Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Reumatoloog dr. Vonkeman: ‘Door zorguitkomsten vergelijkbaar te maken kunnen we van elkaar leren’
Reumatologen van Medisch Spectrum Twente (MST) hebben een methode ontwikkeld die verschíllende zorguitkomsten met elkaar kan vergelijken. Deze methode is eveneens bruikbaar voor andere medische specialismen.
De afdelingen reumatologie van vijf Nederlandse ziekenhuizen doen in het DREAM-samenwerkingsverband ervaring op met een methode die het mogelijk maakt om verschillende zorguitkomsten met elkaar te vergelijken en zo te leren van elkaars best practices. Ook in andere ziekenhuizen zijn afdelingen reumatologie bijzonder geïnteresseerd in deze methode. Maar ook andere vakgroepen hebben interesse, want de methode is eveneens inzetbaar bij alle andere specialismen.
Zorguitkomsten ontstekingsreuma
Verantwoordelijk voor de ontwikkeling ervan zijn de reumatologen van Medisch Spectrum Twente (MST). Harald Vonkeman, een van hen, vertelt: “We zijn de laatste jaren betrokken geweest bij het initiatief van ICHOM om een zorguitkomsten-set voor ontstekingsreuma op te stellen dat bruikbaar is voor de patiënt en meetbaar in de praktijk. We weten dat vooral pijn, fysiek functioneren, participatie, vermoeidheid en kwaliteit van leven voor patiënten belangrijke uitkomstmaten zijn. Maar we hebben gemerkt dat ziekenhuizen internationaal voor het meten hiervan heel veel verschillende instrumenten gebruiken. Dit maakt het lastig om tot vergelijkingen te komen.”
Standaardisatie van vragen
Eigenlijk zou iedereen hetzelfde instrument moeten gebruiken, maar dat gaat er niet van komen, stelt Vonkeman. “Dus hebben wij naar een manier gezocht om toch tot standaardisatie te komen. Al die verschillende vragenlijsten hebben informatie in zich en de uitkomsten die ermee in kaart worden gebracht, hebben verschillende niveaus; denk aan trap lopen versus de marathon rennen”, zegt hij. “Wij hebben voor elke vraag het niveau vastgesteld door duizenden van die vragenlijsten in een database te analyseren. Op basis hiervan is het mogelijk geworden om een vergelijking tussen ál die verschillende vragenlijsten mogelijk te maken. Dit betekent dat we nu informatie hebben over hoe onze patiënten het doen en met welke behandeling zij het best af zijn. Deze informatie stelt ons als behandelaars in staat om van elkaar te leren en dus allemaal beter te worden.”
Prestaties vergelijken met andere artsen
Hoewel de methode is ontwikkeld voor reumatologie, is deze ook voor andere specialismen bruikbaar. “In principe voor alle specialismen waarin met verschillende instrumenten uitkomsten worden gemeten”, zegt Vonkeman. “We zien ook dat steeds meer vakgebieden met het meten van uitkomsten aan de slag gaan, bijvoorbeeld de chirurgen, cardiologen en MDL-artsen. Inmiddels hebben we ook een applicatie ontwikkeld om uitkomsten te kunnen verzamelen en terug te koppelen. Zo kunnen patiënten hun eigen uitkomsten zien in relatie tot hun behandeling en kunnen artsen hun prestaties vergelijken met die van collega’s. Soms werkt die via het ziekenhuisinformatiesysteem, in andere gevallen via een eigen ontwikkelde website. De ziekenhuisinfrastructuur is nu eenmaal heel heterogeen in Nederland, vandaar.”
Patiënt-gerelateerde uitkomsten
Voor de dagelijkse praktijk van de zorg betekent de toepassing van deze methode dat behandelaars steeds beter in staat zijn om in maat en getal uit te drukken hoe het met de patiënt gaat en hoe dit zich ontwikkelt in de loop van de behandeling. “We meten ons succes af aan hoe de gezondheid van de patiënt door de behandeling verbetert”, zegt Vonkeman. “Dit kunnen we nu veel beter meten voor de individuele patiënt en we kunnen groepen patiënten vergelijken om te zien welke behandeling het best werkt.”
Net anders dan DICA
De aanpak is vergelijkbaar met wat DICA doet op het gebied van oncologie. “Een verschil is dat DICA zich in eerste instantie vooral richtte op medische uitkomsten”, zegt Vonkeman, “maar ook dat initiatief is nu meer bezig met het meten van patiënt-gerelateerde uitkomsten.”