DOQ

Screening darmkanker opti­maliseren moeilijk, niet onmogelijk

UvA-promovendus Tim Kortlever bestudeerde voor zijn promotieonderzoek1 verschillende mogelijkheden om met algoritmes het bevolkingsonderzoek darmkanker te optimaliseren. Dat bleek niet zo gemakkelijk, maar mogelijkheden zijn niet uitgesloten.

In het huidige Nederlandse bevolkingsonderzoek darmkanker krijgt iedereen tussen de 55 en 75 jaar oud om de twee jaar een ontlastingtest in de brievenbus: de Fecaal Immunochemische Test (FIT). Deze meet hoeveel hemoglobine er in de feces zit. Afhankelijk van de waarde test iemand positief of negatief op de aanwezigheid van hemoglobine in de feces, wat indicatief is van het risico op poliepen of een tumor. Is er een hoog risico? Dan vindt er een doorverwijzing naar de MDL-arts plaats voor een coloscopie.

“De FIT is goed in het uitsluiten van darmkanker, maar mist nog altijd enkele gevallen”

Ruimte voor verbetering

Deze vorm van screening vindt nu plaats sinds 2014. Na een kortdurende stijging van de hoeveelheid mensen met darmkanker – die logisch te verklaren was, omdat we meer mensen zijn gaan onderzoeken – zien we nu een daling in het aantal gevallen. Dat geeft aan dat het bevolkingsonderzoek werkt. Poliepen en vroege stadia van kanker worden eerder opgespoord, waardoor daadwerkelijk gevallen van darmkanker worden voorkomen.
Toch is er volgens Kortlever nog ruimte voor verbetering, wat voor hem de aanleiding was te onderzoeken welke factoren hij zou kunnen opnemen in een model waarmee hij de FIT kon combineren. De FIT is namelijk wel goed in het uitsluiten dat iemand darmkanker heeft, of een poliep in een vergevorderd stadium. Maar er worden nog altijd een aantal gevallen gemist.

De FIT combineren met andere factoren

In de literatuur vond Kortlever modellen die het beter doen dan de FIT, alleen die waren getest in een situatie die anders was dan in ons Nederlandse bevolkingsonderzoek. Reden genoeg om zelf een aantal modellen te testen, om te zien of er een algoritme te vinden is dat het risico op darmkanker goed voorspelt. Zo vergeleek Kortlever de FIT met een model waarbij FIT werd gecombineerd met leeftijd en geslacht. Dit model deed het echter niet beter dan de FIT, ondanks dat uit het onderzoek bleek dat het risico wel degelijk sterk samenhangt met leeftijd.

Vervolgens heeft Kortlever de FIT ook nog vergeleken met een model waarbij de huidige FIT werd gecombineerd met de factoren: familiegeschiedenis aangaande darmkanker, roken, geslacht en leeftijd. Maar ook dit risicomodel vond niet meer afwijkingen. Daarnaast gaf ook een model, waarbij behalve de FIT vier mRNA-markers uit het bloed werden toegevoegd, geen goede resultaten. Het aantal onnodige darmonderzoeken kon hiermee met 13% worden verminderd, maar er was ook een onderschatting van het aantal mensen met darmkanker of vergevorderde poliepen. Zo’n 10% werd niet gedetecteerd. De extra markers konden het bevolkingsonderzoek daarom niet efficiënter maken.

“De FIT zou met nog meer markers gecombineerd kunnen worden”

Toekomst

Ondanks dat Kortlever in zijn onderzoeken geen betere methode vindt dan de huidige FIT, lijkt hij positief gestemd als het gaat om het gebruik van algoritmes in het darmkankeronderzoek in de toekomst. De FIT zou namelijk met nog meer markers gecombineerd kunnen worden, andere factoren dan die Kortlever in zijn onderzoek al heeft gebruikt. 

Ander onderzoek toont die mogelijkheid aan. Uit een studie aan het AmsterdamUMC blijkt bijvoorbeeld dat de multitarget FIT (mtFIT), waarbij hemoglobine, calprotectine en serpin family F member 2 worden gemeten, leidt tot een betere detectie van vergevorderde poliepen, vergeleken met de huidige FIT2. Daarmee zou deze test op de lange termijn kunnen leiden tot het terugdringen van de incidentie van darmkanker en de daarmee gepaard gaande sterfte. Dus hoewel het proefschrift van Kortlever aangeeft hoe moeilijk het is om de testen te verbeteren, lijken er nog voldoende mogelijkheden over om verder te onderzoeken.

Referenties:
1. Kortlever, T. Algorithms in colorectal cancer screening. Proefschrift. Promotoren prof. dr. E. Dekker en prof. dr. P.M.M. Bossuyt. Copromotor dr. M. van der Vlugt.
2. Wisse PAH, De Klaver M, Van Wifferen F, et al. The multitarget faecal immunochemical test for improving stool-based colorectal cancer screening programmes: a Dutch population-based, paired-design, intervention study. The Lancet Oncology. Volume 25, issue 3, March 2024, P326-337.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?