DOQ

Smaaksturing: Eerste hulp bij reuk- en smaak­problemen

“Waar we eerst de patiënt naar huis moesten sturen met een ‘het hoort erbij’ kunnen we nu meer voor ze betekenen”, vertelt Madieke Douma, diëtist-onderzoeker in het UMC Groningen. Problemen met reuk- en smaakbeleving komen veel voor, met name bij patiënten die oncologische behandelingen ondergaan. Wat kunnen we deze patiënten bieden?

Stel je voor: dingen die altijd lekker waren zijn nu ineens smaakloos. Etentjes met familie en vrienden niet leuk meer. En ook van uiteten gaan verdwijnt de glans. Reuk- en smaakproblemen hebben een grote impact op het leven van de patiënt. “Als de klachten langdurig aanhouden, kunnen ze de kwaliteit van leven beïnvloeden”, zegt Madieke Douma. “De smaakverandering levert een hoop frustratie op.”

“De uitslag van de smaaktest levert een smaakpaspoort op en een bijbehorend voedingsadvies”

Diëtist-onderzoeker Madieke Douma

Werkgroep voor smaaksturing

“Om patiënten beter te helpen met dit probleem, zijn we in het UMCG met smaaksturing aan de slag gegaan”, vertelt Douma. “Samen met radiotherapeuten, oncologen, verpleegkundigen, voedingsassistenten en koks – eigenlijk iedereen die affiniteit heeft met dit onderwerp – hebben we een werkgroep voor smaaksturing opgericht. Er was op dat moment nog geen passend behandelplan voor reuk- en smaakproblemen voorhanden”, aldus Douma.

Het smaak assessment

“We hebben een smaak assessment ontwikkeld, bestaande uit een test en een advies. Patiënten ondergaan een smaaktest, waarbij we kijken naar de vijf basissmaken. Daarnaast bekijken we of bepaalde prikkelingen het mondgevoel versterken. Dat testen we met een chili-olie in lichte concentratie”, vertelt Douma. “We kijken ook naar het effect van kruiden, specerijen of geuren. De uitslag van de smaaktest levert een smaakpaspoort op en een bijbehorend voedingsadvies. Samen met in smaaksturing gespecialiseerde koks, implementeren we de smaaksturing ook in het ziekenhuis voor patiënten die zijn opgenomen.”

“Veel initiatieven op het gebied van smaaksturing zijn nog onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd”

Van regionale werkgroep naar landelijk expertisecentrum

“Twee jaar geleden merkten we dat steeds meer instellingen in Nederland en België bezig waren met onderzoek naar smaaksturing. Omdat er veel langs elkaar heen werd gewerkt, besloten we dat het belangrijk was om kennis te delen”, vertelt Douma. “Kortom, we wilden evidence-based informatie verzamelen en meer inzicht krijgen in wat er nog ontbrak. Dit vormde de basis voor de oprichting van de Landelijke Expertisegroep Smaak- en Reukverandering Oncologie.” Het doel: patiënten helpen die langdurig problemen hebben met hun reuk en smaak.

“We leren van elkaar en bundelen kennis. Daarnaast bekijken we hoe we andere centra, die nog geen reuk- en smaakassessments doen, daarin kunnen betrekken”, legt Douma uit. “In 2024 starten we met een multicenterstudie, genaamd TASTY, waarvoor we recentelijk de benodigde subsidie hebben gekregen. In dit onderzoek gaan we kijken naar het effect van smaaksturing. Veel initiatieven op het gebied van smaaksturing zijn nog onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd. Middels de TASTY-studie hopen we hierin verandering te brengen.”

Niet alleen voor de oncologiepatiënt

Hoewel smaakproblemen ook voorkomen bij COVID-patiënten en bij mensen die langdurig antibiotica gebruiken, vormen de oncologiepatiënten op dit moment nog wel het grootste speerpunt van de landelijke expertisegroep. Veel oncologische behandelingen zijn namelijk van invloed op de smaakbeleving.

“Er kunnen reuk- en smaakproblemen ontstaan als gevolg van chemotherapie, immunotherapie en radiotherapie. Meestal herstelt dit probleem bij stoppen behandeling, maar lang niet altijd”, legt Douma uit. “Immunotherapie moet een patiënt soms langdurig of zijn leven lang blijven gebruiken. Het lichaam krijgt dan niet de kans de smaak te herstellen. Ook bij bestraling kunnen de gevolgen groot zijn, waardoor smaak niet terugkomt of afwijkend blijft.”

Ik hoor heel veel positieve reacties van patiënten”

Erkenning van het probleem

“Een assessment geeft erkenning aan het probleem. Het geeft de patiënt een diagnose over welke papillen zijn aangedaan, maar ook welke smaken hij of zij nog wel proeft. Daarop kunnen we voedingsadvies geven”, legt Douma uit. “Ik hoor heel veel positieve reacties van patiënten, omdat het eerder een onderkend probleem was waar nu aandacht voor is. Maar het lost het probleem niet op. Daar is meer onderzoek voor nodig.”

Timing is belangrijk

“De door te voeren aanpassingen, uitgaande van het voedingsadvies, vragen veel van de patiënt. Andere dingen eten of nieuwe ingrediënten gebruiken bij het koken zijn allemaal gedragsaanpassingen. En je gewoontes veranderen is lastig. Timing is daarom belangrijk bij smaaksturing. Een arts of diëtist moet dus per behandeling bekijken wat het beste moment is om smaaksturing in te zetten.”

Artsen die ook meer willen betekenen voor patiënten met reuk- en smaakproblemen kunnen contact opnemen met De Landelijke Expertisegroep Smaak- en Reukverandering Oncologie: smaak@onco.umcg.nl

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”