Zorgverleners in zowel de tweede als eerste lijn moeten de contra-indicatie bariatrische chirurgie consequent vastleggen in hun computersysteem. Dat gebeurt nu nog veel te weinig, waardoor de medicatiebewaking na een bariatrische operatie vaak tekortschiet. Dat stelt ziekenhuisapotheker Cedric Lau naar aanleiding van onderzoek dat hij deed vanuit het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht.
Lau heeft medicatiegebruik rond bariatrische ingrepen als bijzonder aandachtsgebied. Zo doet hij onderzoek naar de farmacokinetiek van geneesmiddelen voor en na een bariatrische ingreep. Ook begeleidt hij patiënten en geeft ze uitleg over medicatiegebruik rondom deze operaties. Een dankbare taak, vindt hij. “Patiënten zijn soms ongerust of hun geneesmiddelen problematisch zijn als ze een maagverkleinende operatie hebben ondergaan. Ik kan hen dan geruststellen door te zeggen dat we de medicatie goed in de gaten houden.”
“Structureel data vastleggen in computersystemen van ziekenhuizen, huisartsen en apothekers gebeurt in de praktijk veel te weinig”
Ziekenhuisapotheker Cedric Lau
Andere dosering
De dosering van een geneesmiddel kan behoorlijk anders zijn na een bariatrische ingreep, bijvoorbeeld doordat de absorptie is veranderd. Voorschrijvend artsen moeten hiermee rekening houden. Apothekers controleren bij aflevering of de dosering past bij de wijziging van het maag-darmstelsel. Medicatiebewaking kan echter alleen plaatsvinden als bij de huisartsen en apothekers bekend is dát een patiënt zo’n ingreep heeft ondergaan. Dit moet daarom als structurele data worden vastgelegd in he