Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Pleidooi voor wettelijk verankerde gezondheidsdoelen
Hoogleraar Jochen Mierau stelt dat preventiebeleid gebaseerd moet zijn op heldere doelen waarop de verantwoordelijke partijen kunnen worden afgerekend. Een inspanningsverplichting is te mager, er moet een resultaatverplichting zijn.
De Tweede Kamer nodigde een aantal partijen uit voor rondetafelgesprekken over preventie en vermindering van gezondheidsverschillen. Eén van hen was prof. dr. Jochen Mierau. Hij is hoogleraar economie van de volksgezondheid aan de Rijksuniversiteit Groningen en wetenschappelijk directeur van de Aletta Jacobs School of Public Health in Groningen. Alle aanwezigen kregen de vraag om vooraf een position paper in te dienen over het onderwerp. Mierau deed dit onder de titel ‘Het belang van preventie’.
Suikertax en kindermarketing
“Je kunt het hebben over de preventieladder”, vertelt hij, “van informeren tot verbieden en alle stappen die daartussen zitten. Dit kwam ook aan bod in het rondetafelgesprek waaraan ik deelnam. Maar ik ben zelf meer bezig met downstream en upstream interventies. Bekende voorbeelden van downstream zijn de suikertax en de reductie van kindermarketing. Ik stel voor het andersom te benaderen, upstream dus: gezondheidsdoelen wettelijk verankeren en op basis daarvan beleid ontwikkelen. Je kunt wel sturen op suikertax of vermindering van kindermarketing. Maar als je die zaken invoert en het succes valt tegen, dan houdt het op. Als je gezondheidsdoelen stelt, dwing je jezelf ertoe om te blijven innoveren. Het beperkt zich dan niet tot een inspanning. Het gaat om resultaat waarop de verantwoordelijke partijen kunnen worden afgerekend.”
“Gezondheidsdoelen geven een balans aan de zorgplicht en maken dat we zorg en gezondheid evenredig nastreven”
Efficiënte en effectieve gezondheidsdoelen
Hindernis hierbij, stelt Mierau, is dat in de zorg sprake is van een wrong pocket probleem. Hij legt uit: “In discussies over het investeren in preventie hoor je altijd de kritiek dat de baten niet terechtkomen bij de partijen die de kosten maken. Dat zet preventie per definitie op achterstand. Vanwege de zorgplicht stellen we dat zorg efficiënt en effectief moet zijn, maar niet dat die zichzelf moet terugverdienen. Gezondheidsdoelen geven een balans aan de zorgplicht en maken dat we zorg en gezondheid evenredig nastreven. Dan gaat de discussie niet langer over de businesscase van preventie, maar over hoe we preventie, net als zorg, effectief en efficiënt inrichten.”
Verantwoording afleggen
Hoe? Dat begint bij het ministerie van VWS, stelt Mierau. “Voor gezondheid en preventie moeten duidelijke doelen worden gesteld”, zegt hij, “en de minister moet eenmaal per jaar in de Tweede Kamer verantwoording afleggen over hoe het staat met het behalen van die doelen. Vergelijkbaar met de klimaatdoelen dus. Dit vertaalt zich op gemeenteniveau door naar de wethouders.”
Data-infrastructuur
Maar er is meer nodig. “Heldere doelen stellen betekent dat je moet weten dat wat je doet op het gebied van preventie het goede is”, legt Mierau uit. “Dat vraagt om een data-infrastructuur die het mogelijk maakt de gezondheidsdoelen in de samenleving te monitoren. Die doelen zijn uniform vast te stellen voor de hele samenleving. Denk aan: gezondheidsverschillen met dertig procent verkleinen en zorgen dat mensen er vijf gezonde levensjaren bij krijgen. Als je dat vertaalt naar gemeente- en wijkniveau, zie je dat in lage-ses-wijken verhoudingsgewijs een grotere inspanning nodig is om die doelen te bereiken. Het dwingt de betrokken partijen dus om extra energie te steken in de mensen die op achterstand staan.”
“Al die partijen vechten nu om dezelfde pot met geld en dat leidt af van de gezondheidsdoelen die bereikt moeten worden”
Versnipperd landschap
Die betrokken partijen zijn ook een punt van aandacht. “Er zijn nu heel veel partijen die iets met preventie doen”, zegt Mierau, “het is een heel versnipperd landschap. VWS moet hierop acteren, om dat aantal partijen te reduceren. Een moeilijke discussie, maar al die partijen vechten nu om dezelfde pot met geld en dat leidt af van de gezondheidsdoelen die bereikt moeten worden.”
“Preventie houdt niet op als iemand ziek is”
Preventie in de keten
In zijn position paper pleit Mierau voor preventie in de hele zorgketen. Hoe ziet hij de rol van de zorg hierin? “Preventie houdt niet op als iemand ziek is”, reageert Mierau. “Het zorgt er dan voor dat iemand ‘gezonder ziek’ is. Bij mensen die ziek zijn kan heel veel winst worden geboekt, deels met behandeling maar deels ook door een gezonde leefomgeving te creëren en een gezonde leefstijl te adviseren. Als je daaraan voorbijgaat, kun je mensen weliswaar genezen maar zijn ze binnen de kortste keren weer ziek omdat hun leefstijl en leefomgeving onveranderd zijn gebleven.”
“Alle verleidingen voor een ongezonde leefstijl intact laten en dan in voorlichting zeggen dat je daar geen gebruik van moet maken, is een schizofreen signaal”
Verantwoordelijkheid individu
Het individu heeft zelf ook een verantwoordelijkheid om te voorkomen dat het zover komt, vindt Mierau. “De afgelopen twintig jaar is het gezondheidsbeleid erg geïndividualiseerd”, zegt hij. “Dat was belangrijk, want als individu zijn we verantwoordelijk voor wat we doen. Maar de leefomgeving beïnvloedt de individuele maakbaarheid op dit gebied. Die leefomgeving moet dus gezond zijn, om het individu in staat te stellen om zijn verantwoordelijkheid te nemen. In de leefomgeving alle verleidingen voor een ongezonde leefstijl intact laten en dan in voorlichting zeggen dat je daar geen gebruik van moet maken, is een schizofreen signaal.”
Referentie:
Het Belang van Preventie – Position Paper – Rondetafelgesprek Leefstijlpreventie van de Vaste Kamercommissie VWS, Prof. dr. Jochen O. Mierau (RUG) – Maart 2022