Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Dr. Blokland: ‘Speekselklierbiopten kunnen meer vertellen over prognose van patiënten met syndroom van Sjögren’
Het vocht waarin speekselklierbiopten worden bewaard, kan meer vertellen over de diagnose en de prognose van patiënten met het syndroom van Sjögren. Dat blijkt uit onderzoek van dr. Sofie Blokland, reumatoloog i.o. bij het UMC Utrecht. Zij promoveerde eerder dit jaar aan de Universiteit Utrecht op dit onderwerp.
Het syndroom van Sjögren is na reumatoïde artritis de meest voorkomende reumatische autoimmuunziekte. Toch is het een relatief onbekende aandoening. De klachten zijn ambigu, waardoor de tijd tot diagnose kan oplopen tot tien jaar. De behandeling voor het syndroom van Sjögren is vooral gebaseerd op symptoombestrijding: kunsttranen, -speeksel en pijnstillers. Afhankelijk van de verschijnselen en de betrokkenheid van verschillende organen worden daarnaast verschillende immuunsuppressiva voorgeschreven.
Speekselklierbiopten
Bij de diagnose is de anamnese belangrijk. Naast het meten van specifieke antilichamen in het bloed wordt een speekselklierbiopt genomen bij een patiënt met verdenking van het syndroom van Sjögren. Een patholoog onderzoekt dit stukje weefsel op het aantal ontstekingen. Het tellen van deze ontstekingen gebeurt handmatig, dus is er veel heterogeniteit. Bij randgevallen blijft daarom lang onduidelijk of patiënten daadwerkelijk lijden aan het syndroom van Sjögren. Behalve voor de diagnose is de mate van ontsteking belangrijk voor de prognose; patiënten met ernstige ontsteking hebben een hoger risico op het ontwikkelen van lymfeklierkanker.
Cytokines in zoutoplossing
Dr. Blokland en haar collega’s hebben nu een manier bedacht om meer informatie uit deze speekselklierbiopten te winnen. Direct na afname gaan de biopten in een fysiologische zoutoplossing. Blokland: ‘In die oplossing blijken we honderden cytokines te kunnen meten. Uit ons onderzoek blijkt dat sommige daarvan karakteristiek zijn voor het syndroom van Sjögren.’ Dat zijn met name chemokines die een rol spelen in de vorming van lymfocytaire infiltraten en B-celactivatie. ‘We hebben ook gezien dat de cytokines correleren met de mate van ontsteking: hoe meer ontsteking iemand heeft, hoe hoger de concentraties van die cytokines zijn.’
Epigenetische celtelling
Een andere innovatieve techniek die Blokland onderzocht is epigenetische celtelling. Dat is een techniek op basis van het winnen van DNA uit een speekselklierbiopt. Daaruit kan worden bepaald welke genen gedemethyleerd, dus actief, zijn. Blokland: ‘We kunnen dus op basis van het DNA de hoeveelheid verschillende cellen in het weefsel meten. Normaal moeten al die losse celsubsets worden gekleurd met immuunfluorescentie of immuunhistochemie, en vervolgens moet je de cellen per kleuring tellen. Dat duurt uren.’ De techniek van Blokland en haar collega’s is op basis van PCR, dus veel efficiënter. Daarnaast is hij gestandaardiseerd.
Aandacht voor Sjögren
Een reumatoloog kan met dit onderzoek nog niet zo veel in de klinische praktijk, zegt Blokland. Maar ze denkt wel dat het belangrijk is dat het syndroom van Sjögren onder de aandacht wordt gebracht. ‘Ik merk dat binnen de interne geneeskunde weinig aandacht is voor het syndroom. Veel huisartsen kennen het niet en veel interne assistenten zullen het nooit in hun differentiaaldiagnose zetten. Mede daardoor zien we een diagnostische delay van vijf tot tien jaar.’ Blokland denkt dat daarom in de toekomst de expertise voor gecompliceerde Sjögren-patiënten, met name met orgaanbetrokkenheid, zou moeten worden geconcentreerd in de drie expertisecentra: de UMC’s van Groningen, Utrecht en Rotterdam. ‘Als een speekselklierbiopt wordt genomen in een expertisecentrum, dan kan de diagnose sneller betrouwbaar worden gesteld. Patiënten komen dan eerder in aanmerking voor medicatietrials. Zo komen we met zijn allen dichterbij een passende behandeling voor het syndroom van Sjögren.’
Lees hier het proefschrift van dr. Sofie Blokland.