Reanimatie bespreken? Alleen als het past
Redactioneel
16 mei 2025
Iedere arts op de spoedeisende hulp kent het moment: een patiënt wordt net binnengebracht, er is haast, onrust, onzekerheid. En dan de vraag, bijna automatisch: ‘Wilt u gereanimeerd worden?’ Internist en hoogleraar Yvo Smulders (Amsterdam UMC) vindt het tijd om deze standaardpraktijk kritisch te bekijken. “Het is een vraag die vaak op het verkeerde moment wordt gesteld, door de verkeerde persoon, in de verkeerde context.”
Smulders herinnert zich hoe onwennig hij zich als jonge arts voelde bij het stellen van de reanimatievraag. “Je staat aan het bed van iemand met een infectie of een gebroken been en ineens moet je vragen: ‘Wilt u gereanimeerd worden?’ De patiënt schrikt en denkt niet zelden: is het dan zó ernstig? Terwijl dat risico vaak helemaal niet aan de orde is.”
Volgens Smulders is de praktijk om bij iedere opname expliciet naar reanimatie- of IC-wensen te vragen, veelal ingegeven door routine of een verkeerd begrepen juridische plicht. “Artsen denken dat ze deze vraag moeten stellen om juridisch gedekt te zijn, maar dat klopt niet. Sterker nog, ethici en juristen geven aan: zo’n persoonlijke vraag mag je alléén stellen als daar voldoende aanleiding voor is.”
“Bij jonge, gezonde mensen kan je best het standaardbeleid noteren, tenzij ze expliciet iets anders aangeven”
Internist en hoogleraar Yvo Smulders
Waarom het anders moet
De timing is volgens Smulders cruciaal. “Patiënten voelen zich op zo’n acuut moment vaak bero
Aanmelden
Meld u gratis aan om toegang te krijgen tot DOQ,
waar zorgprofessionals kennis en visie delen.
Ik heb al een DOQ account
Lees meer over: