DOQ

Slijmproppen bij COPD-patiënten gerelateerd aan sterfte

COPD-patiënten met slijmproppen in de luchtwegen hebben meer risico om te overlijden. Hoe meer slijmproppen in de luchtwegen, hoe hoger de kans om binnen tien jaar te overlijden. Dat is gebleken in een observationele studie in de VS met ruim 4.300 COPD-patiënten. De studie is recent gepubliceerd in Journal of the American Medical Association (JAMA).

Overproductie van slijm is bij COPD een centraal onderdeel van de pathologie. Het slijm kan zich in de luchtwegen ophopen tot slijmproppen. Op CT-scans van COPD-patiënten zijn vaak slijmproppen te zien die luchtwegen verstoppen. Maar het is niet bekend of dat een relatie heeft met mortaliteit. De observationele retrospectieve studie in de VS is opgezet om dat te onderzoeken.

“De patiënten maken deel uit van het COPD-cohort van de genetic epidemiology of COPD (COPDGene) studie”

3 categorieën

De studie gebeurde met prospectief verzamelde data van 4.363 patiënten met COPD. De patiënten maken deel uit van het COPD-cohort van de Genetic Epidemiology of COPD (COPDGene)-studie: een multicenter observationele studie naar genetische factoren achter COPD, op CT gebaseerde fenotypen en COPD-subtypen. De deelnemers aan de studie waren rokers in de leeftijd van 57-70 jaar (44% vrouw), geïncludeerd in 21 centra in de VS tussen 2008 en april 2011 en gevolgd tot september 2022.

Op CT-scans van de luchtwegen van de deelnemers werd gekeken naar slijmproppen in gemiddelde tot grote luchtwegen (diameter lumen ongeveer 2-10 mm). Deze werden ingedeeld in 3 categorieën: beïnvloeding van 0, 1-2, of 3 of meer longsegmenten (resp. categorie 1, 2 en 3). De primaire uitkomst was mortaliteit door alle oorzaken, vastgesteld met regressieanalyse en gecorrigeerd voor onder andere leeftijd, geslacht, BMI, rookgeschiedenis en CT-metingen van emfyseem en luchtwegziekte.

“COPD-patiënten met slijmproppen in gemiddelde tot grote luchtwegen hebben een hoger risico op overlijden”

Duidelijk verband

Van de 4.363 deelnemers hadden respectievelijk 2585 (59,3%), 953 (21,8%) en 825 (18,9%) patiënten slijmproppen in de categorieën 1, 2 en 3. Gedurende follow up van gemiddeld 9,5 jaar overleden 1.769 deelnemers (40,6%). De mortaliteitsratio’s waren 34,0%, 46,7% en 54,1% voor deelnemers in de categorieën 1, 2 en 3. De aanwezigheid van slijmproppen in de categorieën 2 en 3, beide vergeleken met categorie 1, was geassocieerd met een aangepaste hazard ratio van overlijden van respectievelijk 1,15 en 1,24.

De onderzoekers concluderen dat COPD-patiënten met slijmproppen in gemiddelde tot grote luchtwegen een hoger risico hebben op overlijden vergeleken met patiënten zonder slijmproppen op een CT-scan. De studie laat volgens hen een duidelijk verband zien tussen de ophoping van slijm en de mortaliteit. Zij denken dat therapieën die slijmproppen afbreken kunnen helpen om de uitkomsten voor COPD-patiënten te verbeteren.

Referentie: Diaz AA, Orejas JL, Grumley S, et al. Airway-Occluding Mucus Plugs and Mortality in Patients With Chronic Obstructive Pulmonary Disease. JAMA, 2023;329(21):1832-39.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?

‘We willen de maatschappij met de gezond­heids­zorg verbinden’

Huisarts Bernard Leenstra wil dat álle Nederlanders goed leren handelen in levensbedreigende situaties. Met zijn initiatief Schok & Pomp biedt hij leuke en tijdbesparende cursussen in levensreddend handelen en probeert hij maatschappij en gezondheidszorg te verbinden.

Trends in brandwonden bij kinderen

Zijn er meer brandwonden bij kinderen, of worden ze sneller doorverwezen? Arts-onderzoeker Frederique Kemme en chirurg Annebeth de Vries volgden de cijfers. “Er komen meer kinderen naar het brandwondencentrum.”

Veel kanker in de toekomst door CT-scans

Een recente analyse wijst op tienduizenden toekomstige kankergevallen door CT-scans. Cardio-thoracaal radioloog Firdaus Mohamed Hoesein pleit voor zorgvuldig gebruik: “Alleen als het écht nodig is en met een zo laag mogelijke dosis.”

‘Zorg dat de digitale weg niet de enige ingang naar de maatschap­pij wordt’

Steeds vaker gaat zorg via de digitale weg. Nicole Goedhart onderzoekt de toegankelijkheid van de (online) samenleving en geeft tips hoe de zorgverlener de zorg toegankelijk voor iedereen houdt. “Een afstand tot de online wereld kan gezondheidsverschillen vergroten.”