Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Samenwerking gynaecoloog en psycholoog bij vroege menopauze
Vanuit heel Nederland komen er jonge vrouwen naar het landelijk expertisecentrum vervroegde menopauze van het Erasmus MC. Ze combineren daar in de spreekkamer de gynaecologische zorg met de psychologische. Geranne Jiskoot, post-doc onderzoeker en psycholoog, hoopt dat deze vernieuwde multidisciplinaire aanpak aanslaat. “Er verandert zo veel meer dan alleen hormonen.”
Bij het landelijk expertisecentrum vervroegde menopauze van het Erasmus MC behandelen ze vrouwen met Premature Ovariële Insufficiëntie (POI). Deze vrouwen hebben een te kleine eicelvoorraad, waardoor hun menstruatie voor hun veertigste stopt. Dit heet ook wel ‘vervroegde menopauze’ of ‘vervroegde overgang’. De vrouwen blijven langdurig onder behandeling voor follow-up, tot de normale menopauzeleeftijd is bereikt. “Deze vrouwen hebben vaak al een hele zoektocht achter de rug omdat ze niet weten wat er aan de hand is,” vertelt Geranne Jiskoot, die als psycholoog bij het expertisecentrum werkt. “Niet zelden krijgen ze eerst allerlei andere diagnoses opgeplakt, zoals een burn-out of depressie. Op zich is dat begrijpelijk: omdat ze nog zo jong zijn denken artsen niet direct aan de overgang.”
“Vrouwen die jong in de overgang komen voelen zich vaak ontzettend eenzaam”
Psycholoog Geranne Jiskoot
Ontzettend eenzaam
Vrouwen in de overgang kunnen last krijgen van opvliegers en nachtzweten, maar ook van mentale klachten, zoals stemmingswisselingen, somberheid, vermoeidheid en angstklachten. “Vrouwen die jong in de overgang komen voelen zich vaak ook nog eens ontzettend eenzaam,” weet Jiskoot. “De overgang heeft impact op álle vrouwen. Alleen bij deze vrouwen is het leven nog heel anders dan op 50-jarige leeftijd. Andere vrouwen van hun leeftijd hebben deze klachten niet en snappen vaak niet goed hoe het is om hier dagelijks mee te moeten leven. Daarnaast valt het veel van deze jonge vrouwen zwaar dat hun (toekomstige) kinderwens niet in vervulling kan gaan. Ook daar zitten psychologische klachten en vooral intense rouw aan vast.”
“Wij willen meer structuur aanbrengen in het beleid zodat iedereen dezelfde goede zorg krijgt”
Meer dan hormonen
Jiskoot ontdekte in haar onderzoek dat er veel verschil was in de zorg die deze vrouwen ontvangen. “Er is geen eenduidig beleid in Nederland. Wij willen daar meer structuur in aanbrengen zodat iedereen dezelfde goede zorg krijgt.” Maar wat is goede zorg op dit vlak? Samen met patiënten hebben ze in Rotterdam gekeken welke zorg je zou moeten bieden, waar je waarde kunt toevoegen voor mensen. Dit heeft een heel ander zorgpad opgeleverd, vertelt Jiskoot.
“De gynaecologische zorg is natuurlijk heel belangrijk, maar patiënten hebben ook behoefte aan psychologische zorg. Er verandert zo veel meer dan alleen hormonen. Goede zorg is dan niet alleen het voorschrijven van hormoonsuppletietherapie (HST) om klachten te verminderen, screenen op botdichtheid en het in kaart brengen van het risico op hart- en vaatziekten. Het is ook zoeken naar welke impact bepaalde klachten hebben, wat je anders zou kunnen doen in je coping en hoe je omgaat met stress. We vroegen ons af: zouden we die zorg niet kunnen combineren?”
“We werken nauw samen met de collega’s van de afdeling diëtetiek, seksuologen, het botcentrum en interne geneeskunde”
Gynaecoloog en psycholoog samen in de spreekkamer
Een gynaecoloog en een psycholoog doen daarom nu samen alle consulten. Voor Jiskoot en haar collega’s was de nieuwe werkwijze in eerste instantie wel wennen. “Je moet je plaats zien te vinden. Wat is je rol precies? Wat doe je als je het niet met elkaar eens bent? Je leert veel van elkaar. Zo weet ik nu bijvoorbeeld veel beter hoe HST werkt.” Vroeger zag Jiskoot alleen de vrouwen die bij de jaarlijkse controle bij de gynaecoloog aangaven dat het mentaal niet goed ging, nu ziet ze iedereen.
“Voordat het eerste consult plaatsvindt en op verschillende momenten in het jaar vullen patiënten vragenlijsten in. Hoe ze zich voelen, hoe het gaat, hoe het met hun klachten is. Zo kunnen wij monitoren hoe het gaat en of we iets moeten bijstellen. We bieden ook groepsbehandeling aan, zodat vrouwen hun ervaringen en gevoelens kunnen delen met lotgenoten. Dat ervaren ze als heel waardevol, omdat hun omgeving hen vaak niet begrijpt. Daarnaast werken we nauw samen met de collega’s van de afdeling diëtetiek, seksuologen, het botcentrum en interne geneeskunde. Op die manier kunnen we een plan van aanpak bedenken voor de meest voorkomende klachten die deze vrouwen ervaren.”