Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Toetreding tot een groepspraktijk en de fiscus
Binnen de gezondheidszorg is veelal sprake van enige vorm van samenwerking tussen huisartsen onderling. Juist bij praktijkovername of praktijkoverdracht komen persoonlijke, financiële en fiscale aspecten van de samenwerking naar voren. En bepalen een groot deel van het succes.
Als sprake is van toetreden tot een groepspraktijk is allereerst een persoonlijke klik met de toekomstige collega’s van essentieel belang. Ook zal een vertrekkend huisarts, die zijn of haar praktijk wil overdragen, een opvolger willen zien die past binnen het patiëntenbestand. Daarom is er vaak een periode van samenwerking, voordat praktijkoverdracht plaatsvindt.
Fiscale aspecten samenwerking
Als een huisarts voorafgaand aan een praktijkovername in loondienst treedt, zijn de fiscaal-juridische aspecten helder. Vanuit arbeidsrechtelijk perspectief is het toepassen van tijdelijke contracten veelal wenselijk.
Overeenkomst
Meer aandacht vraagt de samenwerking waarbij niet wordt gekozen voor een dienstverband, maar waarin de huisarts zich als zelfstandige profileert. Hierbij ontbreekt dan het werkgeversgezag. Het onderscheid tussen een medewerker en een zelfstandige is van belang voor arbeidsrecht, de belastingen en verzekeringen. Duidelijk moet zijn dat op basis van de contractuele bepalingen in de overeenkomst de huisarts als zelfstandige optreedt en partijen dus geen arbeidsovereenkomst wensen aan te gaan. Dit voorkomt zoveel mogelijk dat er achteraf met de belastingdienst discussie ontstaat over een mogelijk dienstverband. Dit kan immers leiden tot forse naheffingsaanslagen voor de loonheffingen. Het is dus belangrijk dat de partijen een deugdelijke overeenkomst sluiten.
Samenwerkingsovereenkomsten
In overleg met brancheorganisaties zijn model-samenwerkingsovereenkomsten opgesteld om de aanwezigheid van een (fictieve) dienstbetrekking uit te sluiten. Het is voor de praktijk belangrijk dat partijen ook daadwerkelijk volgens de contractuele bepalingen van de overeenkomst samenwerken en dit ook regelmatig toetsen. Uit een uitspraak van de civiele kamer van de Hoge Raad in 2020 valt af te leiden dat bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een dienstbetrekking, in beginsel de partijbedoelingen niet langer doorslaggevend van aard zijn. Deze uitspraak leidt in de praktijk tot onduidelijkheid, omdat in door de belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten juist wel stevig wordt ingezet op de intentie van partijen. Het is op het moment onduidelijk of en zo ja, welke gevolgen de politiek verbindt aan de uitspraak van de Hoge Raad. Gelet op het feit dat voor de Wet Deregulering Arbeidsrelaties (Wet DBA) tot in ieder geval 1 oktober 2021 een handhavingsmoratorium geldt, is het raadzaam dat partijen voorlopig blijven samenwerken op basis van een door de belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst.
Btw
Een belangrijk aandachtspunt bij samenwerking met de huisarts is de btw. De vraag komt immers op of diensten van de zelfstandige huisarts zijn onderworpen aan btw-heffing of dat het mogelijk is om een beroep te doen op de btw-vrijstelling voor medische diensten. Het is belangrijk dat partijen hun afspraken hierover goed vastleggen in de onderliggende overeenkomst. Hierbij is voor de praktijk het standpunt van de staatssecretaris, zoals verwoord in zijn brief met kenmerk DGB/2014/3652U, van belang. De staatssecretaris onderkent namelijk dat zzp’ers die op grond van een overeenkomst van opdracht gezondheidskundige diensten verrichten, aanspraak kunnen maken op de vrijstelling voor medische diensten als de door hen verrichtte diensten vallen binnen de werkzaamheden als individuele Wet BIG-beroepsbeoefenaar óf naar hun aard een wezenlijk, inherent en onafscheidbaar deel vormen van de aangeboden vrijgestelde medische verzorging.
De branchegroep medici van Van Ree accountants in de zorg ondersteunt medici met financieel advies bij praktijkovername of praktijkoverdracht, en bij bedrijfsvoering in bredere zin. Zie www.accountantsindezorg.nl