DOQ

Psychiater dr. Vos: ‘Aandacht voor aanpassingsstoornissen na oncologische behandeling is essentieel’

Dat iemand een intensieve oncologische behandeling in een ziekenhuis achter de rug heeft, wil lang niet altijd zeggen dat er daarna geen zorg meer nodig is. Zo zien huisartsen regelmatig mensen die na hun behandeling kampen met aanpassingsstoornissen, zoals angst of somberheid. Zij kunnen deze patiënten nu verwijzen naar een geaccrediteerde psycholoog met het aandachtsgebied psycho-oncologie.

Psychiater dr. Tineke Vos, werkzaam in Haaglanden Medisch Centrum (HMC), was voorzitter van de landelijke richtlijnwerkgroep aanpassingsstoornis bij kanker. Zij vertelt: “De diagnostiek en behandeling van een kankerpatiënt vinden doorgaans plaats in een ziekenhuis. De meeste huisartsen zien hun patiënt in die periode meestal weinig. Na de intensieve behandeling krijgen zij de patiënt vaak wel weer in beeld. KWF Kankerbestrijding heeft achterhaald dat 64 procent van de mensen mét en ná kanker emotionele klachten ervaart, 39 procent vermoeid is en 38 procent relationele problemen heeft. Dat is vaak aanleiding voor een bezoek aan de huisarts of POH-ggz.”

Bang of schuldig

Huisartsen zullen het herkennen: mensen die na een oncologische behandeling slecht slapen, zich onzeker voelen of moeilijk hun veranderde – meer afhankelijke – rol thuis  kunnen accepteren. Vos: “We hebben het over aanpassingsstoornissen na de behandeling in het ziekenhuis. De ziekte heeft niet alleen de lichamelijke gezondheid aangetast, maar ook de deze emotionele weerbaarheid, de mentale veerkracht. Menigeen wordt emotioneel instabiel, is bang dat de ziekte terugkeert of voelt zich schuldig omdat hij niet blij is over een geslaagde behandeling.Soms kan de huisarts of POH-ggz helpen, maar soms ook is meer gespecialiseerde zorg nodig.”

Weg uit basisverzekering

Juist dáár wrong een tijdlang de schoen. Onder toenmalig VWS-minister Schippers verdween deze zorg in 2012 uit de basisverzekering. Vos: “Het gevolg was dat huisartsen patiënten niet meer konden verwijzen óf dat wel werd verwezen, maar dan met een verkeerde, te zware diagnose, zoals angst of depressie. Dat is onjuist, want het gaat om een aanpassingsstoornis met een angstige of depressieve stemming. Er is sprake van een ontregelend effect in het leven van de ex-patiënt, die bijvoorbeeld zijn draai niet kan vinden thuis of op het werk.”

Curatief en palliatief

Na kritiek uit onder meer de politiek en de koepel van de PsychoSociale Oncologische Zorg besloot Schippers tot een landelijke richtlijn aanpassingsstoornis. Een werkgroep heeft deze ontwikkeld.  Tot het gezelschap behoorde onder meer een huisarts. Het NHG heeft geholpen de conceptteksten aan te scherpen. Vos: “De richtlijn is nuttig bij zowel patiënten na een curatieve als een palliatieve behandeling. Voor steeds meer mensen wordt kanker een chronische ziekte, dus aandacht voor problematiek na de ziekenhuiszorg is essentieel.”

Award

Mede aan haar voorzitterschap van de werkgroep dankt Vos de award van de Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie (NVPO) die jaarlijks wordt uitgereikt. Zij ontving deze in maart van dit jaar.De prijs is bestemd voor iemand die zich op bijzondere wijze verdienstelijk heeft gemaakt voor de psychosociale oncologie in Nederland.

Fysiotherapie bij vermoeidheid

Een laatste tip van Vos. Huisarts die patiënten zien met vermoeidheidsklachten na hun oncologische behandeling, kunnen via www.onconet.nu naar een fysiotherapeut zoeken met een specialisatie in de oncologie. Dit initiatief staat los van de landelijke richtlijn aanpassingsstoornis voor mensen na een oncologische behandeling.

 


Pilot aanpassingsstoornis bij kanker

De tweejarige pilot op basis van de landelijke richtlijn aanpassingsstoornis voor patiënten met kanker is er sinds maart (dankzij steun van VWS en ZonMw). Patiënten en huisartsen kunnen via deze pilot een geaccrediteerde psycholoog vinden. De behandeling wordt vergoed.


 

 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?