DOQ

Voordelen van thuis­moni­toring na klein herseninfarct

Isala gebruikt thuismonitoring voor patiënten met een ‘klein’ herseninfarct. Deze mensen gaan direct na hun bezoek aan de spoedeisende hulp naar huis. Dat scheelt in het aantal bezette bedden. Neuroloog Heleen den Hertog: “Minder dan 5% van deze patiënten moet alsnog worden opgenomen.”

In Nederland worden jaarlijks meer dan 40.000 mensen getroffen door een herseninfarct. Dat aantal stijgt, vooral door de vergrijzing. De meeste van deze patiënten worden vanaf de spoedeisende hulp opgenomen op de stroke-unit of braincare-unit. De krappe bezetting van bedden op deze afdelingen is zodoende een groeiend probleem. Neuroloog Heleen den Hertog herkent dit: “In Isala worden jaarlijks 1200 mensen met een herseninfarct opgenomen. We zien het aantal patiënten jaarlijks groeien, waardoor de druk op het aantal bedden toeneemt.”

(Foto: PersBuro Frans Paalman Zwolle)

“Minder dan 5% van de patiënten met een klein herseninfarct wordt alsnog opgenomen”

Neuroloog Heleen den Hertog

Thuismonitoring

Den Hertog riep daarom, samen met collega’s van de afdeling cardiologie en neurologie, een initiatief in het leven.  Hierbij hoeven patiënten met een klein herseninfarct vanaf de spoedeisende hulp niet meer te worden opgenomen, of kunnen zij van de braincare-unit sneller naar huis. Hun hartritme wordt dan thuis op afstand gemonitord. “Het gaat hierbij om patiënten die niet in aanmerking komen voor intraveneuze trombolyse en/of intra-arteriële therapie en die relatief weinig klachten ervaren na hun herseninfarct”, zegt Den Hertog. “Waar mensen met een groot herseninfarct minimaal 48 uur worden opgenomen op de braincare-unit van onze spoedeisende hulp, krijgen degenen met een klein herseninfarct alleen een diagnose en de standaardonderzoeken naar de onderliggende oorzaak.” Uiteraard wordt samen met de patiënt en diens naasten besloten of dit traject bij hen aansluit.

Boezemfibrilleren

Deze patiënten gaan vervolgens naar de polikliniek Cardiologie voor een monitoring-apparaat dat zeven dagen registreert of er sprake is van boezemfibrilleren; een belangrijke oorzaak van een TIA of herseninfarct. In het geval van boezemfibrilleren verstuurt het apparaatje een signaal naar de cardioloog, aldus Den Hertog. “Die kan dan de therapie aanpassen.” Daarnaast hebben deze patiënten in dezelfde week een afspraak op de polikliniek bij de verpleegkundig specialist voor voorlichting en het opstarten van de juiste nazorg.

“Patiënten vinden het fijn om de zorg in hun eigen omgeving voort te zetten. Bovendien zorgt thuismonitoring voor een kostenbesparing”

Zorg in eigen omgeving

Thuismonitoring bij patiënten met een klein herseninfarct heeft grote voordelen. “Allereerst kan de patiënt sneller naar huis”, zegt Den Hertog. “Een verblijf op de braincare-unit is vaak confronterend of soms zelfs traumatisch. Patiënten vinden het fijn om de zorg in hun eigen omgeving voort te zetten. Bovendien zorgt thuismonitoring voor een kostenbesparing. Zo houden we op onze braincare-unit bedden beschikbaar voor mensen die reperfusietherapie ondergaan of met een ernstig herseninfarct.”

Tevreden

De resultaten sinds de start van het thuismonitoring-traject in maart 2022 stemmen gunstig, vindt Den Hertog. “Minder dan 5% van deze patiënten wordt alsnog opgenomen. En zij koppelen terug dat ze erg tevreden zijn met het verloop.” Daardoor merken behandelaars meer werkplezier. “Uiteindelijk doen we het voor de patiënt. Als die onze zorg ervaart als goede zorg, zijn wij ook tevreden.”

Geriatrische revalidatie

Het doel van Den Hertog en haar collega’s is dat zij op termijn 20% van de patiënten met een herseninfarct niet meer hoeven op te nemen. “Thuismonitoring kan ook nuttig zijn bij patiënten met een ernstig herseninfarct die niet in aanmerking komen voor reperfusietherapie. Deze patiënten zouden dan direct opgenomen kunnen worden bij de geriatrische revalidatie. Vaak liggen deze mensen in het ziekenhuis te wachten tot er plaats is om te revalideren.”

“Zorg moet niet alleen gedreven zijn door maatschappelijke problemen, zoals beddentekorten”

Netwerkzorg

Den Hertog gelooft in het principe van netwerkzorg. Zo werken zorgprofessionals samen met de patiënt om de meest passende zorg te realiseren. Hierbij past ook zorgtechnologie, zoals thuismonitoring en een nauwe samenwerking tussen afdelingen, zoals Neurologie en Cardiologie. Dat is dan ook de boodschap die Den Hertog wil meegeven aan collega’s: blijf kijken waar de patiënt het meest op zijn of haar plek is. “De patiënt heeft wat te kiezen, we beslissen samen wat het beste traject is. Bepaal hoe we het beste individuele zorg kunnen inrichten.” Bovendien, zegt Den Hertog, moet zorg niet alleen gedreven zijn door maatschappelijke problemen, zoals beddentekorten. “Initiatieven zoals deze, die kijken naar de behoefte van de patiënt, moeten we samen dragen.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx