DOQ

Senior researchanalist interstitiële longziekten Van der Vis: ‘RA-patiënten met longfibrose hebben ruim drie keer zo vaak de risicovariant in het MUC5B-gen’

Sommige patiënten met reumatoïde artritis ontwikkelen op den duur ook longfibrose. Bij hen blijkt gemiddeld vaker een variant in het MUC5B-gen voor te komen dan bij reumapatiënten zonder longfibrose en dan bij gezonde mensen. Dat blijkt uit een internationale studie waarbij het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht/Nieuwegein is betrokken. “Deze kennis biedt aanknopingspunten voor eerdere diagnose en behandeling van longfibrose bij patienten met reumatoïde artritis in de toekomst”, zegt Annette van der Vis, senior researchanalist interstitiële longziekten.

Van der Vis over de aanleiding van het onderzoek: “In het begin van dit decennium is wetenschappelijk vastgesteld dat een variant in het MUC5B-gen een belangrijke risicofactor is voor het ontwikkelen van Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF)  Het is bekend dat met reumatoïde artritis (RA) geassocieerde longfibrose veel overlappende fenotypische kenmerken heeft met IPF. Zo ontstaat de ziekte meestal op latere leeftijd, vaker bij mannen, is er een vergelijkbaar patroon op de HRCT-scan en hebben patiënten vaker een rookhistorie.

Een uitdagende vraag was dan ook: hebben RA-patiënten met longfibrose ook vaker de risicovariant in het MUC5B-gen dan mensen zonder longfibrose?

Sr. researchanalist interstitiële longziekten Annette van der Vis

Biobank

De senior researchanalist interstitiële longziekten vervolgt: “Wij hebben de vergelijking gemaakt met gezonde mensen. Al 12,5 jaar hebben we in het St. Antonius Ziekenhuis een biobank voor interstitiële longziekten. Daaruit konden we putten voor onze studie. Van veertig RA-patiënten met longfibrose hebben we het MUC5B-genotype bepaald. We vergeleken deze uitkomsten met het genotype van gezonde mensen. De uitkomst? Patiënten met RA en longfibrose hebben ruim drie keer zo vaak de risicovariant in het MUC5B-gen.”

Internationaal

Een interessante bevinding, maar ter versteviging van hun resultaten gingen de onderzoekers uit het St. Antonius Ziekenhuis op zoek naar andere organisaties die hetzelfde onderzoek wilden verrichten. Die zouden dan gebruikmaken van eigen patiëntgegevens. Van der Vis: “Tot onze verrassing bleek L’Hôpital Bichat in Parijs al bezig te zijn met een soortgelijk onderzoek. Sterker, de Franse collega’s waren buitenlandse onderzoeksinstellingen aan het benaderen om mee te doen. Bij dat initiatief zijn wij aangehaakt.”

620 patiënten

Dankzij de andere deelnemers kon ook een vergelijking worden gemaakt tussen reumapatiënten met en zonder longfibrose. Van der Vis: “Uiteindelijk hebben we samengewerkt met onderzoeksgroepen uit zes landen. 620 patiënten met RA en longfibrose zijn geïncludeerd. Zij bleken vaker de risicovariant in het MUC5B-gen te hebben dan gezonde mensen en ook dan reumapatiënten zónder longfibrose. Daarmee is voor patiënten met reumatoïde artritis de MUC5B-variant een risicofactor voor het ontwikkelen van longfibrose.”

Helft longfunctie verloren

Wat is het gevolg van deze uitkomst? Veel RA-patiënten die longfibrose ontwikkelen, krijgen pas een aantal jaren na de RA-diagnose de klachten die horen bij de longziekte. Vaak is dan de helft van de longfunctie al verloren. Bij deze patiënten is longfibrose een belangrijke oorzaak van ziektelast en overlijden. Wordt daarom voortaan al meteen het DNA bekeken van mensen met RA?

Eerder ontdekken

“Vooralsnog is dat toekomstmuziek”, zegt Van der Vis. “Er zal prospectief onderzoek nodig zijn om meer duidelijkheid te krijgen over de voorspellende waarde van de MUC5B-variant. Het is ook geen automatisme dat een reumapatiënt met deze variant longfibrose ontwikkelt. De kans is weliswaar drie keer zo groot, maar er kunnen ook andere factoren meespelen, zoals de mannelijke sekse, leeftijd en roken. Maar inderdaad: de kennis over deze genetische variant zou ertoe kunnen leiden dat RA-patiënten met de MUC5B-risicovariant al in een eerder stadium van hun ziekte – voordat de symptomen zich uiten – worden gemonitord op longfibrose. En hoe eerder longfibrose wordt ontdekt, hoe eerder de behandeling kan beginnen en hoe beter de kwaliteit van leven blijft.”

Medicatie

Ze besluit: “Verder suggereert de overeenkomende genetische achtergrond tussen IPF en RA-geassocieerde longfibrose dat medicatie waarmee IPF-patiënten worden behandeld, ook effectief zou kunnen zijn bij de behandeling van longfibrose in RA-patiënten. Hiervoor is verder onderzoek noodzakelijk.”

Het onderzoek is gepubliceerd in New England Journal of Medicine. Annette van der Vis was namens het St. Antonius Ziekenhuis betrokken bij de patiëntenselectie en bepaling van de genotypen.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx