DOQ

‘Tegen 2050 heel eind op weg naar een wereld zonder TB’

‘TB or not TB, that’s the question in 2050’, luidt de titel van de aankomende oratie van prof. dr. Martin Boeree, longarts en sinds kort hoogleraar Klinische Tuberculose en mycobacteriële infecties bij Radboudumc. Vanuit samenwerkingsverband UNITE4TB zet hij zich in om TB beter te kunnen behandelen en uiteindelijk volledig te elimineren.

Prof. dr. Martin Boeree is recent aangesteld als hoogleraar Klinische Tuberculose en mycobacteriële infecties in het Radboudumc. Tevens is hij projectcoördinator van het nieuwe publiek-private samenwerkingsverband UNITE4TB dat een budget van 185 miljoen euro heeft om klinische trials te doen om bestaande medicijnen tegen tuberculose te optimaliseren en nieuwe behandelingen te ontwikkelen. UNITE4TB beoogt verbetering van de behandeling en preventie van TB-infecties, en om in ultimo tuberculose per 2050 geëlimineerd te hebben.

Longarts prof. dr. Martin Boeree

Toename TB door opkomst HIV

Er is een evidente behoefte aan versnelling van de processen omtrent geneesmiddelontwikkeling voor tuberculose (TB). Wereldwijd staat TB in de top-10 doodsoorzaken en jaarlijks treft TB, als vaakst voorkomende bron van infectie, 9 miljoen mensen. “TB is een armoedegerelateerde ziekte, net als HIV en malaria”, legt Boeree uit. “Al eind vorige eeuw werd door onder andere de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) uitgesproken dat we met een wereldwijde aanpak moeten werken aan betere diagnostiek, betere behandeling en aan vaccins tegen tuberculose. Eigenlijk leek TB in de jaren ’60 en ’70 best redelijk onder controle te zijn, maar onder andere door de opkomst van HIV in landen waar veel armoede heerste zoals in Afrika en Azië kwam TB weer de kop opsteken. Deze toename van TB-gevallen heeft uiteindelijk ook geleid tot multi-drugresistente (MDR) en extensief resistente (XDR) tuberculosestammen die zich maar moeilijk laten behandelen. We leken opnieuw de oorlog te verliezen.”

“TB is alleen met combinatiebehandelingen te bestrijden. Het is dus goed dat we meerdere farmaceuten met nieuwe compounds in de pijplijn aan één tafel hebben gekregen”

De handen ineenslaan: consortia

Boeree beschrijft het sindsdien ontstaan van diverse initiatieven en samenwerkingsverbanden die zich ten doel stelden om het wereldwijde probleem van tuberculose aan te pakken. Zo is er het publieke EDCTP (European & Developing Countries Clinical Trials Partnership), dat gesteund door overheden in de Europese Unie klinische trials organiseert naar de optimalisatie van behandelingen voor TB in Afrika. De TB Alliance, een non-profit organisatie die een partnership vormt tussen farma, de academie, patiënten, donoren, overheden en besluitvormers, is nog zo’n voorbeeld van een samenwerkingsverband met als hoofddoel TB te elimineren voor 2050, evenals PanACEA, het Panafrican Consortium for the Evaluation of Antituberculosis Antibiotics, een consortium waar Boeree coördinator van is. Het Europese Innovative Medicines Initiative (IMI) financierde recent de grootste publiek-private samenwerking voor de klinische ontwikkeling van tuberculosemedicijnen in de geschiedenis van de Europese Unie, met het project UNITE4TB, waarin Boeree optreedt als projectleider. Dit partnerschap tussen farma en de academie maakt deel uit van de AMR Accelerator; een programma gericht op versnellen (accelerate) van de strijd tegen antimicrobiële resistentie (AMR).

UNITE4TB

“Uniek”, noemt Boeree de samenwerking tussen diverse academische instellingen in Europa, longstichtingen, de TB Alliance maar ook drie farmaceutische bedrijven die aangesloten zijn bij EFPIA. “TB is alleen met combinatiebehandelingen te bestrijden, juist daarom is het zo goed dat we meerdere farmaceuten met nieuwe compounds in de pijplijn aan één tafel hebben gekregen voor een optimale samenwerking. Het vraagt veel vertrouwen van alle partijen om dit partnerschap te laten slagen.” Boeree noemt UNITE4TB een platformconsortium onder welke vlag verschillende platformtrials met compounds van verschillende deelnemende farmaceuten uitgevoerd kunnen worden. Momenteel werkt het projectbestuur aan het plannen van de koers die UNITE4TB de komende jaren zal volgen.

“Door dosisoptimalisatie-studies hopen we de behandelduur te verkorten, wat het risico op behandelonderbreking en resistentie verkleint”

Inzet nieuwe compounds

“We volgen eigenlijk twee onderzoekslijnen”, vervolgt Boeree. “Enerzijds gaan we kijken hoe we kunnen bijdragen in de strijd tegen medicijnresistentie door de huidige geneesmiddelen voor TB nog eens onder de loep te nemen. Veelal moeten patiënten nu zes maanden lang behandeld worden, iets dat in armere landen geregeld niet haalbaar is. Hierdoor worden behandelingen onderbroken en dat werkt resistentie verder in de hand. Door dosisoptimalisatie-studies te gaan doen hopen we dat we met de bestaande medicatieregimes de behandelduur kunnen verkorten, misschien wel naar maximaal drie maanden, waardoor we het risico op behandelonderbreking en resistentie verkleinen. Anderzijds gaan we vol inzetten op klinische studies met nieuwe compounds en nieuwe combinaties van compounds, juist met het oog op de MDR- en XDR-TB.”

Latente TB-gevallen

Om vóór 2050 TB de wereld uit te helpen is het volgens Boeree noodzakelijk om niet alleen zo goed mogelijk alle actieve gevallen van TB te behandelen, maar om zeker niet de latente gevallen daarbij te vergeten. “We weten dat ongeveer een derde van de wereldbevolking een latente vorm van TB heeft. Dat is ontzettend veel. We moeten programma’s ontwikkelen om ook deze vormen van TB aan te pakken, willen we het WHO-doel voor 2050 behalen. De klinische studies die we in het kader van UNITE4TB zullen doen, dragen hier hopelijk aan bij.”

“Ik denk eerder dat we uitkomen op een standaard medicatieregime voor eenvoudige gevallen en alternatieve regimes voor regio’s met veel medicijnresistentie”

Pan-TB regime

Of het haalbaar is om TB voor 2050 geëlimineerd te hebben als ziekte, vindt Boeree moeilijk te zeggen, maar hij is wel optimistisch gestemd. “Tegelijk met UNITE4TB gaat het Amerikaanse consortium PAN-TB van start. Dit is als het ware een soortgelijk ‘monster’-consortium, met hetzelfde budget en soortgelijke doelstellingen als UNITE4TB, maar dan in de VS. Ik ben ervan overtuigd dat we met twee van deze monsterconsortia, met partners over de gehele wereld, in staat zullen zijn om een behandelregime te ontwikkelen dat effectief en veilig is en dat ertoe zal bijdragen dat TB voor 2050 uitgeroeid is. Overigens geloof ik niet dat we met één enkel regime zullen uitkomen, het zal misschien eerder zoiets worden als een standaard medicatieregime voor eenvoudige gevallen en een alternatief regime, of misschien wel meerdere alternatieve regimes voor regio’s waar veel medicijnresistentie bestaat. Waarschijnlijk kunnen we een wereldwijd standaard pan-TB regime ontwikkelen door optimalisatie van al bestaande medicatie, en zullen hopelijk de studies die we willen doen naar nieuwe compounds leiden tot nieuwe behandelmethoden voor de regio’s met meer medicijnresistentie. En dan zijn we tegen 2050 denk ik een heel eind op weg naar een wereld waarin geen TB meer voorkomt.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Protocol brengt veelbelovende ‘orphan drugs’ sneller bij patiënt

Behandelaren en zorgverzekeraars slaan de handen ineen om geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten sneller beschikbaar te krijgen, vertelt Niels Reijnhout. “Met het ODAP krijgen patiënten zo snel mogelijk na goedkeuring door het EMA al toegang tot het middel.”

Reanimatie bespreken? Alleen als het past

Artsen vragen op de spoedeisende hulp vaak routinematig naar reanimatievoorkeuren, maar volgens Yvo Smulders is het tijd om deze standaardpraktijk eens kritisch te bekijken. “Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat je die vraag zomaar stelt bij een routine-opname.”

Casus: man met klachten na penisvergroting

Een 38-jarige patiënt is net een week terug uit Turkije, waar hij in een kliniek een penisvergroting heeft ondergaan. Hij kan u niet precies vertellen wat er gebeurd is en klaagt vooral over pijn, roodheid en zwelling van de penis. Wat is uw diagnose?

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.