Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Twee trials naar JAK1-remmer abrocitinib bij eczeem
Eenmaaldaagse monotherapie met abrocitinib, een orale selectieve Janus-kinase 1 (JAK1)-remmer,was effectief en werd goed verdragen door adolescenten en volwassenen met matig tot ernstig constitutioneel eczeem. Deze uitkomsten van de fase III JADE MONO-1-trial, die onlangs in The Lancet verschenen, zijn in overeenstemming met recente resultaten van de JADE MONO-2-trial waarover we eerder schreven op DOQ.
In een eerdere fase IIb-studie was abrocitinib effectief en werd goed verdragen door volwassenen met matig tot ernstig constitutioneel eczeem.
JADE MONO-1-trial
In de fase III JADE MONO-1-trial zijn de werkzaamheid en veiligheid van abrocitinib monotherapie beoordelen bij adolescenten (leeftijd ≥ 12 jaar) en volwassenen met matig tot ernstig constitutioneel eczeem, gedefinieerd als een Investigator Global Assessment (IGA)-score van ≥ 3, een Eczema Area and Severity Index (EASI)-score van ≥ 16, een percentage van het lichaamsoppervlak dat was aangedaan van ≥ 10% en een Peak Pruritus Numerical Rating Scale-score ≥ 4). Daarnaast moesten ze een lichaamsgewicht van ≥ 40 kg hebben. Deze trial vond plaats in 69 centra in Australië, Canada, Europa en de Verenigde Staten.
IGA- en EASI-respons
De 387 deelnemende patiënten kregen willekeurig oraal abrocitinib in een dosering van 100 of 200 mg of placebo eenmaal daags gedurende 12 weken.
De coprimaire eindpunten werden beoordeeld in week 12 en waren:
- het percentage patiënten dat een IGA-respons had bereikt, gedefinieerd als een score 0 (duidelijke respons) of 1 (bijna duidelijke respons), waarbij sprake was van een verbetering van ≥ 2 punten ten opzichte van baseline; en
- het percentage patiënten dat een verbetering van ≥ 75% van de EASI-score (EASI-75) ten opzichte van baseline had.
De werkzaamheid werd beoordeeld in de volledige analyseset, die alle gerandomiseerde patiënten omvatte die ten minste één dosis van de studiemedicatie kregen. De veiligheid werd beoordeeld bij alle gerandomiseerde patiënten.
Bevindingen
Van de patiënten met beschikbare gegevens voor de coprimaire eindpunten in week 12, was het percentage patiënten dat een IGA-respons had bereikt, significant hoger in de abrocitinib 100 mg-groep (24%) en in de abrocitinib 200 mg-groep (44%) dan in de placebogroep (8%; p-waarden ten opzichte van placebo, respectievelijk p = 0,0037 en p < 0,0001).
Daarnaast was bij deze patiënten het percentage patiënten dat een EASI-75-respons had bereikt, significant hoger in de abrocitinib 100 mg-groep (40%) en in de abrocitinib 200 mg-groep (63%) dan in de placebogroep (12%; p-waarden ten opzichte van placebo: p < 0,0001 voor beide vergelijkingen). Adverse events (AE’s) werden gerapporteerd door 69% van de patiënten in de abrocitinib 100 mg-groep, door 78% in de abrocitinib 200 mg-groep en door 57% in de placebogroep. Ernstige AE’s werden gerapporteerd door respectievelijk 3, 3 en 4% in deze drie groepen. Er werden geen behandeling-gerelateerde sterfgevallen gerapporteerd.
Klik hier voor de JADE-MONO-2-trial waarover eerder is geschreven op DOQ.nl
Simpson EL, Sinclair R, Forman S, et al. Efficacy and safety of abrocitinib in adults and adolescents with moderate-to-severe atopic dermatitis (JADE MONO-1): a multicentre, double-blind, randomised, placebo-controlled, phase 3 trial. Lancet. 2020;396:255-266. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32711801/