Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Samen beslissen met de patiënt leidt tot betere zorg
Zorgverleners overschatten de mate waarin zij samen beslissen en minstens een kwart van de patiënten vindt samen beslissen met de arts lastig. Dit blijkt uit onderzoek van Kantar Public. Er is ruimte voor verbetering, dachten zorgprofessionals en patiënten. Dit leidde tot de campagne Samen Beslissen.
De campagne Samen Beslissen is erop gericht het gezamenlijke beslisproces tussen arts en patiënt te stimuleren en verbeteren. Door samen te beslissen zijn mensen eerder tevreden over de zorg én trouwer aan afspraken met hun zorgverlener.
‘Het gaat erom hoe je in gezamenlijkheid het traject ingaat’, zegt Peter Paul van Benthem, KNO-arts en voorzitter van de Federatie Medisch Specialisten (FMS), een van de initiatiefnemers van de campagne. ‘Wij hebben expertise op medisch specialistische zorg en de patiënt heeft expertise over wat belangrijk voor hem is. De beste beslissing moet genomen worden in de context waarin de patiënt leeft. De behandeling die gaat plaatsvinden moet iets toevoegen aan het leven van de patiënt.’
Expertise ter beschikking stellen
De wereld zit niet meer zo in elkaar dat de patiënt tegen de dokter zegt dat hij moet doen wat hem het beste lijkt. ‘Wij moeten veel meer onze expertise ter beschikking stellen aan de patiënt om samen tot het juiste besluit te komen’, aldus Van Benthem. ‘Het is een wezenlijk onderdeel van ons werk. Daarom moet je het niet zien als iets wat erbij komt. Het is een andere manier van in gesprek gaan met de patiënt. Op de campagnewebsite www.begineengoedgesprek.nl staan tips en informatie om beter en vaker samen te beslissen. En daarnaast kun je van je collega’s leren en kijken hoe zij het doen.’
“Ik ben de medisch inhoudelijk deskundige, maar de patiënt is de ervaringsdeskundige”
Huisarts Paula Koenders
Het begint met goede vragen
Paula Koenders, huisarts in Veghel, hecht ook veel waarde aan samen beslissen. ‘Ik ben de medisch inhoudelijk deskundige, maar de patiënt is de ervaringsdeskundige’, zegt ze. In haar regio werd in het ziekenhuis al enkele jaren geleden de campagne Drie goede vragen geïntroduceerd. Patiënten bereidden een consult voor door vragen aan de arts te bedenken. De huisartspraktijk van Koenders ging hiervan ook gebruikmaken. Daarna is Koenders gestart om met keuzehulpen het samen beslissen te bevorderen.
“Ik kan beter de verschillende opties voorleggen en vragen welke van de opties het beste bij hem past”
Huisarts Paula Koenders
Keuzes voorleggen
‘Als dokters denken we vaak te weten wat een goede keuze is voor de patiënt, maar de vraag is of de patiënt dat ook vindt’, aldus Koenders. ‘Je kunt het gesprek opener ingaan door alle keuzes voor te leggen en vervolgens nog eens te checken wat goed is voor deze patiënt. Je wil erachter komen wat echt belangrijk voor hem is.’
Als voorbeeld noemt Koenders een patiënt die in de bouw werkt en met schouderklachten komt. ‘Ik denk dat hij morgen meteen weer aan het werk wil. Dus daar baseer ik mijn advies op en geef hem een injectie. Maar misschien wil hij de risico’s daarvan niet dragen en heeft hij liever medicatie en fysiotherapie. Ik kan beter de verschillende opties voorleggen en vragen welke van de opties het beste bij hem past. Soms zegt een patiënt, dat ik het moet beslissen, maar die probeer ik dan nog wel uit de tent te lokken met vragen als: wat wilt u kunnen? Hoe gaat u dan verder? Wat betekent het voor u als u twee weken thuis komt te zitten? Je moet vooral laten merken dat zijn mening ertoe doet.’
Ruimte geven
Koenders bewerkstelligt dat door de patiënt de ruimte te geven en van goede informatie te voorzien. ‘Geef informatie mee naar huis, adviseer om op thuisarts.nl te kijken, en adviseer om het thuis te bespreken. Heb daarna contact over het vervolg. Het kan in het begin even zoeken zijn, maar het heeft effect doordat patiënten meer therapietrouw zijn.’
“Met U-Prevent kan bepaald worden welke medicijnen voor hart- en vaatziekten het beste werken bij een patiënt”
Internist-vasculair geneeskundige Jannick Dorresteijn
Tool voor meer inzicht
Internist-vasculair geneeskundige Jannick Dorresteijn (UMC Utrecht) merkt ook dat patiënten meer therapietrouw zijn na gezamenlijke besluitvorming. Hij besluit vrijwel altijd samen met de patiënt. Dorresteijn ontwikkelde een tool die het beslisproces inzichtelijk maakt: U-Prevent. Deze tool – een platform op een website – maakt interactieve rekenmodellen voor gebruik in de spreekkamer. Daarmee kan bepaald worden welke medicijnen voor hart- en vaatziekten het beste werken bij een patiënt. Ook berekenen deze algoritmes de kans op hart- of vaatziekte bij een persoon.
‘De preventieve behandeling van mijn patiëntengroep is lange tijd one-size-fitts-all geweest’, zegt Dorrestein. ‘De patiënt kreeg medicatie en besloot na verloop van tijd om op eigen houtje te stoppen of het anders te doen. Nu hebben we een tool waarmee inzichtelijk wordt wat een medicijn voor een individu betekent. We vullen het in de spreekkamer in en meteen kun je vragen wat ze van de uitkomst vinden.’
Bespreekbaar maken
Uit onderzoek blijkt dat artsen anders denken over een doelmatige behandeling dan patiënten. Dorrestein: ‘We hebben onderzocht of patiënten het doelmatig vinden om 10 jaar lang een pil te slikken. Er was een groep die het niet uitmaakte en best een pil wilde slikken om een paar maanden extra te kunnen leven. Maar er waren ook mensen die zich gemedicaliseerd voelden en last van bijwerkingen hadden. Zij wilden geen preventieve medicijnen slikken. Andere reacties zaten hier tussenin. Toen we dezelfde vraag aan dokters voorlegden, bleken zij er net zo verschillend over te denken. Hieruit blijkt dat het belangrijk is om dit onderwerp bespreekbaar te maken in de spreekkamer.’
“Sinds een aantal jaar gebruik ik de consultkaarten bij patiënten met longembolieën en diep veneuze trombose”
Internist-vasculair geneeskundige Jannick Dorresteijn
Consultkaarten
Dorresteijn heeft naast U-Prevent nog meer tips om samen te beslissen. ‘Sinds een aantal jaar gebruik ik de consultkaarten bij patiënten met longembolieën en diep veneuze trombose. Ze helpen bij de keuze wat te doen met bloedverdunners drie maanden na een longembolie of trombose. Het nadeel is dat de consultkaarten werken met gemiddelde cijfers. Dus welke risico’s er zijn op bijvoorbeeld een nieuwe trombose of bloeding voor de groep als geheel, terwijl hierbij de kansen juist heterogeen zijn. Daarom willen we U-Prevent verbreden naar het hele cardiovasculaire domein. Dan kunnen we ook voor patiënten met longembolieën en diep veneuze trombose het individuele risico en behandeleffect van verschillende keuzeopties berekenen.’
Informeer op voorhand
Nog een andere tip van Dorrestein: ‘Wacht niet totdat de patiënt die een tijdje een preventief medicijn slikt met vragen komt, maar informeer hem op voorhand. Geef aan wat de kansen en mogelijkheden zijn en vraag actief wat ze ervan vinden. Dat kost eerst meer tijd, maar het komt later ten goede aan de behandelrelatie en de tijd die je nodig hebt voor vervolggesprekken. En vermoedelijk ook aan de therapietrouw en daarmee het effect van de behandeling.’
Referenties:
- campagnewebsite
- onderzoek van Kantar Public
- tool met informatie keuzehulpen
- online tool: U-Prevent
- beknopte keuzehulp consultkaarten