DOQ

Prof. dr. Kops: ‘Sneller ontwikkeltraject naar nieuwe oncologische geneesmiddelen door samenwerking Oncode instituut met farmacie’

Artsen en patiënten ‘in de oncologie’ staan er vaak om te springen dat potentieel veelbelovende medicatie uit fundamenteel onderzoek zo snel mogelijk beschikbaar komt. En dat is precies wat het Oncode instituut beoogt. Zij zet zich in om het ontwikkeltraject naar nieuwe oncologische geneesmiddelen te verkorten en medicatie betaalbaarder te maken. Met haar eigen valorisatieteam werkt ze er aan om zo snel mogelijk klinische toepassingen van ‘proof of concepts’ voor elkaar te krijgen.

Het Oncode instituut stelt het ontwikkeltraject naar een nieuw geneesmiddel “al snel met anderhalf jaar” te kunnen verkorten. Geen loze woorden, volgens prof. dr. Geert Kops, professor molecular tumor cell biology en tevens wetenschappelijk directeur van Oncode. “De versnelling die we kunnen bewerkstelligen, zit vooral in de aanwezigheid van een valorisatieteam dat nauwe contacten onderhoudt met de onderzoekers in het oncologische veld. Fundamentele onderzoekers die hun bevindingen in een wetenschappelijk tijdschrift hebben gepubliceerd, geven vaak geen vervolg hieraan, en dus is het wachten of een partij dat oppikt. Dat levert vertraging op. Ons valorisatieteam houdt die ontwikkelingen nauwgezet in de gaten en speelt er direct op in. We gaan in een vroeg stadium aan tafel met zo iemand om de route van het ontwikkeltraject uit te stippelen. Verder beschikken we over een fonds van 12,5 miljoen euro voor vijf jaar voor dedicated clinical proof of concept-studies. Het is doorgaans moeilijk om daarvoor financiering te krijgen, maar wij doen dit juist wel, om op deze wijze zo snel mogelijk een klinische toepassing van zo’n proof of concept tot stand te brengen.”

Fotograaf: Thijs Rooimans

Tijdwinst in samenwerking

De komst van Oncode zorgt voor tijdswinst waar het aankomt op samenwerkingen met de industrie, stelt Kops. “Bedrijven moeten vaak met elke onderzoeker en universiteit samenwerkingscontracten afspreken en dat zijn ingewikkelde en dus tijdrovende juridische constructies”, zegt hij. “Oncode vormt één loket met één set van afspraken. Dat maakt de samenwerking heel efficiënt. Bovendien is de farmaceutische industrie omzet-gedreven. Wij zijn er enkel op gericht om impact te genereren voor patiënten, ook met ontwikkelingen die niet interessant zijn voor de farmaceutische industrie.”

Farmacie hard nodig

Volgens Kops is in de media ten onrechte het beeld ontstaan als zou Oncode anti-farmacie zijn. “Dat is beslist niet het geval”, zegt hij. “Ik denk dat we een beetje meegezogen zijn in de inmiddels felle discussie over dure geneesmiddelen, maar wij willen ons verre houden van die discussie. De farmaceutische industrie is juist een belangrijke partner voor Oncode. We zijn momenteel met twintig bedrijven, ook een paar heel grote, in gesprek of zelfs al projectontwikkeling aan het voorbereiden. De kosten voor het daadwerkelijk ontwikkelen van geneesmiddelen – voor patiëntonderzoeken, markttoelatingsprocedure, productie en verkoop – kunnen wij zelf helemaal niet dragen. Daarvoor hebben we die bedrijven dus echt nodig en die hebben ook positief gereageerd op ons initiatief. Ze zien grote meerwaarde van een instituut dat zich puur richt op fundamenteel onderzoek.”

Samen investeren en risico’s delen

Met het verkorten van de ontwikkelduur van nieuwe geneesmiddelen hoopt Oncode ook een bijdrage te leveren aan de betaalbaarheid van geneesmiddelen. “We zetten sterk in op biomarker onderzoek en personalized medicine, om tot een zo efficiënt mogelijke toepassing van geneesmiddelen te komen”, zegt Kops. “Ook doen we onderzoek om repurposing van geneesmiddelen mogelijk te maken: een bestaand geneesmiddel inzetten voor meerdere indicaties biedt ook een kostenreductie. In de ontwikkeltrajecten gaan we bovendien het Fair Medicines-principe toepassen, wat betekent dat onderzoekers, farmaceutische industrie en zorgverzekeraars samen investeren en zo de risico’s delen.”

Meerwaarde oncologische patiënten

Kops is ervan overtuigd dat de sterke focus van Oncode op de vertaling van het begrijpen van kanker op cellulair niveau naar de ontwikkeling van klinisch toepasbare oplossingen een grote impact zal krijgen op de oncologische patiëntenzorg. “We verwachten ook meerwaarde te kunnen bieden aan patiënten voor wie geneesmiddelen nu niet het gewenste effect hebben”, zegt hij. “De ontwikkelingen gaan snel. We hebben inmiddels al de eerste proof of concept-studies gefinancierd. En we hebben al de eerste startup gelanceerd: een spin-off van het Hubrecht laboratorium onder de naam Single Cell Discoveries.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Tussen de spreekkamer en het schetsboek: arts met beeld als tweede taal

Aios dermatologie Loes Vos maakt naast haar werk medische illustraties. Voor collega’s, patiënten én landelijke campagnes vertaalt ze complexe informatie naar helder beeld. “Ik teken bijna bij elk consult wel iets uit.”

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”