DOQ

Prostaatkankerscreening voor mannen met BRCA2-mutatie

Mannen die drager zijn van een BRCA2-mutatie (BRCA2+mannen) hebben een ruim 2,5 keer verhoogd risico op prostaatkanker vergeleken met mannen zonder deze mutatie. Ook is bij BRCA2+mannen die prostaatkanker krijgen, vaker sprake is van een agressievere tumor en een slechtere prognose. Deze nieuwe bevinding is reden voor de poliklinieken klinische genetica van de Nederlandse UMC’s om vanaf 1 maart BRCA2+mannen van 45 tot en met 69 jaar te adviseren eens per twee jaar de PSA-waarde in het bloed te laten bepalen.

Onlangs zijn de resultaten van de internationale IMPACT-studie naar de waarde van screening op prostaatkanker bij BRCA1+ en BRCA2+mannen gepubliceerd. Ook vanuit Nederland hebben mannen hieraan deelgenomen. Uit de studie blijkt dat BRCA2+mannen een duidelijk verhoogd risico op prostaatkanker hebben. Ook laat de studie zien dat zij, als ze prostaatkanker krijgen, vaker een agressievere prostaattumor hebben dan andere mannen met prostaatkanker. Bij BRCA2+mannen zal daardoor de balans tussen voordelen en nadelen van screening op prostaatkanker waarschijnlijk gunstiger zijn.

(Foto: Pixabay)

Verhoogd risico

Vanaf 1 maart krijgen mannen van wie bekend is dat zij drager zijn van een BRCA2-mutatie het advies om zich te laten onderzoeken op prostaatkanker. Hoewel zij dus veel baat kunnen hebben bij screening, blijft het natuurlijk belangrijk voor- en nadelen daarvan goed te bespreken. Door screening kan de tumor in een vroeger stadium worden ontdekt zodat de prognose na behandeling verbetert. Een nadeel van screening op prostaatkanker is dat ook onschuldige tumoren worden ontdekt die zonder screening nooit tot klachten zouden hebben geleid. Ook deze tumoren worden vaak behandeld, waarbij de behandeling kan leiden tot bijvoorbeeld impotentie en incontinentie. De kans op deze overdiagnose en overbehandeling is waarschijnlijk kleiner bij de BRCA2+mannen.

Screenen

De poliklinieken genetica zullen mannen die BRCA2+drager zijn adviseren om te overwegen zich te laten screenen. Ook mannen bij wie in het verleden een BRCA2 mutatie is aangetoond, worden hierover zo veel mogelijk geïnformeerd door de afdelingen klinische genetica. Het voorstel houdt het volgende in:

Vanaf de leeftijd van 45 jaar of 5 jaar voor de jongst gediagnosticeerde patiënt met prostaatkanker in de familie, tot en met 69 jaar:

  • Eenmaal per twee jaar PSA-waarde laten bepalen (door huisarts of uroloog)
  • Bij verhoogd PSA (hoger dan 3.0 ng/ml): verwijzen naar uroloog voor vervolgdiagnostiek. Dit voorstel geldt niet voor mannen met een BRCA1 mutatie. Voor hen is namelijk niet duidelijk of hun risico op prostaatkanker is verhoogd. Deze informatie is ook te vinden op de websites van de patiëntenverenigingen Borstkankervereniging Nederland (BVN)/ Oncogen (www.brca.nl), de ProstaatKankerStichting.nl en van Hebon en de Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU).

Expert opinion

Het voorstel is gebaseerd op de beschikbare data en op expert opinion van leden van de Werkgroep Oncologische Urologie van de Nederlandse Vereniging voor Urologie en de Werkgroep Klinische Oncogenetica van de Vereniging Klinische Genetica Nederland. Tevens is het voorstel voorgelegd aan het Nederlands Huisartsen Genootschap. Het is daarnaast afgestemd met de betrokken patiëntenorganisaties: Borstkankervereniging Nederland (BVN)/ Oncogen en ProstaatKankerStichting.nl.

Bron: NVU

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Tussen de spreekkamer en het schetsboek: arts met beeld als tweede taal

Aios dermatologie Loes Vos maakt naast haar werk medische illustraties. Voor collega’s, patiënten én landelijke campagnes vertaalt ze complexe informatie naar helder beeld. “Ik teken bijna bij elk consult wel iets uit.”

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”