DOQ

Prof. dr. Heijerman: ‘Bij CF overgang tussen kinder- en volwassenzorg versoepelen door samenwerking’

Transitieprogramma’s voor de overgang van kinder- naar volwassenenzorg voor kinderen met een chronische ziekte, waaronder CF, worden vaak opgezet zonder te vragen wat deze kinderen en hun ouders graag willen, stelt longarts prof. dr. Harry Heijerman. Als hoogleraar longziekten in het UMC Utrecht verbaast hij zich hierover en hij pleit er in zijn recent uitgesproken oratie ‘Een leven lang de beste zorg’ voor dat de zorg voor deze patiëntgroep anders wordt georganiseerd.

De patiënten bij wie hij de meeste problemen op dit gebied ziet, zijn degenen met cystic fibrose (CF), een erfelijke en ongeneeslijke ziekte. In het verleden bereikten zij nauwelijks de volwassen leeftijd, maar dankzij de verbeterde medische zorg is de meerderheid van de patiënten inmiddels achttien-plus en is een aantal CF-patiënten zelfs inmiddels vijftigers.

(Foto Pixabay)

Ernstige gezondheidsproblemen

Dit goede nieuws komt niet zonder grote gezondheidsproblemen. CF-patiënten kampen doorgaans met chronische bijholteontsteking, neuspoliepen en onvoldoende aangelegde voorhoofdsholten. Vier-vijfde van hen heeft al bij de geboorte een afwijking van de pancreas. Die zorgt voor een stoornis in de vertering van vetten en eiwitten die vaak tot diabetes leidt. Ook kunnen ernstige darm- en leverproblemen ontstaan. De gezondheidsproblemen die de ziekte met zich meebrengt, hebben verstrekkende gevolgen voor het sociaal leven en de carrièrekansen van de patiënt.

Avondspreekuur

“Hoewel ik longarts ben, zie ik mezelf en mijn collega’s meer als CF-arts en huisarts voor deze patiënten”, zei Heijerman tijdens zijn oratie. Om de overgang van kinder- naar volwassenenzorg soepeler te laten verkopen, pleit hij voor een betere overgang op achttienjarige leeftijd door meer samenwerking tussen kinderartsen en artsen voor volwassenen. Met het bereiken van de achttienjarige leeftijd wordt de ziekte niet anders, stelt hij, dus zonder die samenwerking komt het erop neer dat de patiënt zich moet aanpassen aan zijn behandelaars in plaats van andersom. Het goede voorbeeld levert zijn ziekenhuis, het UMC Utrecht, samen met het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Samen met de kinderarts houdt hij sinds twee jaar een avondspreekuur, waardoor de overgang van kinderarts naar longarts op een veel natuurlijker manier verloopt. “Daar hoef je geen protocol voor te schrijven”, stelde Heijerman.

Meer e-health vanuit huis

Behalve goede samenwerking vindt Heijerman dat ook winst te boeken is door toepassing van e-health. Ziekenhuisbezoek kan voor een CF-patiënt erg belastend zijn, zeker als de afstand groot is. Dit terwijl veel patiënten tegenwoordig een baan en een gezinsleven hebben en dus het nodige moeten regelen voor zo’n bezoek. Als voorbeelden van wat op dit gebied beter kan, noemt hij thuis de longfunctie blazen en het lichaamsgewicht meten, via de smartphone de vitaliteit en activiteit meten, en een sputumkweek per post naar het ziekenhuis sturen. “Dit moeten we gewoon regelen”, vindt hij. Zijn voornemen is om per 2020 eens in de twee weken een e-health-spreekuur te doen, eventueel ’s avonds als dit de patiënt het best uitkomt. Hij realiseert zich dat dit vraagt om ict-ondersteuning en investering in de apparatuur die patiënten thuis moeten gebruiken om deze vorm van zorg mogelijk te maken. Maar hij stelt: “Ik kan mij niet voorstellen dat dit niet oplosbaar is.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?