DOQ

Weinig aandacht voor veel voorkomend pollen voedsel syndroom

In Noord- en Midden-Europa heeft naar schatting zo’n 15-20% van de bevolking last van hooikoorts: een allergie voor stuifmeel (pollen) van grassen of bomen. Meer dan de helft van de hooikoortspatiënten ontwikkelt een kruisallergie voor fruit, noten of sommige groentesoorten. “Dit zogenoemde pollen voedsel syndroom is dus allesbehalve zeldzaam”, aldus Maurits van Maaren, internist-allergoloog-immunoloog in het Erasmus MC in Rotterdam.

De kruisallergie zorgt voor jeuk, irritatie en soms een gevoel van zwelling in de mond en/of keel tijdens het eten van bepaalde voedingsmiddelen. Verder kunnen jeukende ogen, een loopneus, niezen en misselijkheid voorkomen. De symptomen ontstaan vaak binnen enkele minuten en kunnen een paar uur aanhouden. Omdat de klachten zich meestal beperken tot het mond- en keelgebied werd vaak gesproken van het oral allergy syndrome. Tegenwoordig gaat de voorkeur uit naar de naam pollen voedsel syndroom, in het Engels pollen-food syndrome (PFS), omdat in uitzonderlijke gevallen ook ernstigere, systemische klachten op kunnen treden.

“Bloed- en huidpriktesten zijn niet altijd positief, terwijl je dat wel verwacht. Dat komt doordat de allergenen die de klachten veroorzaken fragiel zijn”

Internist-allergoloog-immunoloog Maurits van Maaren

Kruisherkenning

PFS is dus geen primaire voedselallergie en wordt veroorzaakt door een kruisreactie tussen allergenen in pollen en allergenen in voedingsmiddelen. Van Maaren, die tevens voorzitter is van de Nederlandse Vereniging voor Allergologie en Klinische Immunologie, spreekt eigenlijk liever van kruisherkenning dan van een kruisreactie. “Sommige allergenen in boom- of graspollen komen ook voor in steen- en pitfruit, zoals appel, peer en perzik. En in boomnoten, zoals hazelnoot en walnoot, Maar ook in pinda, soja en in sommige groenten, zoals wortel en selderij. De allergenen verschillen wel licht van elkaar, maar zo weinig dat het immuunsysteem niet in staat is om ze van elkaar te onderscheiden. Daardoor kan een allergische reactie ontstaan bij het eten of drinken van deze voedingsmiddelen.”

“Door extraheren, invriezen en weer ontdooien raken allergenen beschadigd, waardoor ze niet meer tot een huidreactie leiden”

Overdiagnostiek

Hoewel PFS dus vrij veel voorkomt, zijn er maar weinig richtlijnen voor de diagnostiek van PFS. “Bij een vermoeden van PFS wordt er vaak veel meer getest dan nodig”, vindt van Maaren. “Bij hooikoorts weet je vooraf dat een bepaald rijtje voedingsmiddelen positief uit de tests kan komen.”

Toch zijn bloed- en huidpriktesten niet altijd positief, terwijl je dat wel verwacht. Van Maaren: “Dat komt doordat de allergenen die de klachten veroorzaken fragiel zijn. Fabrikanten van specifieke IgE-bepalingen hebben moeite om de allergenen in voldoende mate aan een drager te koppelen. Ook huidpriktesten met extracten van voedingsmiddelen zijn vaak negatief. Door extraheren, invriezen en weer ontdooien zijn namelijk de allergenen beschadigd geraakt, waardoor ze niet meer tot een huidreactie leiden. Een beter alternatief is de prick-to-prick test, waarbij eerst in het verse en onbewerkte voedingsmiddel wordt geprikt en direct daarna in de huid.

” Door bijvoorbeeld verhitten, koken en bevriezen worden de verantwoordelijke eiwitten gedenatureerd en door het immuunsysteem niet meer herkend als allergeen”

Boosdoeners

PFS-patiënten hebben gemiddeld vier voedingsmiddelen die leiden tot symptomen. In Nederland zijn vers fruit (vooral appel, peer, perzik en kiwi), boomnoten zoals hazelnoten, amandelen en walnoten, en pinda de grootste boosdoeners. Gelukkig kunnen de allergenen in de meeste gevallen onschadelijk gemaakt worden door verwerking en vertering. Door bijvoorbeeld verhitten, koken en bevriezen worden de eiwitten die verantwoordelijk zijn voor de reactie gedenatureerd en door het immuunsysteem niet meer herkend als allergeen. Zo kan bijvoorbeeld appeltaart of appelmoes probleemloos gegeten worden terwijl een rauwe appel wel klachten geeft.
Bovendien zijn de klachten wel vervelend, maar niet heel ingrijpend, zoals soms wel het geval is bij een primaire voedselallergie voor bijvoorbeeld pinda. Van Maaren vertelt dat de patiënten hun klachten meestal goed herkennen en er geen grote problemen van ondervinden. “PFS is vrijwel nooit de hoofdreden voor doorverwijzing naar een allergoloog”.

Gevaarlijke smoothies

In een enkel geval treedt een systemische reactie op, zoals jeukende huiduitslag over het hele lichaam of anafylaxie. “Deze systemische reacties zijn heel zeldzaam en wij zien deze eigenlijk alleen wanneer bij een patiënt een of meerdere risicofactoren voorkomen”, stelt van Maaren. “Zo is het in korte tijd innemen van een grote hoeveelheid niet-verwerkt allergeen een belangrijke risicofactor. Dat gebeurt in het algemeen niet door fruit, noten of groenten te eten, maar we zien het soms wel wanneer iemand bijvoorbeeld een smoothie heeft gedronken. Ook sojamelk leidt soms tot problemen.”
“Verder treedt een systemische reactie eerder op bij mensen die een gastric sleeve of -bypass hebben ondergaan. Bij hen is er minder tijd om voedingsmiddelen te verteren in de maag, waardoor er meer allergenen in de darm terechtkomen. Ook het gebruik van protonpompremmers is een risicofactor. De vertering is dan minder doordat er minder maagzuur aangemaakt wordt”, aldus van Maaren.

Behandeling

Zolang de reactie op de allergenen mild verloopt, hoeven deze niet vermeden te worden en wordt geadviseerd om bewerkte groenten en fruit te gebruiken. Van Maaren: “Alleen wanneer een systemische reactie optreedt moet je de patiënt waarschuwen voor het consumeren van grote hoeveelheden allergeen, zoals in vers geperst vruchtensap en sojamelk. Als heel veel groenten- en fruitsoorten een reactie opwekken – wat bij allergie voor graspollen soms voorkomt – is het handig om advies in te winnen van een gespecialiseerde diëtist die is aangesloten bij de Diëtisten Alliantie Voedsel Overgevoeligheid.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”

‘Impliciete sturing kan samen beslissen verstoren’

Het proces van samen beslissen kan worden verstoord door onbewuste aansturing op een bepaalde behandeling, aldus Anneleen Timmer en Suzanne Festen. “Misschien gaan veel behandelaars er onbewust vanuit dat de patiënt alles op alles wil zetten om de ziekte te bestrijden.”