DOQ

Prof. dr. Terwindt: ‘Vrouwspecifieke neurologie begint al bij de huisarts’

Neuroloog-bioloog prof. dr. Gisela Terwindt werd per 1 oktober benoemd tot hoogleraar Neurologie bij het LUMC en gaat zich specialiseren in paroxysmale hersenaandoeningen, in het bijzonder hoofdpijn. Ze is van mening dat dit onderwerp meer aandacht in de zorg verdient, in combinatie met aandacht voor de vrouw bij neurologische aandoeningen. “Het moet tot ons doordringen dat voor vrouwen andere risicofactoren gelden dan mannen. Dat geldt met name voor migraine.”

Prof. dr. Gisela Terwindt begon haar academische carrière met een studie Biologie, waarin ze geïnteresseerd raakte in de neurogenetica en translationeel onderzoek. Ze specialiseerde zich in de genetica achter migraine. Daar blijken raakvlakken te bestaan met depressie. “De laatste jaren zijn we ons steeds meer gaan richten op de reden waarom iemand migraineaanvallen krijgt”, vertelt ze. “Vaak is er comorbiditeit met depressie. Die combinatie geeft een groter risico op chronificatie. Daarom moet de behandeling van migraine zich ook meer richten op die comorbiditeit.”

Neuroloog-bioloog prof. dr. Gisela Terwindt (Foto: eugenijusb.com)

Migraine en depressie

Maar dat behandelen van migraine én depressie is in de praktijk lastig uitvoerbaar, zegt ze. “Bij zorgverzekeraars is er vaak onduidelijkheid over de DBC waar deze zorg onder valt. Zorg naar aanleiding van de depressieklachten, zoals gesprekken met een psycholoog, wordt daardoor niet vergoed onder de DBC hoofdpijn.” Terwindt denkt na over het gebruik van moderne tools om deze werkwijze te stroomlijnen en te veranderen. “Psychologische begeleiding op afstand speelt daarin een grote rol. We vergeten bij patiënten met migraine soms dat je ze medicatie kunt voorschrijven, maar dat je ze ook moet begeleiden in het omgaan met hun aandoening. Het is belangrijk de impact daarvan te onderkennen.”

“Je komt snel in een vicieuze cirkel: als je een migraineaanval hebt neem je een geneesmiddel, dat hoofdpijn als bijwerking kan hebben”

Overgebruik

Daarom wil Terwindt naast comorbiditeit ook de aandacht vestigen op medicatiegebruik bij migraine. Overgebruik-hoofdpijn is een veelvoorkomend probleem bij mensen met migraine. “Er zijn allerlei behandelingen voor chronische migraine, maar die worden te vaak ingezet. Je komt snel in een vicieuze cirkel: als je een migraineaanval hebt neem je een geneesmiddel, dat hoofdpijn als bijwerking kan hebben. Daarom neem je er snel meer van als de migraine terugkomt.”

“Patiënten moeten een periode door de hoofdpijn heen bijten. Dat is erg moeilijk, en veel artsen zijn hier daarom erg terughoudend in”

Afkicken

Maar het laten afkicken van hoofdpijnmedicatie heeft de nodige voeten in de aarde, vooral bij comorbiditeit met depressie. “Deze mensen moeten we cold turkey laten stoppen”, vertelt Terwindt. “Patiënten moeten een periode door de hoofdpijn heen bijten. Dat is erg moeilijk, en veel artsen zijn hier daarom erg terughoudend in.” Maar hoewel het onderwerp lastig bespreken blijft onder collega’s, is deze aanpak volgens Terwindt het beste voor de patiënt. “Na drie maanden, onder begeleiding van een speciale hoofdpijnverpleegkundige, zijn de meeste mensen opgeknapt. Ik denk dat die nuchtere aanpak werkt.”

Vrouwspecifiek

Terwindt wil zich de komende jaren richten op risicofactoren bij migraine en stroke bij vrouwen. Want hoewel zij op dit gebied niet per se ondervertegenwoordigd zijn, kijken onderzoekers niet naar de verschillen tussen de geslachten. “Migraine komt drie keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, maar het is nooit goed uitgezocht waarom dat zo is”, zegt ze. “Je ziet bij al deze studies dat bij vrouwen de aanvallen meer terugkomen en geneesmiddelen minder effectief zijn dan bij mannen. Wij denken dat dat te maken heeft met hormonen: we zien dat migraine rond de menstruatie vaker voorkomt, en dat zwangere vrouwen er minder last van hebben. Ook ontspoort de hoofdpijn bij veel mensen in de menopauze.”

Risicofactoren

De nieuwe hoogleraar en haar collega’s willen daarom hoofdpijn en het risico op stroke bij vrouwen onderzoeken in een studie die is gesubsidieerd door ZonMw en de Hersenstichting. “Migraine is een van de vrouwspecifieke risicofactoren voor herseninfarcten”, zegt Terwindt. “Wij hebben een consortium opgezet om daar onderzoek naar te doen, met als doel risicofactoren bij vrouwen te vinden die we kunnen gebruiken voor preventieve maatregelen. We streven naar een vrouwspecifieke risicoscore. Het moet doordringen tot de wereld dat voor vrouwen andere risico’s gelden op strokes dan mannen. Migraine is daar een belangrijke van.”

“Bij niet-bewezen effectiviteit moeten we beter nadenken over een beter medicijn dan de pil. Het is geen snoepje”

Rol van de huisarts

Vrouwspecifieke neurologie begint al bij de huisarts, stelt ze. “Velen denken onvoldoende door als ze een jonge moeder zien met migraine tijdens hun spreekuur. Die schrijven ze vaak onterecht de anticonceptiepil voor om de hormonen onder controle te krijgen. Maar dat is niet gunstig en kan zelfs een averechts effect hebben. Er zijn bijwerkingen en risico’s op stroke, waar we nu pas weet van hebben.” Terwindt en haar collega’s willen daarom eerst aantonen of het middel niet erger is dan de kwaal. “Bij niet-bewezen effectiviteit moeten we beter nadenken over een beter medicijn dan de pil. Het is geen snoepje.”


Voor meer informatie, zie www.lumc.nl/hoofdpijn

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”

‘Impliciete sturing kan samen beslissen verstoren’

Het proces van samen beslissen kan worden verstoord door onbewuste aansturing op een bepaalde behandeling, aldus Anneleen Timmer en Suzanne Festen. “Misschien gaan veel behandelaars er onbewust vanuit dat de patiënt alles op alles wil zetten om de ziekte te bestrijden.”