Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Prof. dr. Asselbergs: ‘We gaan naar een ander soort geneeskunde toe’
Telebegeleiding, zorg op afstand, zelfmanagement-apps: cardioloog prof. dr. Folkert Asselbergs van het UMC Utrecht is enthousiast over technologische ontwikkelingen in de zorg. Desondanks plaatst hij ook de nodige kanttekeningen.
Zorg op afstand wekte de persoonlijke interesse van cardioloog prof. dr. Folkert Asselbergs tijdens zijn loopbaan in Utrecht. “Ik zie patiënten vrij nemen om vervolgens in de file te staan naar het UMC Utrecht, om bij mij in een half uur klaar te zijn. Met een hogere bloeddruk dan normaal, omdat ze nerveus van de dokter worden. Dat is toch zinloos?”, zegt hij. “Binnen de cardiologie en ook andere specialismen kan, als de patiënt stabiel is, veel op afstand. De technologische ontwikkelingen gaan snel; we gaan naar een andere soort geneeskunde toe.”
Zelfmanagement
Asselbergs werkt deels in Londen, en vliegt dan ook vaak op en neer. “Als je kijkt naar mijn vliegtuig-app en naar hoe het vroeger ging: nu check ik zelf in, ik boek mijn eigen stoel. Ik voel me empowered en de vliegtuigmaatschappij kan zo de kosten reduceren. Ook in de zorg kun je met innovaties die win-win-situatie creëren. Ik ben een groot voorstander van zelfmanagement: dat geeft de patiënt een gevoel van controle en verantwoordelijkheid over zijn ziekte, zonder dat je ze als arts volledig loslaat. Waarom zou je als arts bijvoorbeeld niet kunnen Skypen met een patiënt met wie het goed gaat?”, zegt hij. “Je moet natuurlijk wel goed kijken voor wie welke vorm van zorg op afstand al dan niet passend is.”
Niet overhypen
En dat is meteen waar de schoen wringt: de bewijslast is op dat gebied nog niet rond. “Ik geloof dat telebegeleiding een rol speelt in de zorg, en die zal verder toenemen. Maar: je moet het niet overhypen. Er zitten haken en ogen aan, het is ook niet one size fits all voor één bepaalde patiëntencategorie. Als een patiënt bijvoorbeeld net is ontslagen uit het ziekenhuis of veel klachten ervaart, dan heeft hij meer intensieve monitoring nodig. Als een patiënt stabiel is en eens per jaar op controle komt, dan hoeft hij echt niet dat hele jaar telebegeleiding te hebben. We moeten naar een flexibel systeem, met bijbehorende vergoedingen.”
Technologische ontwikkelingen
Die vergoedingen van zorg op afstand: dat is een andere kanttekening. Asselbergs: “Laat ik een patiënt naar huis gaan met telebegeleiding, dan komt hij terug in de eerste lijn. De vergoeding is nu nog gelinkt aan de zorgverlener, maar dat zou gekoppeld aan de patiënt moeten zijn. En: wie kan er allemaal bij de data die het monitoren oplevert? Het zou wenselijk zijn als de thuiszorg, de huisarts en de cardioloog die op hetzelfde platform kunnen inzien.”
Pilot in Utrecht
Het UMC Utrecht is momenteel bezig met een pilot om die mogelijkheden te verkennen. “Je moet eigenlijk drie jaar gewoon met elkaar ‘doen’, en dan kun je zien wat het oplevert en wie het wat kost. Als de ziekenhuiszorg goedkoper wordt door telebegeleiding, maar de eerste lijn vervolgens zwaarder wordt belast, heeft het weinig zin.”
Zijlijn
Het nog ontbreken van bewijs en beleid maakt dat niet alle zorgverleners binnen de geneeskunde staan te springen om de technologische ontwikkelingen waar Asselbergs enthousiast over is. “Maar we moeten daar met elkaar wel het voortouw in nemen, of in elk geval onze verantwoordelijkheid. Het is al gaande, de veranderingen zijn onomkeerbaar. Als je alleen al kijkt naar het aantal mensen dat bijvoorbeeld een Applewatch heeft: we gaan er echt naartoe dat mensen meer data over zichzelf beschikbaar willen hebben en dat zorg op afstand gebruikelijker wordt. Wij als zorgprofessionals kunnen zorgen dat deze ontwikkelingen binnen ons vak verantwoord gebeuren, ook op ethisch vlak. We zijn bovendien aan de maatschappij verplicht om kritisch te kijken naar de kosten, want het gaat om geld van ons allemaal. We kunnen niet aan de zijlijn blijven staan nu de ontwikkelingen razendsnel gaan.”