniveau stabiel over de tijd

“We zijn erg bezig met de vraag hoe pijnklachten bij handartrose zich ontwikkelen over de tijd”, vertelt Coen van der Meulen, promovendus aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Met zijn onderzoek, onlangs gepubliceerd in Rheumatology, identificeerde hij drie verschillende pijntrajecten bij handartrose. “Onze voorzichtig positieve boodschap is dat deze drie trajecten een relatief stabiel verloop hebben, zonder duidelijke stijging in pijnscore.”

Een belangrijk vraagstuk binnen het onderzoek naar handartrose richt zich op factoren die geassocieerd zijn met pijn. “Maar ook over de ontwikkeling van pijn bij handartrose over de tijd is veel onduidelijk”, vertelt Coen van der Meulen. Meer informatie hierover kan van toegevoegde waarde zijn voor de dagelijkse klinische praktijk. “Als we bij patiënten kunnen inschatten of de pijn stabiel zal blijven of mogelijk zal verbeteren, is dat een geruststellende boodschap voor deze mensen. Bij patiënten bij wie we verslechtering van de pijn verwachten, kunnen we mogelijk eerder ingrijpen.”

“Om zonder aannames naar het beloop van de pijnscores over de tijd te kunnen kijken, hebben we verschillende computermodellen op de data losgelaten”

Onderzoeker Coen van der Meulen

Computermodel

In het onderzoek dat Van der Meulen uitvoerde, is gekeken naar cross-sectionele associaties tussen ziekte- en patiëntkarakteristieken bij patiënten met pijn van handartrose.1 Tevens zocht Van der Meulen naar verschillende subgroepen van patiënten, gebaseerd op pijntrajecten. “In dit onderzoek volgden we ruim 500 patiënten van het Leidse HOSTAS-cohort gedurende vier jaar. We voerden bij hen jaarlijks een pijnmeting uit, gebruikmakend van de Australian Canadian Osteoarthritis Hand Index (AUSCAN).” Hij legt verder uit dat voor het analyseren van dit soort data normaalgesproken verschillende aannames gedaan worden, bijvoorbeeld door bepaalde afkapwaarden voor veranderingen in pijnscores te gebruiken. “Om zonder aannames naar het beloop van de pijnscores over de tijd te kunnen kijken, hebben we verschillende computermodellen op de data losgelaten. We kozen vervolgens het model dat het best de verschillende individuele datapunten kon verklaren.”

“Het lijkt erop dat patiënten een bepaald pijnniveau hebben en dan op groepsniveau stabiel blijven”

Relatief stabiel verloop

Het gekozen model bracht drie trajecten van pijnscores aan het licht: laag, middel en hoog. “Het viel ons op dat deze pijntrajecten op groepsniveau relatief stabiel bleven in de tijd: er was gedurende vier jaar geen duidelijk stijging of daling in de pijnscores te zien.” Hoewel dit Van der Meulen in eerste instantie verbaasde, is hij hier ook voorzichtig positief over. “Het idee is dat de pijn bij handartrose met de tijd altijd toeneemt. Maar het lijkt er nu toch op dat patiënten een bepaald pijnniveau hebben en dan op groepsniveau stabiel blijven.” Een duidelijke verklaring heeft Van der Meulen hier nog niet voor.
Ook heeft hij onderzocht of er specifieke factoren zijn die samengaan met een bepaald pijntraject. “We hebben hierbij gekeken naar verschillende patiëntkarakteristieken, ziektekarakteristieken en patiëntgerapporteerde uitkomstmaten.” Het pijntraject leek hierbij niet duidelijk samen te hangen met de radiologische schade. Maar een hoger pijntraject bleek wel geassocieerd met een hogere BMI, een hoger aantal pijnlijke gewrichten en een lagere kwaliteit van leven. “We zagen ook dat tekenen van angst en depressie gepaard gingen met meer pijnklachten.”

“Kunnen we aangrijpen op factoren als angst en depressie om zo de pijn te beïnvloeden?”

Uitnodiging tot onderzoek

Wat betekent dit voor de dagelijkse praktijk? Kunnen patiënten op basis van deze resultaten gerustgesteld worden? Hoewel Van der Meulen de kanttekening maakt dat in deze gemiddelde pijntrajecten zeker patiënten zitten die – individueel bezien – toenemende of afnemende pijnscores hebben, wijst dit onderzoek er volgens hem toch op dat het gemiddelde niveau van de pijn over de totale groep patiënten met handartrose redelijk stabiel lijkt. Verder zet deze studie volgens hem aan tot verder onderzoek. Zo is hij zelf erg benieuwd of en hoe de individuele patiënten die een stijging van pijn hebben in kaart gebracht kunnen worden. Maar ook de factoren die samengaan met pijn, leiden tot nieuwe onderzoeksvragen. “Kunnen we aangrijpen op factoren als angst en depressie om zo de pijn te beïnvloeden? Ik zie deze resultaten vooral als een uitnodiging om hier mee aan de slag te gaan.”

Referentie: Van der Meulen C, Van de Stadt LA, Rosendaal FR, et al. Determination and characterization of patient subgroups based on pain trajectories in hand osteoarthritis. Rheumatology (Oxford) 2023;kead017.  doi: 10.1093/rheumatology/kead017.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven Routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx