DOQ

Preoperatieve blaasspoeling met chemo­therapie

Patiënten met kanker van de hoge urinewegen bij wie een radicale nefro-ureterectomie is verricht, hebben een hoog risico op een recidief in de blaas. Een eenmalige blaasspoeling met chemotherapie vlak vóór de radicale operatie kan het recidiefrisico met meer dan 40% verlagen, maar alleen als er geen diagnostische kijkoperatie is verricht. Dit blijkt uit de REBACARE-trial. Thomas van Doeveren, promovendus en aios urologie in het Erasmus MC, is nauw betroken bij het onderzoek en belicht de belangrijkste bevindingen.

Lange tijd bestond de standaardbehandeling van patiënten met kanker van de hoge urinewegen (verzamelsysteem, nier en urineleider) uit een radicale nefro-ureterectomie. “Daarbij worden de nier en de urineleider operatief verwijderd, inclusief de inmonding in de blaas”, licht Van Doeveren de ingreep toe. “Ongeveer 22-47% van de patiënten ontwikkelt binnen twee jaar na de operatie een recidief in de blaas. Om het recidiefrisico te verlagen, luidt het advies in de huidige Europese en Amerikaanse richtlijnen om postoperatief eenmalig de blaas te spoelen met chemotherapie. Dit advies wordt in de praktijk slechts beperkt opgevolgd, omdat urologen bang zijn voor lekkage van het cytostaticum in het kleine bekken. Dit kan leiden tot ernstige morbiditeit en zelfs sterfte. In de REBACARE-trial hebben we onderzocht of eenmalige blaasspoeling met chemotherapie vlak voor de operatie een goed alternatief is.”

“Patiënten kregen maximaal drie uur voor de operatie een blaasspoeling met mitomycine C”

Promovendus en aios urologie Thomas van Doeveren

REBACARE

De REBACARE-trial was een prospectieve fase II-studie die is uitgevoerd in achttien ziekenhuizen in Nederland. “Volwassen patiënten met kanker van de hoge urinewegen kregen maximaal drie uur voor de operatie een blaasspoeling met het cytostatische antibioticum mitomycine C”, vertelt Van Doeveren over de procedure. “Patiënten die in het verleden waren behandeld met systemische chemotherapie en patiënten met een synchrone of eerdere blaastumor werden uitgesloten van deelname.”

De belangrijkste uitkomstmaat was het percentage patiënten bij wie de kanker binnen twee jaar was teruggekeerd in de blaas. Van Doeveren: “Op voorhand streefden we naar een risicoreductie van meer dan 40%. Dat betekende dat we het gemiddelde tweejaars-recidiefrisico van 33,2%, dat gebaseerd was op wetenschappelijke literatuur, wilden reduceren tot minder dan 20%. Daarnaast waren we benieuwd naar de mate waarin urologen de blaasspoeling daadwerkelijk uitvoerden (compliance) en naar de veiligheid van de behandeling.”

Vanwege de zeldzaamheid van kanker van de hoge urinewegen was een gerandomiseerde studieopzet niet haalbaar. Daarom gebruikte Van Doeveren als controlegroep een historisch cohort van 247 patiënten bij wie een radicale nefro-ureterectomie was uitgevoerd zonder preoperatieve blaasspoeling.

“De behandeling resulteerde in een meer dan 40% lager recidiefrisico bij patiënten die geen kijkoperatie hadden ondergaan”

Belangrijke bevindingen

Van Doeveren analyseerde de gegevens van in totaal 178 patiënten. “Binnen twee jaar had 24% van hen een recidief in de blaas ontwikkeld, tegenover 26% van de patiënten in het historische cohort. Dit voldeed helaas niet aan het beoogde recidiefrisico van minder dan 20%.” Niettemin kwam Van Doeveren tot enkele belangrijke bevindingen. “Als CT-onderzoek en urinecytologie niet afdoende zijn om kanker van de hoge urinewegen vast te stellen, wordt een diagnostische kijkoperatie (ureterorenoscopie) uitgevoerd. We zagen dat patiënten bij wie zo’n kijkoperatie was verricht een hoger risico op een recidief in de blaas hadden dan patiënten bij wie dit niet was gedaan. Een logische verklaring hiervoor is dat tumorcellen van de hoge urinewegen naar de blaas worden versleept (‘seeding’) door het inbrengen van chirurgische instrumenten tijdens de kijkoperatie. Verder bleek dat een preoperatieve blaasspoeling met chemotherapie het recidiefrisico niet verlaagde bij patiënten bij wie een diagnostische kijkoperatie was uitgevoerd. Daarentegen resulteerde de behandeling wél in een meer dan 40% lager recidiefrisico bij patiënten die geen kijkoperatie hadden ondergaan en bij wie dus na radiologisch en cytologisch onderzoek direct werd overgaan tot radiale chirurgie. Tot slot toonde het onderzoek dat de compliance hoog was (96%) en dat een preoperatieve blaasspoeling met chemotherapie veilig was.”

“Urologen moeten voortaan beter afwegen of een kijkoperatie écht nodig is”

Vertaling naar de praktijk

Van Doeveren hoopt dat de resultaten van de REBACARE-trial ertoe leiden dat de preoperatieve blaasspoeling met chemotherapie in landelijke en internationale richtlijnen wordt opgenomen als optie voor patiënten bij wie geen diagnostische kijkoperatie is uitgevoerd. “Het zou voor deze patiënten namelijk erg prettig zijn als beide interventies – blaasspoeling en operatie – na elkaar op dezelfde dag kunnen plaatsvinden. Los daarvan moeten urologen voortaan beter afwegen of een kijkoperatie écht nodig is om kanker van de hoge urinewegen te diagnosticeren. En als zij daartoe besluiten, dan is het wellicht zinvol om direct na deze ingreep de blaas te spoelen met chemotherapie in plaats van vlak voor de radicale operatie. In een aantal Nederlandse centra gebeurt dit al, en de effectiviteit hiervan wordt op dit moment onderzocht in de SINCERE-studie. Het ultieme doel is een gerandomiseerde studie waarin de post- en preoperatieve blaasspoeling met elkaar worden vergeleken. Dit zal dan een internationaal onderzoek moeten worden door het zeldzame karakter van de ziekte.”

Referentie: Van Doeveren T, Remmers S, Boevé ER, et al. Intravesical instillation of chemotherapy before radical surgery for upper urinary tract urothelial carcinoma: the REBACARE trial. Eur Urol. 21 januari 2025 (epub).

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?