DOQ

Selectiever inzetten oncolytica voor betere overleving

Ondanks de komst van veel nieuwe oncolytica in de afgelopen decennia, is de overleving bij kanker gemiddeld slechts beperkt toegenomen. Bij enkele tumortypen is de overleving wel sterk gestegen, blijkt uit een recente publicatie. Een interview met twee onderzoekers die hieraan meewerkten, internist-oncoloog Agnes Jager van het Erasmus MC en klinisch epidemioloog Sabine Siesling van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).

Bij een op de vijf patiënten met kanker is deze ziekte bij de diagnose al uitgezaaid. De helft van deze patiënten leeft daarna zes maanden of korter. Dat is maar één maand langer in vergelijking met tien jaar geleden. Dat bleek uit het rapport ‘Uitgezaaide kanker in beeld’ dat IKNL in 2020 publiceerde. “Mede op basis daarvan vonden wij het belangrijk om onderzoek te doen naar de overlevingswinst bij gemetastaseerde kanker. We deden dit bij patiënten die op het moment van de diagnose al metastasen hadden”, zegt Sabine Siesling, die ook hoogleraar Kankerzorg op maat is bij de Universiteit Twente.

“De overleving was opvallend verbeterd bij GIST en NET”

Klinisch epidemioloog Sabine Siesling

GIST en NET

Siesling legt de opzet van de studie uit. “We selecteerden patiënten uit de kankerregistratie die beheerd wordt door het IKNL en deelden die op in twee periodes: van 1989-1993 (52.263 patiënten)  en van 2014-2018 (84.383 patiënten). We keken naar de winst in de 1-jaarsoverleving en de 5-jaarsoverleving per tumorsoort, voor in totaal 28 tumortypen. Dit was de ‘net survival’: de sterfte bij een specifiek tumortype in vergelijking met de sterfte in de algemene populatie. Daarnaast brachten we alle oncologische middelen die er in de afgelopen decennia zijn bijgekomen in kaart: ongeveer 80. Die gegevens legden we over elkaar heen, zodat we de overlevingswinst per tumortype konden correleren aan bepaalde oncolytica. Een oorzakelijk verband is hiermee niet vast te stellen. De overlevingswinst was opvallend verbeterd bij gastro-intestinale stromale tumoren (GIST) en neuro-endocriene tumoren (NET), met een belangrijke bijdrage van respectievelijk imatinib en octreotide. Uiteraard spelen er meer factoren mee bij overlevingswinst dan alleen medicatie. Bijvoorbeeld betere diagnostiek zoals beeldvorming.”

Selectiever inzetten

De overlevingswinst bij borstkanker – het aandachtsgebied van Agnes Jager – lijkt beperkt. Bij borstkanker is de 5-jaarsoverleving bijvoorbeeld met 18% toegenomen, in een periode dat 17 nieuwe geneesmiddelen geïntroduceerd werden. “Toch is de winst bij een specifiek subtype – HER2-positieve borstkanker (12-15% van alle borstkankers) – flink toegenomen door behandeling met HER2-gerichte therapie. Dit resultaat wordt verdund omdat er naar het totaal van alle subtypen borstkanker gekeken is”, zegt Jager. “Een ander belangrijk punt is dat de overleving verder kan verbeteren als oncolytica, maar zeker ook doelgerichte therapie, nog selectiever worden ingezet. Van groot belang is daarom het onderzoek naar biomarkers die kunnen voorspellen welke patiënten werkelijk baat hebben bij deze nieuwe behandelingen.”

“Onderzoek naar de effectiviteit in ‘real life’ is nodig”

Internist-oncoloog Agnes Jager

‘Real life’

Als een nieuw middel op de markt is gekomen, is onderzoek naar de effectiviteit in de dagelijks klinische praktijk van groot belang, geeft Jager aan. “In de praktijk gelden minder strenge voorwaarden voor toediening van een nieuw medicament dan in de registratiestudies. Onderzoek naar de effectiviteit in ‘real life’ bij minder streng geselecteerde patiënten is nodig, omdat kennis hierover ontbreekt. We moeten dus zeker studies naar nieuwe middelen blijven doen. Daarnaast moeten we de effecten van deze middelen in de dagelijkse praktijk monitoren met bronnen zoals de Nederlandse Kankerregistratie.”

Huisartsen zijn een belangrijk klankbord voor patiënten met kanker”

Klinisch epidemioloog Sabine Siesling

Data goed vastleggen

Voor huisartsen en apothekers is er ook werk aan de winkel. “Het is belangrijk dat ze data over klachten van patiënten en behandelingen correct en eenduidig vastleggen in het patiëntendossier. Zo kunnen deze benut worden voor onderzoek. Huisartsen zijn een belangrijk klankbord voor patiënten met kanker. Zij zijn de spil in de continue zorg rondom kanker en zijn op de hoogte welke bijwerkingen en klachten op de langere termijn ontstaan”, zegt Siesling. “Apothekers en huisartsen kunnen patiënten stimuleren mee te doen aan onderzoek. Zowel klinische studies als ‘real world data’-analyses worden grondig getoetst door medisch ethische toetsingscommissies. Patiënten kunnen er daarom gerust op zijn dat zo’n studie nuttig en veilig is”, besluit Jager.

Referentie: Luyendijk M, Visser O, Blommestein HM, et al. Changes in survival in de novo metastatic cancer in an era of new medicines. J Natl Cancer Inst. 2023 Mar 29:djad020.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Boek over veilige sedatie toepassen op de SEH moet angst wegnemen

Vier SEH- artsen schreven een boek over veilige sedatie op de SEH. Het is bedoeld als naslagwerk en cursusmateriaal, vertellen Mischa Veen en Daniëlle van Winden. “Uniek is dat de informatie ook gericht is op het voorkomen van traumatische ervaringen voor patiënten.”

‘Wij willen over twintig jaar ook nog huisarts zijn’

Ties Janssen vertelt over het manifest ‘De huisarts van morgen’, waarmee de Lovah de continuïteit van de huisartsenzorg wil veiligstellen. “Al jaren wordt er nagedacht over vergrijzing en personeelstekorten in de zorg, en nog steeds kabbelt het maar voort.”

Casus: 13-jarig meisje met een bloedende moedervlek

Een 13-jarig meisje komt op het spreekuur omdat ze sinds enkele dagen een bloedende moedervlek heeft. De moedervlek zit er al sinds enkele maanden en is snel gegroeid en ook wat boller geworden. Verder geen klachten zoals pijn of jeuk. Wat is uw diagnose?

‘Ik heb medewerkers meegenomen naar waar ze het best op hun plek zijn’

Op de afdeling waar Jacqueline Loonen leiding geeft staat ‘persoonsgericht’ centraal, zowel in de patiëntenzorg als in de organisatie. “De patiënt en zorgverlener zijn samen verantwoordelijk. Iedereen komt vanuit zijn of haar expertise met voorstellen tot verbetering.”

Casus: vrouw met verkoudheid en oorpijn

Patiënte zit verkouden tegenover u met oorpijn links. De verkoudheid bestaat sinds gisteren maar de oorpijn is vannacht begonnen. De otalgie is pijnlijker dan de pijn die zij heeft ervaren bij de bevalling van haar kinderen. Het gehoor is links mogelijk iets minder dan rechts. Zij heeft geen koorts. Wat is uw diagnose?

Mededingings­toezicht biedt veel ruimte voor samen­werking

In ons zorgstelsel is veel ruimte voor samenwerking en netwerkvorming, vertelt Marco Varkevisser. “Veel zorgaanbieders denken dat heel veel niet mag van de ACM, terwijl die de afgelopen jaren heeft laten zien dat er juist veel ruimte is voor samenwerking.”

‘Vergroot herken­baarheid anti­biotica’

Een betere herkenbaarheid van antibiotica kan leiden tot verstandiger gebruik en zo helpen in de strijd tegen de wereldwijd groeiende antibioticaresistentie. Annelie Monnier en Heiman Wertheim vertellen over het ABACUS-project. “Resistentie kent geen grenzen.”

Medische hypnose: meer controle over je lijf en emoties

Kinderarts en hypnotherapeut Arine Vlieger vertelt over het gebruik van medische hypnose: “Als je de verwachtingen van de patiënt positief kan beïnvloeden dan heeft dat tevens effect op de behandeling. Taal is dan ook de basis van hypnose.”

Casus: vrouw met melaena, een steeds dikker wordende buik en een uitpuilende navel

Een vrouw wordt gepresenteerd op de Spoedeisende Hulp in verband met sinds 1 dag bestaande melaena. Daarnaast klaagt patiënte over een steeds dikker wordende buik, pijn in de rechter bovenbuik en een uitpuilende navel sinds 6 weken. Tevens zijn haar benen iets dikker geworden. Wat is uw diagnose?

In zes stappen afval op de OK reduceren

Roos Bleckman, Lukas Radema en hun collega’s van het OK Green Team bedachten een stappenplan om het afval op de OK de komende jaren met de helft te reduceren. “Het afdekmateriaal op de OK kon met maar liefst 20% gereduceerd kon worden.”