Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Prevalentie treatable traits varieert enorm tussen astma en COPD
De prevalentie van treatable traits varieert enorm bij patiënten met astma, COPD of astma plus COPD. Dit laat een analyse van het NOVELTY-cohort zien op basis van data van meer dan 11.000 patiënten. Een aantal treatable traits blijkt daarbij nauw verbonden met astma of COPD, terwijl andere onafhankelijk van het diagnostische label voorkomen.
De prevalentie van treatable traits (TT’s) bij astma of COPD, hun associatie met de aandoening en met de ernst van de ziekte in een real-world setting is onduidelijk. Dit zou wel eens per TT kunnen verschillen. Onderzoekers wereldwijd onderzochten deze hypothese met behulp van het NOVELTY-cohort: een grote, drie jaar lopende, real-world, prospectieve, observationele studie. Zij includeerden wereldwijd meer dan 11.000 patiënten vanuit huisartsenpraktijken en gespecialiseerde centra. Daarvan hadden 5.932 (52,8%) patiënten te maken met astma, 3.898 (34,7%) met COPD en 1.396 (12,4%) met astma plus COPD.
Prevalentie van 50%
De onderzoekers keken naar 30 verschillende TT’s. Zij vonden dat de prevalentie van TT’s varieerde van bijna 50% (niet-reversibele luchtstroombeperking) tot minder dan 10% (obesitas en neus-/sinuspoliepen). Zij zagen verder geen grote geografische verschillen, maar de prevalentie van TT’s verschilde wel tussen huisartsenpraktijken en gespecialiseerde klinieken. Het gemiddelde aantal TT’s per patiënt was 5,1. 20 van de traits bleken significant geassocieerd met ziekte-ernst, de overige 10 niet.
Herkenbaar patroon
De onderzoekers vonden verder dat zowel de aanwezigheid als afwezigheid van TT’s een patroon vormden dat door clinici herkend kan worden om een diagnose te stellen en de ernst van de ziekte te beoordelen. Zo bleek astma significant geassocieerd met de aanwezigheid van 10 TT’s (waaronder allergische en niet-allergische rhinosinusitis, en neus-/sinuspoliepen) en de afwezigheid van 13 andere. COPD was geassocieerd met de aanwezigheid van 17 TT’s (zoals niet-reversibele luchtstroombeperking en emfyseem) en de afwezigheid van zes.
Conclusie
De onderzoekers concluderen dat de prevalentie van de 30 onderzochte TT’s varieert binnen het NOVELTY-cohort. Een aantal traits blijkt daarbij nauw verbonden met de aandoening, terwijl andere onafhankelijk van het diagnostische label voorkomen
Referentie: Agustí A, Rapsomaniki E, Beasley R, et al. Treatable traits in the NOVELTY study. Respirology 2022;27(11):929-940.