Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Promoveren met z’n tweeën: artsenstel onderzocht spierklachten door medicijnen
Lando Janssen, arts in opleiding tot internist in de hematologie, en huisarts Eline Allard zijn een stel én promoveerden samen – allebei cum laude – op 19 november 2024 aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Dat deden ze bij dezelfde promotor, hij op bijwerkingen van tyrosinekinaseremmers, zij op bijwerkingen van statines. De gemene deler van hun onderzoeksuitkomsten: beweging helpt mogelijk om spierklachten bij deze geneesmiddelen tegen te gaan.
In 2012 kruisten hun wegen elkaar bij een onderzoeksstage in het kader van de Honours Academy. Vanaf 2017 – toen al een stel – waren ze een tijdlang collega’s op de afdeling Fysiologie van het Radboudumc. Dat kwam doordat Allard en Janssen samen meededen aan de interne competitie voor het beste voorstel voor een promotietraject. Allard won, maar hoogleraar Integratieve Fysiologie Maria Hopman vond het onderzoeksvoorstel van Janssen dermate interessant dat ook hij een promotieplek aangeboden kreeg. Zo kwamen ze op dezelfde afdeling te werken en kregen ze Hopman als promotor. Regelmatig deden ze samen onderzoek en werkten ze mee aan de dezelfde wetenschappelijke publicaties. “Soms konden we elkaar zelfs overnemen”, zegt Allard. “Onze onderzoeken overlapten op veel punten”, voegt Janssen toe. “We keken allebei naar spierklachten als bijwerking van medicatie.”

“Mitochondriële disfunctie was sterker bij statinegebruikers met spierklachten dan zonder spierklachten”
Huisarts Eline Allard
Statines
Allard deed onderzoek naar spierklachten bij statines, bekende medicatie om het cholesterol te verlagen. “Spierklachten zijn een van de meest voorkomende bijwerkingen van statines. De aanleiding voor mijn onderzoek was dat er eigenlijk nog veel onduidelijk was over spierklachten bij deze medicatie. Zo zijn patiënten vaak bang om te sporten vanuit de gedachte dat hun spierklachten dan nog erger worden. Ik heb gekeken naar de achterliggende fysiologische mechanismen bij het ontstaan van spierklachten door statines. Deze cholesterolremmers blijken het aantal en de functie van mitochondriën te verminderen; ze verstoren de elektronentransportketen. Deze mitochondriële disfunctie was sterker bij statinegebruikers met spierklachten dan zonder spierklachten. Door spierklachten zijn patiënten minder geneigd om te sporten en te bewegen, maar in mijn onderzoek ontdekte ik ook dat matige-intensieve training zowel bij statinegebruikers met als zonder klachten de mitochondriale functie van spiercellen liet verbeteren. Ook zagen we dat de spierfunctie verbeterde. Door sporten namen de spierklachten die statinegebruikers hadden niet toe en was er ook geen extra spierschade. Statinegebruik bij sporten en bewegen is dus veilig. En dat is gunstig, want sporten heeft een positief effect op hart- en vaatziekten, waarbij statines vaak worden ingezet.”

“Ik ontdekte dat TKI’s de glycolyse in spieren kunnen remmen”
Arts in opleiding tot internist in de hematologie Lando Janssen
Tyrosinekinaseremmers
Janssen keek ook naar de fysiologie van spierklachten, maar dan bij tyrosinekinaseremmers (TKI’s), een groep geneesmiddelen die onder meer in de hematologie wordt gebruikt bij chronische myeloïde leukemie (CML). “Vanuit mijn interesse voor hematologie én fysiologie wilde ik iets onderzoeken dat deze beide vakgebieden samenbracht. Dat bleek te kunnen, want veel patiënten die TKI’s gebruiken, blijken spierklachten te ervaren. Ik ontdekte dat TKI’s de glycolyse in spieren kunnen remmen en dat ze het spiercelmetabolisme laten verschuiven naar de oxidatieve kant. In welke mate patiënten vatbaar zijn voor dit effect van TKI’s verschilt per persoon en hangt mogelijk samen de mate van spierklachten. Verder ontdekte ik dat bij de TKI nilotinib de insulineresistentie van spiercellen toeneemt. Dat kan een verklaring zijn voor de problemen met de glucosehuishouding die TKI-gebruikers vaak ervaren. Ook vermoeidheid – een andere bijwerking van TKI’s – kan samenhangen met een veranderd spiercelmetabolisme. Mogelijk kan beweging helpen de spierfunctie te verbeteren van patiënten met CML die TKI’s gebruiken.”
“We hebben alle spierbiopten van patiënten samen afgenomen”
Overlap
Zowel Allard als Janssen concluderen dus dat beweging mogelijk helpt tegen spierklachten door medicatie. Allard: “Alle beetjes beweging dragen bij aan de gezondheid. Daarvoor is geen hoog-intensieve lichaamsinspanning nodig.” Verder zat er ook veel overlap in hun onderzoeken, vertelt Janssen. “Behalve dat we allebei spierklachten onderzochten deden we ook fysiologisch onderzoek in het onderzoekscentrum. Daarbij konden we elkaar prima helpen. Zo hebben we alle spierbiopten van patiënten samen afgenomen. We konden data uit elkaars onderzoeken gebruiken voor de onderbouwing van ons eigen onderzoek.” Allard: “Kon een proefpersoon niet op het tijdstip dat Lando uitkwam, dan nam ik die proefpersoon over.”
Paranimfen
Samen promoveren heeft zo zijn charmes, het was bijzonder, stelt Janssen tot slot. “We waren elkaars paranimfen bij de promotieplechtigheden die achter elkaar plaatsvonden. We zaten zo goed in elkaars onderwerp dat we elkaars verdediging hadden kunnen overnemen, bij wijze van spreken. Tijdens elkaars verdediging zaten we ook in gedachten voor elkaar het antwoord te bedenken op elke nieuwe vraag. Een uitdaging bij de gezamenlijke promotie was om de agenda’s van alle betrokken hoogleraren op elkaar af te stemmen. Samen promoveren heeft ook een praktisch voordeel: we konden alle familie en vrienden in één keer uitnodigen. Kortom: samen promoveren is zeker aan te bevelen”, besluit Janssen lachend.