DOQ

‘Prostaat­consult’ vermindert over­diagnos­tiek prostaat­kanker

Een laagdrempelig prostaatconsult, met een bijbehorende inschatting voor het risico op prostaatkanker, kan het aantal verwijzingen naar de tweede lijn met meer dan tweederde verminderen. Dat zorgt voor lagere zorgkosten, schrijven Rotterdamse onderzoekers in BJU International.

Mannen die ongerust zijn over hun risico op prostaatkanker kunnen via de huisarts een bepaling aanvragen van het PSA in het bloed. Maar omdat zo’n bepaling vaak niet is geïndiceerd en niet in de NHG-richtlijnen staat, is daar een doorverwijzing voor nodig. Er is daardoor sprake van overmatig testen, dat leidt tot hoge zorgkosten en een hoge workload in ziekenhuizen.

“Implementatie van een eenvoudig predictiemodel in een eerstelijns diagnostisch centrum kan het aantal verwijzingen reduceren”

Promovendus urologie Renée Hogenhout

Predictiemodel

Om dit overmatige testen tegen te gaan, ontwikkelden onderzoekers van het Erasmus MC een predictiemodel dat aan de hand van gegevens uit de anamnese, lichamelijk onderzoek en een echo van de prostaat, een risico-inschatting voor prostaatkanker geeft. Vanaf 2014 is deze Prostaatwijzer of Rotterdam Prostate Cancer Risk Calculator (RPCRC) geïmplementeerd in het zogenaamde prostaatconsult. Dit is een laagdrempelig bezoek aan Rotterdams diagnostisch centrum STAR-SHL. Patiënten met een verzoek tot vroegdiagnostiek naar prostaatkanker kunnen hier binnen een week terecht, om samen met een arts de Prostaatwijzer in te vullen. Patiënt en huisarts krijgen direct de uitslag.

Vergelijkend onderzoek

Onderzoekers van het Erasmus MC en STAR-SHL wilden bepalen of het prostaatconsult en de Prostaatwijzer in staat waren om het aantal doorverwijzingen terug te dringen, vergeleken met de huidige verwijsindicator voor een prostaatonderzoek – een PSA-drempelwaarde van 3,0 ng/mL of hoger. Zij includeerden daartoe tussen 2014 en 2021 alle mannen die huisartsen in de regio Rotterdam doorverwezen naar STAR-SHL voor een prostaatconsult, en waarbij een PSA-bepaling werd gedaan. Ter validatie van de NHG-richtlijnen boden ze ook een prostaatconsult aan mannen met een PSA-spiegel lager dan 3 ng/mL.

De onderzoekers includeerden 495 mannen, waarvan 279 met een PSA-spiegel hoger dan 3,0 ng/mL. Volgens de Prostaatwijzer had 68% van alle mannen een laag risico op prostaatkanker. Een jaar na het consult werd bij 1% van deze mannen alsnog prostaatkanker gediagnosticeerd. Tijdens de follow-up werd bij nog eens 2% klinisch significante prostaatkanker vastgesteld.

“Het prostaatconsult voorkomt veel overdiagnostiek”

Minder verwijzingen

Uit deze resultaten concluderen de auteurs dat risicostratificatie met behulp van de Prostaatwijzer het aantal verwijzingen naar de tweede lijn kan verminderen, vergeleken met selectie op basis van de NHG-richtlijn. “Deze studie laat zien dat implementatie van een eenvoudig predictiemodel in een eerstelijns diagnostisch centrum het aantal verwijzingen naar de tweedelijnszorg vanwege een verhoogde PSA-waarde kan reduceren met meer dan twee derde”, zegt eerste auteur Renée Hogenhout, als arts werkzaam bij STAR-SHL en promovendus bij de afdeling Urologie van het Erasmus MC. “Patiënten kunnen binnen een week terecht voor een prostaatconsult. Dat is laagdrempelig en aanzienlijk goedkoper dan in de tweedelijnszorg. Zo voorkomt het prostaatconsult veel overdiagnostiek.”

Bovendien, zegt Hogenhout, ontlast het prostaatconsult de uroloog van eenvoudige casuïstiek. “Die kan zich daardoor focussen op hoogrisicopatiënten waarvoor meer expertise nodig is. Met speerpunten als afremmen van medicalisering, betaalbaarheid van zorg, optimale inzet van beschikbare capaciteit en snel verspreiden van bewezen innovaties past dit concept goed in het nieuwe Integrale Zorgakkoord.”

Referentie: Hogenhout R, Osses DF, Alberts AR, Buizer-Rijksen HG, Remmers S, Roobol MJ. Shifting risk-stratified early prostate cancer detection to a primary healthcare setting. BJU Int. 2023 May;131(5):596-601. doi: 10.1111/bju.15933. Epub 2022 Dec 19. PMID: 36408660.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: man een hartafwijking

Een 52-jarige man met blanco cardiale voorgeschiedenis wordt gescreend voor levertransplantatie. Voorheen geen cardiale klachten of echo cor gehad. Per toeval een afwijking in het hart gezien. Wat is uw diagnose?

‘Verwijs patiënten met onbegrepen mobiliteitsklachten door naar MSK-arts’

MSK-arts William van de Luijtgaarden behandelt in zijn praktijk vooral patiënten met pijn of functiestoornissen van het bewegingsapparaat. Hij pleit voor meer bekendheid van MSK-geneeskunde onder collega-artsen: “Wij kunnen het probleem bij de kern aanpakken.”

Discriminatie: blinde vlek in de zorg

Zorgbestuurders hebben vaak geen zicht op discriminatie binnen hun organisatie, ontdekte Ewoud Butter. “Ze hebben geen idee van de omvang ervan, incidenten of ervaringen worden niet bijgehouden, het is geen terugkerend onderwerp tijdens de bestuurlijke overleggen.”

‘Wild Westen dreigt op markt voor middelen tegen veroudering’

Bigtechmiljardairs investeren fors in middelen tegen veroudering, maar klinisch geriater Marcel Olde Rikkert waarschuwt voor de risico’s. Verscheidene stoffen beloven langer gezond leven, maar de langetermijneffecten zijn onbekend. “We dreigen we kopje onder te gaan door de hype.”

Casus: oudere dame met een groeiende moedervlek

Een 74-jarige dame wil een groeiende moedervlek op het been laten controleren. Sinds twee jaar jeukt de moedervlek en wordt groter. Ze heeft een blanco voorgeschiedenis, daarnaast komen er ook in haar familie geen melanomen voor. Wat is uw diagnose?

‘Je moet soms echt vechten voor je patiënten’

Huisarts Marike Ooms werkt in verschillende asielzoekerscentra. Daar biedt ze zorg aan mensen die niet alleen kampen met medische problemen, maar ook met de onzekerheid van een onduidelijke toekomst en de last van hun verleden. "Als je iedereen open benadert, blijken de vragen en klachten vaak niet zoveel te verschillen van patiënten in een reguliere praktijk.”

‘Delen van data is onmisbaar voor goede zorg’

Digitale data over gezondheid zijn vaak onvindbaar, van onvoldoende kwaliteit, of niet goed uit te wisselen. Ronald Cornet doet onderzoek om dit te verbeteren. “Ik denk dat we meer schade doen door het níet uitwisselen van gegevens dan door het wel uitwisselen ervan.”

Casus: jonge vrouw met langdurige hoest

Een 18-jarige vrouw bezoekt de longarts vanwege recidiverende luchtweginfecties sinds jonge leeftijd. Ze heeft een voorgeschiedenis van chronische sinusitis en neuspoliepen en ervaart regelmatig episodes van langdurige hoestbuien en benauwdheid. Wat is uw diagnose?

‘Hoe kon ik dit nou over het hoofd zien?’

Gemiste diagnoses raken niet alleen patiënten, maar ook artsen diep, vertelt Jojanneke Kant. Ze deelt hoe zulke fouten haar werk en nachtrust beïnvloeden en hoe ze er beter mee heeft leren omgaan. “Alle typische angstklachten kwamen voorbij.”

Minder administratie, beter contact

AI kan artsen ondersteunen door administratieve lasten te verlichten, ziet Juliën Rezek. Transcriptietools maken automatisch verslagen, waardoor artsen meer tijd hebben voor patiënten. “Hierdoor kunnen artsen dieper ingaan op klachten, wat resulteert in betere zorg.”