Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Tumorcellen ‘from outer space’
“Op dit moment wordt het voor het vaststellen van de prognose bij darmkanker en de kans op metastasen vooral gekeken naar lymfekliermetastasen, maar tumordeposities zijn zeker zo belangrijk”, dat zegt Nelleke Brouwer, PhD onderzoeker aan het Radboudumc in Nijmegen. Er is nog maar weinig bekend over tumordeposities, maar uit het onderzoek van Brouwer blijkt dat ze niet moeten worden onderschat als risicofactor van metastasen.
“Lange tijd dachten we dat lymfekliermetastasen de belangrijkste voorspeller zijn voor het ontstaan van afstandsmetastasen”, vertelt Brouwer. “De lymfeklieren rond de tumor worden onderzocht op aanwezigheid van kankercellen en de hoeveelheid aangedane lymfeklieren wordt geteld. Voor tumordeposities is dat anders: er wordt gekeken naar de aanwezigheid ervan, maar ze worden niet geteld. Ze worden wel meegenomen als risicofactor voor metastasen, maar in mindere maten dan lymfeklieruitzaaiingen. In mijn onderzoek heb ik gekeken of dat wel terecht is”, vertelt de promovendus. “Want hoe ontstaan tumordeposities eigenlijk en wat zegt dat over hun biologie en voorspellende waarde en de prognose voor de patiënt?”
“Tumordeposities bevinden zich in het vetweefsel rond de darm”
PhD onderzoeker Nelleke Brouwer
Nog maar weinig kennis
“Tumordeposities zijn kleine groepjes tumorcellen die zich buiten de tumor bevinden en ook geen directe verbinding hebben met de tumor of met de uitzaaiingen in de lymfeklieren. Ze bevinden zich in het vetweefsel rond de darm en worden vaak gezien vlakbij bloedvaten of zenuwen, alleen is het niet bekend hoe die cellen daar terechtkomen”, legt Brouwer uit. Tumordeposities komen bij ongeveer 20-25% van de patiënten voor.
“Van lymfekliermetastasen is meer bekend. We weten dat losgeraakte kankercellen via de lymfevaten in het lymfestelsel terecht kunnen komen. Maar hoe invaseren kankercellen dan vetweefsel? Of, met andere woorden, hoe kan een tumordepositie ontstaan? En wat zegt dat over de aard van deze tumorcellen?”
“Die tumorcellen moeten wel een agressievere biologie hebben”
Het outer space principe
“Als ze zomaar kunnen binnendringen in vetweefsel, zijn de cellen van een tumordepositie dan niet bijzonder agressieve tumorcellen?” Dat was de vraag die Brouwer zichzelf stelde. “Ik vergelijk daarbij de tumorcellen met een raket die door de atmosfeer heen breekt, de ruimte in: het outer space principe. Mijn hypothese was dat tumordeposities op dezelfde manier ontstaan. Tumorcellen laten los; komen terecht in bijvoorbeeld de lymfen of bloedvaten en hebben dan toch de agressiviteit om ‘door de atmosfeer’ heen te breken en zich te vestigen in het vetweefsel eromheen. Die tumorcellen moeten wel een agressievere biologie hebben om dat te kunnen doen en daarmee belangrijk te zijn voor het bepalen van de prognose.”
Uitzaaiingen
“We hebben gekeken naar hoe vaak uitzaaiingen voortkomen uit lymfkliermetastasen en hoe vaak komen ze uit tumordeposities. Uit het onderzoek blijkt dat tumordeposities even vaak als lymfekliermetastasen leiden tot uitzaaiingen naar de lever en dat tumordeposities vaker uitzaaien naar het buikvlies. Tumordeposities blijken agressievere kankercellen dan lymfeklieruitzaaiingen. Ze zijn beter in staat door andere weefsels heen te groeien”, legt Brouwer uit.
“Patiënten met tumordeposities hebben een slechtere prognose”
Slechtere overleving
“Patiënten met tumordeposities hebben een slechtere prognose”, vertelt Brouwer. “We mogen tumordeposities niet meer onderschatten als risicofactor voor het ontstaan van uitzaaiingen en het vaststellen van de prognose voor de patiënt. Uit ons onderzoek blijkt dat tumordeposities minstens zo belangrijk zijn om rekening mee te houden als de lymfekliermetastasen. Volgens ons is het dan ook belangrijk om ze net zo zwaar mee te tellen als de uitzaaiingen naar de lymfeklieren in de TNM-classificatie.”
Andere vormen
“Bij andere vormen van kanker zijn het eveneens vooral de lymfeklieren waar rekening mee wordt gehouden als het gaat om het bepalen van de vooruitzichten voor de patiënt. Ook hier worden tumordeposities waarschijnlijk nog te veel onderschat”, aldus Brouwer. Tumordeposities zijn vooral beschreven bij gastro-intestinale carcinomen, omdat je daar te maken hebt met vet rondom de weefsels. Ook bij borstkanker komen ze voor. Bij elk van deze vormen van kanker is het nog lastig te zeggen wat we moeten met deze tumordeposities en hoe je ze moet definiëren. Daar wordt op dit moment veel onderzoek naar gedaan.”
Referentie: Brouwer, N. The outer space principle in colorectal cancer. Radboudumc, 20 september 2024.