DOQ

Reumatoloog prof. dr. Landewé: ‘Vertrouwensrelatie reumatoloog-patiënt onder druk door efficiency-denken en richtlijnenindustrie’

Patiënten met reumatoïde artritis (RA) hebben behoefte aan zorgverleners die empathie tonen, die ze vertrouwen en die bekend zijn met hun persoonlijke omstandigheden. Deze wens wordt steeds meer gedwarsboomd door het om zich heen grijpende efficiency-denken in de gezondheidszorg, stelt prof. dr. Robert Landewé, reumatoloog in Zuyderland en hoogleraar reumatologie in Amsterdam UMC.

Welke toegevoegde waarde heeft de geleverde zorg voor de patiënt? En hoe verhoudt deze toegevoegde waarde zich tot de gemaakte kosten? Zo kan Value Based Health Care (VBHC) in een notendop worden weergegeven. “In de praktijk zie je dat verschillend wordt gekeken naar VBHC”, zegt reumatoloog prof. dr. Robert Landewé. “Dokters en patiënten willen graag meer waarde en kwaliteit, en dat mag ook best iets meer kosten. Zij willen waarde creëren. Ziekenhuisdirecteuren, zorgverzekeraars en politici beogen dezelfde kwaliteit voor lagere kosten. Zij denken vooral in termen van efficiency. Als arts zeg ik: laten we ons in de gezondheidszorg nu eens gaan focussen op waardecreatie. Efficiency en kostenreductie mogen best wat meer naar de kantlijn geschoven worden.”

Reumatoloog prof. dr. Robert Landewé

Méér dan tekstboekgeneeskunde

Het pleidooi van Landewé vloeit mede voort uit het gegeven dat hij als reumatoloog chronische patiënten ziet. “Sommige patiënten behandel je bij wijze van spreken van het begin tot het eind van je dokterscarrière. Dan is een goede vertrouwensband enorm belangrijk. Je moet méér bieden dan alleen tekstboekgeneeskunde, zoals ik het noem.”

Persoonlijke omstandigheden

De Dutch Quality Registry Rheumatoid Arthritis, een landelijke kwaliteitsregistratie voor RA, heeft dat ook uitgewezen, vertelt hij. “Patiënten gaan er voetstoots van uit dat je als arts je zaakjes wel kent; dat je metingen correct verricht, de juiste geneesmiddelen voorschrijft et cetera. Wat zij minstens zo belangrijk vinden is dat je goed met ze communiceert, je inleeft in hun situatie en hun persoonlijke en sociale omstandigheden kent. Dat waarderen ze enorm en wekt veel vertrouwen.”

Te veel richtlijnen

Dit soort zorg staat onder druk, aldus Landewé. “Niet alleen door het efficiency-denken maar ook als gevolg van de richtlijnenindustrie. Er zijn naar mijn mening te veel richtlijnen en ze houden te weinig rekening met het individu. Het gaat bij richtlijnen om de gemiddelde patiënt, hoewel daar ook een kanttekening bij te plaatsen is. De meeste richtlijnen zijn gebaseerd op bevindingen bij relatief jonge, vaak redelijk gezonde patiënten die therapietrouw tonen en goed reageren op de medicatie. De zorgpraktijk is vaak anders. Daar tref je patiënten aan met co-morbiditeit, patiënten die anders in het leven slaan, die niet altijd trouw hun medicatie nemen. Met dat gegeven moet je als arts zien te wheelen en dealen, maar daar moet je er wel de tijd, ruimte en middelen voor krijgen.”

Herkenbare identiteit

Een afdeling met duidelijke reumatologie-identiteit. Ondersteunend personeel dat jaren in dienst is, tot het hele team behoort en herkenbaar is voor de chronische patiënt. Landewé kijkt met argusogen naar ontwikkelingen die deze scenario’s doorkruisen en daarmee de ‘eigenheid’ van afdelingen Reumatologie in gevaar brengen.

“In veel ziekenhuizen zie je grote, algemene poli-pleinen ontstaan. Plekken waar de reumapatiënt naast de urologiepatiënt in de rode wachtkamer zit, en de volgende keer naast de cardiologiepatiënt in de groene ruimte. Plekken waar medewerkers van verschillende specialismen in één groot team werken, en in steeds wisselende spreekkamers. Dat druist in tegen het streven om herkenbaarheid en een vertrouwensband te creëren. Deze ontwikkeling wordt versterkt door het extreme beknibbelen op ondersteunend personeel in de afgelopen jaren. Ik spreek van Excelsheet-geneeskunde: tot drie cijfers achter de komma uitrekenen hoeveel ondersteuning de dokter maximaal nodig heeft en de toebedeelde tijd opknippen in kwartieren.”

De werkelijke waarde

Laat het duidelijk zijn: Landewé blijft een optimist. “Zorginhoudelijk gaat het goed met de reumatologie. Mede dankzij nieuwe geneesmiddelen is de tien-jaaroverleving van de gemiddelde RA-patiënt tegenwoordig even hoog als die van de gemiddelde Nederlander. Maar waar ik dus wel kritisch op ben, zijn de ontwikkelingen die ertoe leiden dat de binding tussen patiënt en zorgverlener in het gedrang komt. De werkelijke waarde in de gezondheidszorg schuilt in kleine, goedkope en alomtegenwoordige dingen, zoals communicatie, menselijke maat, kleinschaligheid, empathie en vertrouwen.”

 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Minder administratie, beter contact

AI kan artsen ondersteunen door administratieve lasten te verlichten, ziet Juliën Rezek. Transcriptietools maken automatisch verslagen, waardoor artsen meer tijd hebben voor patiënten. “Hierdoor kunnen artsen dieper ingaan op klachten, wat resulteert in betere zorg.”

‘Laten we allemaal één stapje in elkaars domein zetten’

Zorgverleners hebben nog onvoldoende oog voor het verband tussen mentale klachten, hormonale klachten en hart- en vaatziekten bij vrouwen, aldus Sandra Kooij. Meer samenwerking tussen verschillende disciplines is nodig. “Kijk bij elkaar mee. Geef elkaar advies.”

Casus: oudere patiënte met reukproblemen

Op het spreekuur komt een 70-jarige vrouw in verband met problemen met ruiken. De problemen zijn enkele jaren eerder gestart. Initieel met minder goed ruiken (hyposmie), sinds een half jaar worden geuren steeds vaker als vies ervaren (kakosmie). Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten in de bovenbuik

Een man heeft in toenemende mate klachten van pijn in de bovenbuik. De pijn is zeurend en soms stekend en zit middenin de buik. Wat is uw diagnose?

Van tropenarts naar huisarts op Texel

Josine Blanksma werkte jarenlang als tropenarts voor Artsen zonder Grenzen en is een paar jaar geleden een nieuw avontuur aangegaan: ze werkt nu als huisarts op Texel. “Mijn nieuwe carrièrepad is heus niet minder uitdagend te noemen.”

‘Ik kan niet wachten op de eerste geprinte lasagne’

Ineke Obbema werkt met 3D-geprinte maaltijden voor mensen met slikproblemen bij het Máxima MC. De herkenbare vormen en verbeterde smaak bieden een opvallend alternatief voor traditionele gemalen voeding. “Je kunt meteen proeven dat er een chef-kok achter zit.”

Klimaatimpact onderzoeken voor een heel zorgpad

Lisanne Kouwenberg doet onderzoek naar de milieu-impact van zorgpaden. Dat kan aangrijpingspunten opleveren voor het verlagen van de klimaatimpact. “De meeste studies kijken naar één behandeling. Maar daar zit een heel traject omheen dat er ook aan bijdraagt.”

Help patiënten te stoppen met roken: ‘Minder zenden en meer interacteren’

Marieke Helmus combineert kunst en innovatie om het gesprek over stoppen met roken te starten. Met tools zoals een ‘Chat met je sigaret’-chatbot en humoristische ansichtkaarten helpt ze moeilijk bereikbare groepen om na te denken over hun rookgedrag.

Is er een dokter aan boord?

Wat doe je als er in een vliegtuig om een arts wordt gevraagd? Huisarts en luchtvaartgeneeskundige Peter Nijhof legt uit hoe medische noodgevallen in de lucht worden aangepakt, van de rol van artsen en cabinepersoneel tot het gebruik van medische kits en noodlandingen.

‘Stress verdient centrale plek in het consult’

Chronische stress, vaak gekoppeld aan sociale problemen, kan gezondheidsklachten veroorzaken. Feia Hemke pleit voor meer aandacht hiervoor in de spreekkamer en ontwikkelde tools om dit bespreekbaar te maken. “Hierdoor voorkom je onnodige medicalisering.”