DOQ

Prof. dr. Kruijff en prof. dr. De Vries: ‘Chirurgische patiënten vóór de operatie vaccineren tegen COVID-19’

Wat te doen als een patiënt een chirurgische ingreep moet ondergaan, maar een positieve COVID-19-testuitslag heeft? Dan verdient het de voorkeur de operatie in elk geval zeven weken uit te stellen, want het overlijdensrisico als gevolg van chirurgie is ruim 2,5 keer zo groot als bij iemand met een negatief testresultaat. Dat is gebleken uit een wereldwijde studie. Maar is de aanbeveling haalbaar in de zorgpraktijk? Een interview met twee betrokken chirurgen uit het UMCG.

Het is een understatement om te zeggen dat de komst van COVID-19 de gezondheidszorg voor een groot aantal nieuwe vraagstukken heeft geplaatst in het voorjaar van 2020. Neem de chirurgie. Binnen dat specialisme wilde men bijvoorbeeld weten wat de gevolgen van een operatie kunnen zijn voor mensen met het coronaziektebeeld. De researchunit Global Surgery van de University of Birmingham, zeer ervaren met het organiseren van internationale studies, pakte de handschoen op. De groep gaf de aanzet tot het COVID Research Collaborative: een gezelschap van inmiddels bijna 1700 ziekenhuizen wereldwijd die data bundelen om deze antwoorden te kunnen genereren. Uit een analyse van de in de deelnemende centra geopereerde patiënten kwam vorig jaar naar voren dat de mortaliteit van degenen mét COVID-19 vier keer zo hoog was als bij patiënten zonder het virus.

Oncologisch chirurg prof. dr. Schelto Kruijff

Wel of niet besmet

“Tijdens die eerste golf wisten chirurgen eigenlijk nog helemaal niet wat de consequenties waren van het COVID-19 virus op de uitkomsten van chirurgie. Het was daarnaast onbekend of iemand wel of geen COVID-19-besmetting had”, zegt prof. dr. Schelto Kruijff. Hij is oncologisch chirurg in het UMCG, het medisch centrum dat de activiteiten van het COVID Research Collaborative coördineert in ons land. Zestien andere Nederlandse ziekenhuizen doen ook mee.

“Mensen die chirurgie ondergaan moeten geïntubeerd worden, waarbij longen die beschadigd zijn door COVID beademd moeten worden”

oncologisch chirurg prof. dr. Schelto Kruijff

Geïntubeerd

Kruijff vervolgt: “Nadat de eerste onderzoeksvraag was beantwoord, rees automatisch de tweede. Nu we wisten dat een operatie meer risico’s oplevert voor iemand met het coronaziektebeeld, wilden we weten op welk moment deze risico’s zijn verdwenen en mensen wél weer veilig kunnen worden geopereerd na hun COVID-19-besmetting. We hadden inmiddels gezien op onder meer CT-scans van de longen dat de ziekte een enorme schade kan aanrichten. En mensen die chirurgie ondergaan, moeten geïntubeerd worden, waarbij deze beschadigde longen moeten worden beademd.”

Daarop volgde de CovidSurg Week. 1677 ziekenhuizen verzamelden de data van in totaal ruim 142.000 patiënten wereldwijd die een chirurgische ingreep ondergingen in een en dezelfde week in oktober 2020. Kruijff: “Net als onder de algemene bevolking bevonden zich onder deze populatie mensen met een COVID-19-besmetting die geen COVID-19-gerelateerde complicaties hadden, althans op het moment van opereren. Later is wel vastgesteld dat ze het virus hadden.”

Hogere mortaliteit

De uitkomsten van deze groep zijn vergeleken met die van de ruim 137.500 chirurgische patiënten zónder COVID-19-infectie. Het resultaat: binnen de groep met besmetting waren dertig dagen na de operatie meer patiënten overleden. Concreet: onder degenen die nul tot twee weken na de besmetting werden geopereerd was dertig dagen later vier procent overleden, bij besmetting na drie tot vier weken was dat eveneens vier procent en bij besmetting na vijf tot zes weken 3,6 procent. In de patiëntengroep die zeven weken na besmetting chirurgie onderging, was de mortaliteit na dertig dagen 1,5 procent. Dat is even hoog als in de groep mensen zonder besmetting.

Nuancering

Hieruit vloeit de aanbeveling voort dat, als het mogelijk is, de operatie van patiënten met een positieve COVID-19-testuitslag zeven weken wordt uitgesteld. “Hierbij past een nuancering”, zegt prof. dr. Jean-Paul de Vries, vaatchirurg en afdelingshoofd chirurgie in het UMCG. “Er zijn patiënten die zeven weken na de besmetting nog altijd klachten hebben en daarmee een hoger overlijdensrisico na een operatie. Bij hen zou je idealiter de operatie nog langer dan zeven weken uitstellen.”

“Wij zijn een universitair medisch centrum, dus wij voeren rond de negentig procent van de operaties uit die binnen zes weken moeten plaatsvinden”

vaatchirurg prof. dr. Jean-Paul de Vries
Vaatchirurg prof. dr. Jean-Paul de Vries

Noodzakelijke zorg

De vraag is natuurlijk: is het altijd mogelijk een operatie uit te stellen in de praktijk? “Dat is afhankelijk van de zorg die je levert en in welk ziekenhuis je werkt”, zegt De Vries. “Neem de afdeling chirurgie van het UMCG. Onze zorg is onderverdeeld in acute zorg, zorg die noodzakelijk is binnen een à twee weken, zorg die moet worden geleverd binnen zes weken en zorg die kan worden uitgesteld tot over zeven weken of nog iets later. Wij zijn een universitair medisch centrum, dus wij voeren rond de negentig procent van de operaties uit die binnen zes weken moeten plaatsvinden. In een nabijgelegen centrum, het Ommelander Ziekenhuis Groningen, is de situatie weer anders. Daar kunnen waarschijnlijk meer ingrepen worden uitgesteld zonder dat dit de patiënt blijvende schade brengt.”

“Een rekenmodel leerde dat minder mensen zouden zijn overleden na een operatie als zij vooraf gevaccineerd zouden zijn geweest”

oncologisch chirurg prof. dr. Schelto Kruijff

Vooraf vaccineren

Een andere analyse van het COVID Research Collaborative heeft een belangrijke suggestie voor de zorgpraktijk opgeleverd. De Vries: “Het idee is dat je mensen vaccineert als hun operatie niet met zeven weken kan worden uitgesteld. Dan gaan ze normaal gesproken zonder COVID-19-besmetting onder het mes en kunnen ze toch tijdig worden geopereerd.” Kruijff: “Het vaccinatie-advies is tot stand gekomen op basis van dezelfde onderzoeksdata van de ruim 142.000 patiënten. Een rekenmodel leerde dat minder mensen zouden zijn overleden na een operatie als zij vooraf gevaccineerd zouden zijn geweest.” De Vries: “Dit is vanzelfsprekend alleen mogelijk bij geplande zorg. Bij acute zorg is het onmogelijk.”

“Zodra wij acute zorg moeten leveren, is het niet haalbaar te wachten tot bekend is of de patiënt positief heeft getest op COVID-19. Wij behandelen dus potentieel geïnfecteerde mensen”

vaatchirurg prof. dr. Jean-Paul de Vries

Vaccineren van chirurgen

De Vries en Kruijff pleiten ook zeer sterk voor het vaccineren van chirurgen. De Vries: “Daarmee zou je direct investeren in de patiëntenzorg en onnodig uitstel van zorg kunnen voorkomen. Een collega-chirurg is vijf tot zes weken uit de roulatie geweest vanwege corona. Dat was niet alleen vervelend voor hem, maar betekende ook dat collega-chirurgen uit voorzorg tijdelijk niet inzetbaar waren en de schaarse capaciteit alleen nog maar meer in gevaar werd gebracht. Zodra wij acute zorg moeten leveren, is het niet haalbaar te wachten totdat bekend is of de patiënt positief heeft getest op COVID-19. Wij behandelen dus potentieel geïnfecteerde mensen.”

Kruijff: “Vergeet ook niet dat chirurgie teamwork is. Wij kunnen ons werk op de OK niet uitvoeren op anderhalve meter afstand van elkaar. Soms sta je twaalf uur lang zeer dicht naast elkaar. Dat er tot nu toe niet meer besmettingen hebben plaatsgevonden in de OK, is vermoedelijk te danken aan onze mondmaskers en het ventilatiesysteem.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Minder administratie, beter contact

AI kan artsen ondersteunen door administratieve lasten te verlichten, ziet Juliën Rezek. Transcriptietools maken automatisch verslagen, waardoor artsen meer tijd hebben voor patiënten. “Hierdoor kunnen artsen dieper ingaan op klachten, wat resulteert in betere zorg.”

‘Laten we allemaal één stapje in elkaars domein zetten’

Zorgverleners hebben nog onvoldoende oog voor het verband tussen mentale klachten, hormonale klachten en hart- en vaatziekten bij vrouwen, aldus Sandra Kooij. Meer samenwerking tussen verschillende disciplines is nodig. “Kijk bij elkaar mee. Geef elkaar advies.”

Casus: oudere patiënte met reukproblemen

Op het spreekuur komt een 70-jarige vrouw in verband met problemen met ruiken. De problemen zijn enkele jaren eerder gestart. Initieel met minder goed ruiken (hyposmie), sinds een half jaar worden geuren steeds vaker als vies ervaren (kakosmie). Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten in de bovenbuik

Een man heeft in toenemende mate klachten van pijn in de bovenbuik. De pijn is zeurend en soms stekend en zit middenin de buik. Wat is uw diagnose?

Van tropenarts naar huisarts op Texel

Josine Blanksma werkte jarenlang als tropenarts voor Artsen zonder Grenzen en is een paar jaar geleden een nieuw avontuur aangegaan: ze werkt nu als huisarts op Texel. “Mijn nieuwe carrièrepad is heus niet minder uitdagend te noemen.”

‘Ik kan niet wachten op de eerste geprinte lasagne’

Ineke Obbema werkt met 3D-geprinte maaltijden voor mensen met slikproblemen bij het Máxima MC. De herkenbare vormen en verbeterde smaak bieden een opvallend alternatief voor traditionele gemalen voeding. “Je kunt meteen proeven dat er een chef-kok achter zit.”

Klimaatimpact onderzoeken voor een heel zorgpad

Lisanne Kouwenberg doet onderzoek naar de milieu-impact van zorgpaden. Dat kan aangrijpingspunten opleveren voor het verlagen van de klimaatimpact. “De meeste studies kijken naar één behandeling. Maar daar zit een heel traject omheen dat er ook aan bijdraagt.”

Help patiënten te stoppen met roken: ‘Minder zenden en meer interacteren’

Marieke Helmus combineert kunst en innovatie om het gesprek over stoppen met roken te starten. Met tools zoals een ‘Chat met je sigaret’-chatbot en humoristische ansichtkaarten helpt ze moeilijk bereikbare groepen om na te denken over hun rookgedrag.

Is er een dokter aan boord?

Wat doe je als er in een vliegtuig om een arts wordt gevraagd? Huisarts en luchtvaartgeneeskundige Peter Nijhof legt uit hoe medische noodgevallen in de lucht worden aangepakt, van de rol van artsen en cabinepersoneel tot het gebruik van medische kits en noodlandingen.

‘Stress verdient centrale plek in het consult’

Chronische stress, vaak gekoppeld aan sociale problemen, kan gezondheidsklachten veroorzaken. Feia Hemke pleit voor meer aandacht hiervoor in de spreekkamer en ontwikkelde tools om dit bespreekbaar te maken. “Hierdoor voorkom je onnodige medicalisering.”