DOQ

Risico co-infecties met SARS-CoV-2 onderstreept belang detectie en vaccinatie

Een Britse databasestudie, die in The Lancet verscheen, ondersteunt om tegen zowel SARS-CoV-2 als tegen griepvirussen te vaccineren. Daarnaast wijzen de resultaten erop dat het belangrijk is om opgenomen patiënten met COVID-19 te testen op influenzavirussen. En om risicopatiënten en patiënten te indentificeren die mogelijk verschillende reacties hebben op immuno-modulerende en antivirale therapie.

De maatregelen om de overdracht van SARS-CoV-2 te verminderen, zijn ook effectief geweest in het verminderen van de overdracht van andere endemische respiratoire virussen. Aangezien in veel landen deze maatregelen losgelaten worden, is de verwachting dat SARS-CoV-2 en andere respiratoire virussen meer zullen rondgaan, waardoor de kans op co-infecties toeneemt. Onbekend is wat de gevolgen zijn voor mensen die naast een SARS-CoV-2-infectie een respiratoire virale co-infectie hebben.

Co-infecties

Britse onderzoekers analyseerden de uitkomsten van co-infecties met influenzavirussen, het respiratoir syncytieel (RS)-virus of adenovirussen bij ruim 200.000 ​​volwassenen met een SARS-CoV-2-infectie die waren opgenomen.
Van 6965 patiënten met een SARS-CoV-2-infectie waren testuitslagen van respiratoire virale co-infecties bekend. Bij 583 patiënten (8,4%) werd een virale co-infectie gedetecteerd: 227 patiënten waren geïnfecteerd met een influenzavirus, 220 patiënten met het RS-virus en 136 patiënten met een adenovirus.
Een co-infectie met een influenzavirus ging gepaard met een grotere kans op invasieve mechanische beademing in vergelijking met een mono-infectie met SARS-CoV-2. Een co-infectie met een influenza- of adenovirus gingen beide gepaard met een significant toegenomen overlijdensrisico.
Deze resultaten van de geteste populatie zijn vervolgens geëxtrapoleerd naar een representatieve gehospitaliseerde patiëntenpopulatie. In die gewogen multivariabele regressieanalyse ging een co-infectie met een influenzavirus gepaard met een aanzienlijk toegenomen risico op invasieve mechanische ventilatie en een toegenomen risico op ziekenhuissterfte.

Sterke punten en beperkingen

Dit onderzoek had een aantal sterke punten. Ten eerste is dit de grootste studie van mensen met COVID-19 die aanvullende testen ondergingen voor endemische respiratoire virussen. Daarnaast zijn patiënten gedurende een periode van 18 maanden gerekruteerd. Ten slotte zijn de uitkomstgegevens voor de meeste patiënten gerapporteerd.
Het onderzoek kent ook enkele beperkingen. Om te beginnen is er een risico op selectiebias omdat de geteste patiënten verschilden van niet-geteste patiënten, met name wat betreft de ziekte-ernst. Zo werden personen die meer onwel waren, vaker getest op co-infecties. Na correctie voor deze en andere verschillen werd een verband gevonden tussen een co-infectie met een influenzavirus en het krijgen van invasieve mechanische ventilatie. Net als in de ongewogen analyse werd geen significant verband gevonden tussen een SARS-CoV-2 co-infectie met het RS-virus of een adenovirus en het krijgen van invasieve mechanische beademing. De co-infecties met een adenovirus of het RS-virus hadden niet hetzelfde effect op het krijgen van invasieve mechanische beademing als een co-infectie met een influenzavirus. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat dit verband beperkt is tot de geteste populatie in plaats van dat het geldt voor de algehele ziekenhuispopulatie.
Een andere beperking is dat niet vastgesteld kon worden of het virus in de gemeenschap of in het ziekenhuis was opgelopen. Overigens wordt een virale luchtweginfectie zelden in het ziekenhuis opgelopen.
Omdat vaccinatiegegevens voor het griepvirussen niet waren geregistreerd en omdat de meeste patiënten werden opgenomen voordat de COVID-19-vaccins beschikbaar kwamen, kon niet vastgesteld worden wat het effect was van influenzavirussen of SARS-CoV-2-vaccinatie op de uitkomsten van patiënten met een mono- of co-infectie.

Meer co-infecties

Aangezien de beperkingen op het gebied van de volksgezondheid worden opgeheven, is de kans groter dat tijdens de komende winters co-infecties met respiratoire virussen optreden. De sterke toename van het risico bij patiënten met een co-infectie heeft verschillende implicaties voor het beleid.

Referenties:

Swets MC, Russell CD, Harrison EM, et al. SARS-CoV-2 co-infection with influenza viruses, respiratory syncytial virus, or adenoviruses. Lancet. 2022;399:1463-1464.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?