Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
‘Stijve Hollanders die apotheek volgens de regeltjes runnen, houden ’t hier niet lang vol’
Wonen en werken in een warm land klinkt idyllisch, maar vereist flexibiliteit en relativeringsvermogen, zo heeft apotheker Jan de Smidt ervaren. Als hij na een reorganisatie bij de KNMP in 2010 zijn baan verliest, vertrekt hij naar het Caribische eiland Sint Maarten waar hij tot zijn pensioen in 2013 in Philipsburg werkt. “Je leert wel dat niet alles volgens het boekje kan. Maar het is aan jou als academisch geschoolde apotheker om medicatie op een zo verantwoord mogelijk manier af te leveren.”
Het leven gaat niet altijd zoals gepland, maar kan vervolgens verrassende nieuwe mogelijkheden bieden. Apotheker Jan de Smidt* werkte na zijn afstuderen jarenlang bij de KNMP op de afdeling Beroepsontwikkeling. Tijdens een ontslaggolf, eind 2010, kwam hij als oudgediende op straat te staan. “Ik was niet geregistreerd als apotheker in het register voor openbaar apothekers – een register dat ik notabene zelf had geïnitieerd bij Beroepsontwikkeling!”, vertelt De Smidt. “En kon daarom in Nederland niet in een apotheek aan de slag. Ik zou daarvoor eerst nog een tweejarige registratieopleiding moeten doen. Op Sint Maarten golden de Nederlandse eisen voor een apotheker echter niet, en zo kwam ik daar terecht.”
Medicatiebewaking
Hoewel het eiland Sint Maarten deel uitmaakt van het Koninkrijk der Nederlanden, ervaart De Smidt een wereld van verschil tussen een apotheek in Nederland of op Sint Maarten. In Nederland staan geavanceerde medicatiebewakingssystemen apothekers terzijde en is er structurele controle op contra-indicaties en interacties. Op Sint Maarten is dat niet zo. De Smidt: “Ik werkte op Sint Maarten met hetzelfde apotheekinformatiesysteem als toen ik in de jaren zeventig in Nederland tijdens mijn opleiding stage liep in een apotheek.”
Ook komen op Sint Maarten mensen met allerlei recepten in de apotheek waarvan niet duidelijk is voor wie het bestemd is. “Het recept kan voor familie zijn, maar ook voor de buren. Dat zit verweven in de cultuur, dat kun je als Nederlandse apotheker niet rechtzetten. Medicatiebewaking zoals we dat in Nederland gewend zijn, is op Sint Maarten niet te doen.”
“Kwam ik iets geks tegen, een mogelijke interactie of contra-indicatie, dan keek ik in de medicatiegeschiedenis of de patiënt dit al langer gebruikte”
Verantwoord
Voor De Smidt betekende dit dus roeien met de riemen die hij had. “Drie keer per dag, en ook op zaterdag en zondag, keek ik de recepten na. Uit het hoofd en met wat naslagwerken die ik uit Nederland had meegenomen, zoals het Informatorium Medicamentorum van de KNMP, checkte ik de medicatie. Kwam ik iets geks tegen, een mogelijke interactie of contra-indicatie, dan keek ik in de medicatiegeschiedenis of de patiënt dit al langer gebruikte. Zo ja, dan was het blijkbaar veilig en liet ik het recept doorgaan. Je leert wel dat niet alles volgens het boekje kan. Maar het is aan jou als academisch geschoolde apotheker om medicatie op een zo verantwoord mogelijke manier af te leveren.”
Brabantse mentaliteit
In de apotheek waar De Smidt werkte, kwam hij in een team met assistenten die gewend waren om zelfstandig de apotheek te runnen. Want apothekers waren op Sint Maarten moeilijk te krijgen. “Regelmatig komen er apothekers uit Nederland werken”, vertelt hij, “maar de meesten houden het er niet lang vol. Het team en de bevolking zijn er heel vrolijk, het is lang leve de lol. Aan de balie worden ook grapjes gemaakt die je in Nederland nooit zou maken. Bijvoorbeeld als iemand ‘s middags de morning afterpil komt halen: ‘It is the afternoon after, it doesn’t work’. Eigenlijk houden alleen Brabanders het hier goed vol”, stelt hij. “De Brabantse mentaliteit sluit wel goed aan op de cultuur op Sint Maarten. En Limburgers ook – ik kom zelf uit Maastricht – , maar die reizen niet graag”, zegt hij lachend. “Maar stijve Hollanders die een apotheek volgens de regeltjes willen runnen, hebben het er gauw gezien.”
Farmacotherapeutisch overleg
Met de twaalf apothekers op Sint Maarten was er onderling goed overleg, vertelt De Smidt. “Ook hielden we overleg met artsen. Je moet weten dat Sint-Maarten vanuit de historie verdeeld is in een Nederlands en Frans deel. Het overleg tussen apothekers en artsen verliep daarom in het Engels. De Amerikaanse artsen op het eiland waren vanuit hun eigen cultuur niet bereid iets aan te nemen van een apotheker. Die hadden de houding van: de arts bepaalt en de apotheker levert af wat de arts voorschrijft. De samenwerking met hen verliep erg moeizaam. De apothekers hadden zich gespecialiseerd. Ik richtte me op bereidingen en het organiseren van farmacotherapeutisch overleg tussen apothekers en artsen, terwijl andere collega’s zich bijvoorbeeld specialiseerden in zonnebrandmiddelen, sportartikelen of medicatie voor de scheepvaartbranche.”
“De assistenten gaven antibiotica of corticosteroïden niet zonder recept mee. Maar hydrocortisoncrème lag dan wel weer in de handverkoop”
Streng
De Smidt merkte tijdens zijn periode op Sint Maarten dat de assistenten gewend waren zonder apotheker te werken. “De oudste assistente was manager geworden en ik lag voortdurend met haar overhoop. De assistenten waren opgeleid in Suriname dat qua farmacie sterk georiënteerd was op Nederland. Ze hadden in Nederland staatsexamen gedaan en waren streng op de medicatie. Bijvoorbeeld antibiotica of corticosteroïden gaven ze niet zonder recept mee. Maar hydrocortisoncrème lag dan wel weer in de handverkoop.”
Privacy was wel ‘een dingetje’ in de apotheek, vertelt hij. “Als het regende stond de hele apotheek vol. Was het mooi weer, dan stond iedereen buiten. Het gebeurde wel dat ik aan iemand uitleg gaf, ‘U moet driemaal daags deze tabletten slikken’, en dat er iemand achter stond die zei: ‘You shouldn’t take these pills, my mother got headache from them’.”
Analfabetisme
Patiëntenvoorlichting was eveneens een uitdaging. “Een groot deel van de bevolking is analfabeet”, zegt hij, “dus het had weinig zin om schriftelijk patiënteninformatie mee te geven. Voor mensen die wel konden lezen, hadden we geneesmiddeleninformatie op een website staan.” Een andere uitdaging was het afleggen van huisbezoek bij patiënten thuis. “Huisnummers en straatnamen zijn niet zo georganiseerd als in Nederland, dus ik moest het doen met aanwijzingen als een ‘oude man’, ‘bij die lantaarnpaal links’. En toen ik bij de betreffende patiënt thuiskwam, zag ik een grote fruitmand met allemaal medicatie erin. De patiënt had een houding van: ‘Welk medicijn zal ik eens nemen?’”
“Wil je er als apotheker aan het werk, dan moet je flexibel zijn. De manier van werken gaat in tegen alles wat je in Nederland hebt geleerd”
Klimaat
Werken op Sint Maarten betekent ook leren omgaan met het klimaat. “Ik heb er geleerd om ’s ochtends vroeg op te staan, want ’s middags is het te heet om wat te doen. Het is het hele jaar door warm. In de winter is het prachtig weer, vergelijkbaar met een goede Nederlandse zomer. Maar in de zomer is het drie maanden bewolkt tot oktober met twee keer per week een depressie: regen en een flinke storm. De zomer is er niet fijn.” Tijdens zo’n depressie kon de stroom ineens uitvallen. “Dan was de koelkastvoorraad van je apotheek in één keer weg. We moesten verplicht blikvoeding en crackers op voorraad hebben voor deze barre omstandigheden.”
Flexibel
“Je moet het eiland echt hebben ervaren om te begrijpen hoe het daar is”, zegt De Smidt tot slot. Het eiland oefent nog immer aantrekkingskracht op hem uit, want hij is er inmiddels twee keer terug geweest, vertelt hij. “Wil je er als apotheker aan het werk, dan moet je flexibel zijn. De manier van werken gaat in tegen alles wat je in Nederland hebt geleerd. Maar als je dol bent op water, mooi weer, palmbomen, zeilen, surfen en dergelijke, dan is dat eiland echt wel je ding. En je kunt er als apotheker prima rondkomen.”
* Jan de Smidt werkte van 2011 tot 2013 als apotheker op Sint-Maarten in Philipsburg, waarna hij met pensioen ging. Hij is nog altijd actief in een KNMP-werkgroep rondom ethische vraagstukken in de apotheek.