Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
‘Training versterkt altijd de zwakste schakel bij chronisch hartfalen’
Patiënten met chronisch hartfalen kunnen beperking van de inspanningscapaciteit ervaren door een verminderde hartfunctie en bloedsomloop. Volgens onderzoek kan dit echter ook komen door een beperkte spierfunctie. Beide patiëntgroepen kunnen de zuurstofopname verbeteren met hoog-intensieve intervaltraining. “Als er verschillende oorzaken aan de beperkte inspanningscapaciteit ten grondslag liggen, moet je dus ook verschillende behandelingen kunnen inzetten.”
Mensen met chronisch hartfalen kunnen hun inspanningscapaciteit vergroten door een hoog-intensieve intervaltraining te volgen. De zuurstofopname, bepaald door de bloedsomloop en spierconditie, stijgt gemiddeld met vijftien procent.
Dit is een van de conclusies uit het promotieonderzoek waarop Victor Niemeijer, sportarts in het Elkerliek ziekenhuis, in januari promoveerde aan de Technische Universiteit Eindhoven. Onder een intensief trainingsprogramma wordt verstaan: vier blokjes van intensieve inspanning met een hartslag van 85 tot 95 procent maximaal, en tussendoor telkens drie minuten rust.
Pompfunctie
De meeste personen met chronisch hartfalen (CHF) ervaren een beperking van hun inspanningscapaciteit. Ze raken snel vermoeid en kortademig. “De bekende verklaring is dat vanwege een verminderde pompfunctie van het hart minder zuurstof naar de spieren gaat”, zegt Niemeijer. “Maar al een tijd zijn er aanwijzingen dat ook de spier zelf het euvel kan zijn. Die zou dan functieverlies vertonen bij inspanningen. Ik heb onderzocht of er inderdaad ook iets aan de hand kan zijn met de spier. Als dat zo is, kunnen er verschillende oorzaken aan de beperkte inspanningscapaciteit ten grondslag liggen en zou je dus ook verschillende behandelingen moeten kunnen inzetten.”
Drie patiëntencategorieën
De hypothese bleek juist te zijn. Niemeijer achterhaalde drie typen patiënten met CHF. “Bij een groot aantal mensen wordt de inspanningscapaciteit vooral gematigd door een beperkte spierfunctie. Verder heb je zoals bekend mensen met hoofdzakelijk een verminderde hartfunctie en bloedsomloop als oorzaak. En het lijkt er op dat er ook mensen zijn bij wie beide problemen ongeveer evenveel invloed hebben op de inspanningscapaciteit.”
De sportarts baseert zijn conclusies op ongeveer 200 patiënten van het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven. “Samen met de Technische Universiteit Eindhoven hebben we een nieuwe techniek beproefd. Het gaat om een klein kastje dat nabij infrarood licht de spier instuurt en weer opvangt. Zo registreer je de verhouding tussen de spierfunctie en de bloedsomloop.”
Bovendien volgden veertig deelnemers hoog-intensieve intervaltraining (HIIT). Daaruit bleek dat hun zuurstofopname gemiddeld met vijftien procent toenam. Niemeijer: “We hebben vastgesteld dat elk van de drie genoemde patiëntencategorieën baat heeft bij HIIT. Het draagt altijd bij aan versterking van de zwakste schakel, of die schakel nu de spierfunctie is of de bloedsomloop.”
Maatwerk in beweging
Slechts drie tot vier procent van de Nederlandse CHF-patiënten volgt een trainingsprogramma. Adviseert Niemeijer nu iedereen deze aanpak? “Nee, je moet streven naar maatwerk. Sommige patiënten hebben meerdere onderliggende ziekten. Dan zal je een ander scenario moeten volgen. Duidelijk is in elk geval: beweging is goed en als zorgverlener moet je er aandacht voor hebben. Maar hoe je hieraan invulling geeft, varieert per patiënt. Soms kan laag-intensieve training net zo goed zijn.”
Niemeijer adviseert huisartsen en cardiologen patiënten te attenderen op hartrevalidatieprogramma’s in ziekenhuizen en revalidatieklinieken. “Een gebruikelijk onderdeel daarvan is een uitgebreide inspanningstest om iemands specifieke conditie in kaart te krijgen. Stel, een patiënt gaat langzaam achteruit en zwaardere behandelopties komen in beeld. Als hij in staat is tot een trainingsprogramma, kan hij wellicht op deze manier zijn hartfunctie verbeteren en is voorlopig geen zwaardere behandeling nodig. ”
Meetkastje
Over maatwerk gesproken: dankzij verdere verfijning van het meetkastje kunnen op en duur waarschijnlijk de bijdragen van bloedsomloop en spiercapaciteit beter worden bepaald tijdens een eenvoudige inspanningstest. Niemeijer: “Als je weet welke van de twee het minst functioneert, kan je de behandeling richten op deze ‘zwakste schakel’.”