DOQ

Myotone dystrofie? Vraag goed door en verwijs tijdig

Myotone dystrofie type 1 is een van de meest voorkomende erfelijke aandoeningen. Toch kan de diagnosevertraging oplopen tot tien jaar. De aandoening verdient daarom meer aandacht, vinden kinderneuroloog Hilde Braakman en verpleegkundig specialist Ilse Karnebeek van het Radboudumc. “Zorgverleners moeten zich ervan bewust zijn dat de aandoening bestaat.”

Myotone dystrofie type 1 (MD1) is een erfelijke, progressieve spierziekte en kenmerkt zich op volwassen leeftijd door het vertraagd ontspannen van aangespannen spieren (myotonie) en een toenemende spierzwakte (dystrofie). Meer organen zijn betrokken bij het ziektebeeld: ook hart, longen, maagdarmstelsel, ogen en hersenen zijn vaak aangedaan. Bij kinderen wordt MD1 meestal gekenmerkt door leer- en gedragsproblemen, darmproblemen en vermoeidheid.

Ilse Karnbeek (l) en Hilde Braakman (r)

“Vooral de eerste klachten zijn ongrijpbaar, zoals vermoeidheid, maagdarmklachten en cataract. Die kwalen vallen vaak op hun plek met de familie-anamnese”

Verpleegkundig specialist Ilse Karnebeek

Familiekwalen

Hoewel MD1 zeldzaam is, is het toch de meest voorkomende erfelijke spierziekte met een geschatte prevalentie van 1 op 2100. Die onbekendheid is het gevolg van de complexiteit van de aandoening, met verschijnselen die sterk kunnen verschillen tussen verschillende personen binnen dezelfde familie. Hierdoor duurt het soms lang voordat de diagnose wordt gesteld, zegt Ilse Karnebeek. “Vooral de eerste klachten zijn ongrijpbaar, zoals vermoeidheid, maag-darmklachten en cataract.” Die kwalen vallen vaak op hun plek met de familie-anamnese. Dat is belangrijk, aldus Karnebeek, omdat MD een diagnosevertraging heeft van zeven tot tien jaar. “Achter één familielid met MD kan een hele familie zitten met klachten. In kaart brengen van deze klachten is belangrijk, omdat MD een anticiperend karakter heeft. De aandoening komt iedere volgende generatie eerder en ernstiger tot uiting.”

Vraag door bij vermoeden MD1

Juist omdat de symptomen van MD1 zo uiteenlopen, is het belangrijk om door te vragen bij een vermoeden erop. De patiënt kan dan worden doorverwezen. Maar daarvoor moeten specialisten, zoals oogartsen, MDL-artsen en huisartsen, wel kennis hebben van het ziektebeeld, zegt Karnebeek. “Ze moeten zich er bewust van zijn dat het bestaat. Vaak vallen dan de puzzelstukjes wel op hun plaats.”

“Iedere generatie presenteert zich met andere symptomen”

Kinderneuroloog Hilde Braakman

Uiteenlopende symptomen

“Bovendien presenteert iedere generatie zich met andere symptomen”, zegt kinderneuroloog Hilde Braakman. “Pasgeborenen hebben vaak moeite met ademen en drinken, kinderen op jonge leeftijd hebben vaak te kampen met leerproblemen, gedragsproblemen en maag-darmklachten. Terwijl we bij volwassenen vaak spierklachten en cataract zien op jonge leeftijd, dus onder de 50 tot 55 jaar.” Ook bij volwassenen is het brein betrokken bij de ziekte, vult Karnebeek aan. “Zowel bij kinderen als volwassenen zien we vaak een gebrek aan initiatief, dat soms wordt verward met luiheid. Bij kinderen kan het zorgen voor leerproblemen op school. Bij volwassenen zien we dat ze vaak niet zo goed voor zichzelf opkomen en aansturing nodig hebben.”

Klachten mannen en vrouwen

Noemenswaardig vindt Karnebeek de merkbare verschillen tussen mannen en vrouwen. “Mannelijke patiënten ontwikkelen over het algemeen klachten die cardiaal en pulmonaal van aard zijn, terwijl de klachten van vrouwen meer op MDL-gebied liggen”, zegt Karnebeek. Ook op het gebied van breinbetrokkenheid is er verschil. “Ik zie bij mijn eigen patiënten dat mannen vaak wat minder ziekte-inzicht hebben. Zij zien bijvoorbeeld niet de noodzaak van gemalen eten, maar verslikken zich vervolgens wel.” Ook bij kinderen zijn verschillen te zien, vult Braakman aan. “Meisjes met MD zijn vaak mondiger dan jongens met MD, en worden dan ook vaak overschat op basis van hun verbale competenties.”

“In eerste instantie denken artsen helemaal niet aan MD1, waardoor patiënten niet snel bij een neuroloog terecht komen”

Kinderneuroloog Hilde Braakman

Diagnose en behandeling

Hoe het ook zij: in eerste instantie denken artsen helemaal niet aan MD1, waardoor patiënten niet snel bij een neuroloog terecht komen. Terwijl het belangrijk is om zo snel mogelijk een diagnose te stellen, stelt Braakman. “MD is een spierziekte, en heeft ook invloed op het hart en de ademhalingsspieren. De cardioloog en de longarts moeten in een vroeg stadium deel zijn van het behandelteam, zodat ze de patiënt regelmatig kunnen zien voor controles.” Daarnaast kan een diagnose inzicht bieden in de mogelijkheden bij een kinderwens, vult Karnebeek aan. “In geval van MD is prenatale diagnostiek mogelijk met een vlokkentest en embryoselectie. Dan weten we zeker dat een kind de aandoening niet zal ontwikkelen.”

Gentherapie

Er is nog geen curatieve behandeling voor MD mogelijk, maar er loopt wel wetenschappelijk onderzoek. Toepassing van gentherapie is veelbelovend, zegt Braakman. “Op dit moment lopen fase 1-onderzoeken bij dieren. De voorlopige resultaten laten flinke verbeteringen zien.” Ook daarvoor is het stellen van een diagnose belangrijk. “Veel mensen met MD willen deelnemen aan onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen.’

“Naast de jaarlijkse controle voor het hart, kan het revalidatieteam bijdragen aan de juiste begeleiding in de thuissituatie, school en werk”

Verpleegkundig specialist Ilse Karnebeek

Meer bekendheid

Het doel van Karnebeek en Braakman is het genereren van meer bekendheid van het ziektebeeld onder artsen, zodat patiënten tijdig een diagnose krijgen. Dat biedt hun perspectief op de juiste zorg en ondersteuning, en op de lange termijn misschien zelfs een behandeling. “Naast de jaarlijkse controle voor het hart, kan het revalidatieteam bijdragen aan de juiste begeleiding in de thuissituatie, school en werk,” zegt Karnebeek. “Zo ontvangen zij tijdig de juiste zorg en begeleiding.”

Steun nodig

Het is belangrijk dat zorgverleners in de bres springen voor deze groep patiënten, vindt Braakman. “Juist omdat ze vaak niet in staat zijn voor zichzelf op te komen, hebben ze steun nodig. Herkenning van het ziektebeeld maakt daar deel van uit.” Bij een diagnose adviseren Karnebeek en Braakman in elk geval een eenmalige verwijzing naar het expertisecentrum MD (Radboudumc of MUMC+), zodat patiënten worden geïnformeerd over de laatste stand van zaken op het gebied van begeleiding, behandeling en wetenschappelijk onderzoek.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Limburgse apotheek wil chronisch gebruik slaap­medi­catie voorkomen

Apotheker Waan Yasen startte in samenwerking met huisartsen en de gemeente Reuver een project om chronisch gebruik van slaapmedicatie te voorkomen. “We willen patiënten bewust maken van de risico’s. Een alternatief voor medicatie is bijvoorbeeld slaaptherapie.”

‘Zorg dat je digitaal geletterd blijft’

Maartje Schermer deelt enkele ethische vraagstukken die spelen bij technologische ontwikkelingen in de zorg, zoals AI. “Wees er niet bang voor, probeer het uit, en vooral: blijf je er vragen bij stellen. Want één ding is zeker: dit gaat niet meer weg.”

‘Het is belangrijk om de hele mens te zien als arts’

Geïnspireerd door haar eigen leven verkent Machteld Huber inzichten en praktische handvatten over de laatste levensfase onder de titel ‘De laatste 1000 dagen’. “Artsen richten zich vaak puur op het fysieke, terwijl de mens een combinatie is van lichaam en geest.”

Ook medisch specialisten kunnen Bloeizones inzetten

Dyane Stolwijk-Woudstra wil medisch specialisten inspireren om Bloeizones door te zetten naar de tweedelijnszorg. “Het gaat er niet om dat je een probleem signaleert en dat ook meteen moet oplossen, maar maak het bespreekbaar, daar gaat het om!”

Casus: man met hinderlijk nachtplassen

Een 67-jarige man bezoekt uw spreekuur met al langer bestaande hinderlijke klachten van nycturie. De ochtendplas niet meegerekend moet hij er zeker drie keer per nacht uit, maar ook wel vaker. Wat is uw diagnose?

Casus: jongen met klachten na operatie keelamandelen

Op de dienstpost verschijnt de 6-jarige Daan, die afgelopen woensdag is geopereerd aan zijn keelamandelen. Hij wil niet drinken, heeft keelpijn, ruikt naar uit zijn mond, is hangerig en heeft witte plekken achter in de mond. Wat is uw diagnose?

Geneeskunde­­student­en krijgen bijsluiter bij AI

Eerstejaars studenten geneeskunde in Leiden krijgen les in de betekenis van AI en medische technologie. Marcel Haas probeert de studenten te laten nadenken over hun rol als arts in de toekomst. “Hoe kunnen artsen technologie inzetten in het contact met patiënten?”

‘Ergo­therapie is het meest bewaarde geheim in de gezond­heids­zorg’

De meerwaarde van ergotherapie in de eerste lijn is bij veel artsen onbekend, terwijl het vak hen juist helpt om zorg dicht bij huis te kunnen bieden, vertelt Lucelle van de Ven. “De paramedische zorg in de eerste lijn moet groeien, dus ook de ergotherapie.”

Winst in levensjaren met persoonlijke aanpak bijwerk­ingen immuun­therapie

De onderzoeksgroep van Karijn Suijkerbuijk ontdekte dat prednison het effect van immuuntherapie bij kanker onderdrukt. Prednison is vaak nodig voor de bijwerkingen, maar zou persoonlijker ingezet moeten worden. “Mijns inziens moet de richtlijn worden aangepast.”

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’

De vraag ‘Wil je het komend jaar zwanger worden?’ zou veel vaker gesteld moeten worden door álle hulpverleners, stelt Annemarie Mulders. “Gezond zwanger worden begint bij bewustwording en kennis over het belang van de periode vóór de zwangerschap.”


0
Laat een reactie achterx