DOQ

Therapeutisch vaccin vergroot overlevingskans voor patiënten met baarmoederhalskanker

Patiënten met baarmoederhalskanker hebben een grotere overlevingskans door een therapeutisch HPV-16 vaccin. Een nieuwe studie van het Leidse biotechnologie bedrijf ISA Pharmaceuticals B.V. en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) bewijst dat de response van het vaccin versterkt kan worden in combinatie met chemotherapie. De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in het tijdschrift Science Translational Medicine.

LUMC’er en Oncode onderzoeker prof. dr. Sjoerd van der Burg is als laatste auteur betrokken bij de publicatie. “De werking van het vaccin is bij 77 patiënten met een vergevorderd stadium van baarmoederhalskanker getest over een periode van ongeveer 3 jaar. Uit de resultaten van deze fase 2 CervISA-studie, blijkt dat er een sterke correlatie bestaat tussen een sterke afweerreactie op het vaccin en overleving”, legt hij uit.

Prof. dr. Sjoerd van der Burg

Van de patiënten met een sterke afweerreactie, leeft na 3 jaar nog ongeveer 30 procent. Bij patiënten met een zwakke respons ligt het percentage onder de 10 procent. Ook bij inmiddels overleden patiënten, blijkt dat mensen met een sterke afweerreactie langer in leven bleven dan patiënten met een zwakkere respons.  

Combinatie met chemotherapie

Om een sterke afweerreactie bij patiënten te realiseren, is goede timing cruciaal. Het vaccin slaat een stuk beter aan als deze niet na de eerste, maar twee weken na de tweede chemotherapie wordt toegediend. “Dat chemotherapie de afweer tegen kanker kan versterken wisten we al. Alleen was het nog zoeken naar het waarom. Die vraag hebben we kunnen oplossen om er vervolgens optimaal gebruik van te maken”, vertelt Van der Burg. 

Dat het vaccin na de eerste chemotherapie nog niet optimaal werkt, heeft te maken met een haperend afweersysteem bij kankerpatiënten. Als kankercellen in het lichaam aanwezig zijn, scheiden ze stoffen af. Deze zorgen ervoor dat zogenoemde immature myeloide cellen uit het beenmerg komen. Dit zijn onrijpe cellen die de werking van het afweersysteem afremmen. De reactie tegen het vaccin wordt daardoor ook verminderd.

Na de eerste chemotherapie kunnen deze cellen nog terugkomen. Na een tweede therapie zijn ze wel helemaal verdwenen, waardoor het vaccin beter aanslaat. Door deze aspecten van het afweersysteem goed in kaart te brengen speelden ook LUMC’er dr. Marij Welters en haar team een grote rol in de publicatie.

Het vaccin verder versterken

Aan de CervISA studie die recent gepubliceerd is, hebben 9 ziekenhuizen in Nederland en België deelgenomen, met ISA Pharmaceuticals B.V. als belangrijkste sponsor van de studie.

Onderzoekers van de afdeling Medische Oncologie in het LUMC werken al geruime tijd, met behulp van langdurige subsidiering van de KWF kankerbestrijding, aan het onderzoek naar therapeutische vaccines tegen kanker. De rol van de myeloide cellen in kanker is onderdeel van het door het Oncode Institute gesponsorde nieuwe onderzoek dat plaatsvindt in het LUMC. Van der Burg: “Nu we weten hoe we een hoge respons van het vaccin kunnen realiseren, kunnen we onderzoeken hoe we het vaccin verder kunnen versterken, zodat de overlevingskans voor patiënten nog hoger wordt.”


Meer weten? Lees de publicatie op de website van Science Translational Medicine.

Bron: LUMC
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?