DOQ

Kinderreumatoloog dr. Swart: ‘Sneller biologicals inzetten bij jeugdreuma’

De huidige werkwijze voor de behandeling van jeugdreuma schiet tekort, stelt kinderreumatoloog-immunoloog Joost Swart van het UMC Utrecht in zijn promotieonderzoek. De fasering in medicatie duurt in de praktijk te lang voor kinderen en jongeren. Ze lopen hierdoor groter risico op bijwerkingen en hebben doorgaans meer pijn dan nodig is. Dit is op te lossen met de recent ontwikkelde ’treat-to-target’ behandeling, waarbij arts én patiënt specifieke doelen stellen binnen vastgestelde termijnen. Daarmee is het mogelijk om veel sneller de jonge patiënten op te sporen die een intensievere behandeling nodig hebben.

 

 

Te veel bijwerkingen bij jeugdreuma

Kinderreumatoloog-immunoloog Joost Swart van het UMC Utrecht beschrijft in zijn proefschriftTailoring Treatment in Juvenile Idiopathic Arthritis’de resultaten van zowel epidemiologisch, preklinisch als klinisch onderzoek gericht op de verbetering van de behandeling van jeugdreuma. In de huidige werkwijze (de American College of Rheumatology-richtlijnen voor behandeling van Jeugdreuma die in 2011 wereldwijd zijn geaccepteerd) volgt íedere patiënt dezelfde fasering in medicatie waarbij methotrexaat (MTX) de ruggengraat van de behandeling vormt. In de praktijk blijkt dat deze werkwijze vaak te lang duurt, patiënten te lang blootstelt aan bijwerkingen, dat er te weinig regie is en patiënten meer pijn dan nodig ervaren voordat de juiste medicatie is gevonden. Met als gevolg dat de lichamelijke en mentale toestand van de jonge patiënten sterk achteruit kan gaan. Deze achteruitgang kan zo erg oplopen dat er zelfs sprake is van invaliditeit.

Biologicals in standaardbehandeling

Swart beschrijft in zijn proefschrift de huidige beweegredenen om kostbare biologicals al dan niet toe te voegen aan de behandeling van jeugdreuma. Uit het proefschrift blijkt dat zowel MTX als biologicals het infectierisico verhogen, maar dat met name prednison het risico op infectie 10-voudig verhoogt, zodat dit middel bij voorkeur vermeden moet worden. Hij toont aan dat het gebruik van de ziekteactiviteits-score (cJADAS-score) gebruikersvriendelijker is en goed werkt voor het opsporen van patiënten die biologicals voor hun behandeling nodig hebben. De cJADAS is een gecombineerde ziekteactiviteits-score, die bestaat uit de ziekte-ernst score (vastgesteld door de arts), de welzijns-score (vastgesteld door de patiënt) én het aantal ontstoken gewrichten. Swart toont aan dat dit instrument nu al geschikt is voor de behandeling op maat in jeugdreuma (treat-to-target), waarbij specifieke doelen worden gesteld door arts én patiënt binnen vastgestelde termijnen.

Bron: UMCU

 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Zorg dat de digitale weg niet de enige ingang naar de maatschap­pij wordt’

Steeds vaker gaat zorg via de digitale weg. Nicole Goedhart onderzoekt de toegankelijkheid van de (online) samenleving en geeft tips hoe de zorgverlener de zorg toegankelijk voor iedereen houdt. “Een afstand tot de online wereld kan gezondheidsverschillen vergroten.”

Protocol brengt veelbelovende ‘orphan drugs’ sneller bij patiënt

Behandelaren en zorgverzekeraars slaan de handen ineen om geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten sneller beschikbaar te krijgen, vertelt Niels Reijnhout. “Met het ODAP krijgen patiënten zo snel mogelijk na goedkeuring door het EMA al toegang tot het middel.”

Reanimatie bespreken? Alleen als het past

Artsen vragen op de spoedeisende hulp vaak routinematig naar reanimatievoorkeuren, maar volgens Yvo Smulders is het tijd om deze standaardpraktijk eens kritisch te bekijken. “Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat je die vraag zomaar stelt bij een routine-opname.”

Casus: man met klachten na penisvergroting

Een 38-jarige patiënt is net een week terug uit Turkije, waar hij in een kliniek een penisvergroting heeft ondergaan. Hij kan u niet precies vertellen wat er gebeurd is en klaagt vooral over pijn, roodheid en zwelling van de penis. Wat is uw diagnose?

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”