DOQ

Toedienen van te veel vocht na ernstig hersenletsel blijkt schadelijk

Het toedienen van te veel vocht bij patiënten die op de intensive care liggen na een traumatisch hersenletsel is schadelijker dan gedacht. Dat blijkt uit onderzoek van wetenschappers van het Erasmus MC. De resultaten werden onlangs gepubliceerd in The Lancet Neurology. De auteurs pleiten voor een neutrale vloeistofbalans voor de gunstigste behandeluitkomsten.

Toedienen van extra vocht is essentieel bij patiënten die op de intensive care liggen met traumatisch hersenletsel; het kan de bloeddoorstroming van de hersenen optimaliseren, met gunstige behandeluitkomsten tot gevolg. Sommige patiënten krijgen echter dagelijks tot wel vijf liter vocht toegediend, deels via in een vloeistof opgeloste geneesmiddelen.

Behandeluitkomst

Het adagium is echter dat te veel vocht niet of minder schadelijk is dan te weinig vocht. De auteurs, onder leiding van Eveline Wiegers, deden een prospectief multicenter-onderzoek naar deze stelling. Daarvoor kwantificeerden zij de hoeveelheid toegediend vocht en de effecten hiervan op de behandeluitkomst.

Vloeistofbalans en inname

De onderzoekers gebruikten hiervoor patiëntinformatie uit twee observationele cohorten: het Europese CENTER-TBI-cohort en het Australische OzENTER-TBI-cohort. 2125 patiënten, afkomstig uit 55 ziekenhuizen in 18 landen werden geselecteerd. Allen hadden traumatisch hersenletsel waarvoor opname op de intensive care en een CT-scan van het hoofd nodig waren. Op basis van behandelkarakteristieken en dagelijkse vloeistofinname berekenden de onderzoekers vervolgens de gemiddelde vloeistofbalans per patiënt per dag op de intensive care. Na berekening van de gemiddelde dagelijkse vloeistofbalans vergeleken de onderzoekers deze waarden met de mortaliteit en de functionele behandeluitkomst na zes maanden per patiënt.

Hogere mortaliteit

De mediane dagelijkse vloeistofinname varieerde van 1,48 L (IQR 1,12 tot 2,09) tot 4,23 L (3,78 tot 4,94). De mediane gemiddelde dagelijkse vloeistofbalans varieerde van -0,85 L (-1,51 tot -0,49) tot 1,13 L (0,99 tot 1,37). Een gemiddeld positieve dagelijkse vloeistofbalans was geassocieerd met een hogere mortaliteit op de intensive care en slechtere klinische uitkomsten. Ook een hogere gemiddelde dagelijkse vloeistofinname was geassocieerd met een hogere mortaliteit op de intensive care en slechtere functionele behandeluitkomsten.

Neutrale vloeistofbalans

De onderzoekers concluderen dat bij patiënten met traumatisch hersenletsel een significante variatie bestaat in de vloeistoftoediening en -balans. Hoe positiever de vloeistofbalans uitslaat, des te slechter de uitkomsten zijn. De auteurs pleiten daarom voor het richten op een neutrale vloeistofbalans. Daarbij zijn de behandeluitkomsten het gunstigst.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Tussen de spreekkamer en het schetsboek: arts met beeld als tweede taal

Aios dermatologie Loes Vos maakt naast haar werk medische illustraties. Voor collega’s, patiënten én landelijke campagnes vertaalt ze complexe informatie naar helder beeld. “Ik teken bijna bij elk consult wel iets uit.”

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”