Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Vaatchirurg dr. Meerwaldt: ‘Veel ruimte voor kwaliteitsverbetering organisatie wondzorg’
Bij wondzorg is effectieve samenwerking tussen tweede en eerste lijn en het leveren van wondzorg op dezelfde manier (en op hetzelfde niveau) noodzakelijk. Er zijn immers veel verschillende artsen en zorgprofs bij deze zorg betrokken. Tot voor kort mankeerde daar op verschillende plekken in het land nog wel het een en ander aan. De nieuwe Kwaliteitsstandaard organisatie van wondzorg in Nederland moet helpen om de kwaliteit bij wondzorg sterkt te verbeteren. “Een expertteam kan een belangrijke rol spelen om de kennis te vergroten, zodat de zorg zoveel mogelijk in de eerste lijn kan blijven.”
Met de komst van de Kwaliteitsstandaard organisatie van wondzorg in Nederland is een belangrijke stap gezet in kwaliteitsverbetering in de wondzorg. “En die is hard nodig”, stelt vaatchirurg Robbert Meerwaldt van Medisch Spectrum Twente, die een grote rol speelde in de totstandkoming van de standaard, “want te veel patiënten hebben te kampen met slecht genezende wonden. Die wonden zijn een enorme aanslag op hun kwaliteit van leven. Zo’n wond is pijnlijk en onwelriekend en kan mensen dus in een sociaal isolement doen belanden. Ik maak schrijnende gevallen mee, zelfs mensen die hun werk kwijtraken en zo in financiële problemen komen.”
Zorgprofs op één lijn
Dat de kwaliteitsstandaard er nu is gekomen, heeft te maken met een aantal ontwikkelingen die zich rond dezelfde tijd afspeelden. “In de eerste plaats de oprichting van Wondplatform Nederland, die voor veel meer aandacht voor de wondzorg heeft gezorgd”, vertelt Meerwaldt. “Daarnaast het besef dat we 3,6 miljard euro uitgeven aan eenvoudige wondzorg. Dat zou niet erg zijn als die zorg effectief is, maar vrij kort na elkaar verschenen rapporten van Cap Gemini en Zorginstituut Nederland en die toonden aan dat dit niet het geval is. In het verlengde hiervan zijn de zorgverzekeraars zich met dit dossier gaan bezighouden, omdat ze er een substantiële besparingsmogelijkheid in zagen”, zegt hij. “Het Zorginstituut stelde een deel van het geld beschikbaar dat nodig was om de kwaliteitsstandaard te ontwikkelen. Daarnaast participeerden – inhoudelijk én financieel – de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venerologie en de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie.” Toch heeft het nog twee en half jaar gevergd om de kwaliteitsstandaard tot stand te brengen. Meerwaldt: “Er was immers nog niets. Er waren natuurlijk wel initiatieven in het veld, maar die verschilden inhoudelijk van elkaar. En bij de wondzorg zijn heel veel verschillende zorgprofessionals betrokken. Die moesten we op één lijn krijgen en het is prachtig dat dit is gelukt.”
Expertteam wondzorg eerste lijn
Nu ligt er met de kwaliteitsstandaard een landelijke basis. “Die vormt – samen met de best practices die er op een aantal plaatsen in het land al zijn – het uitgangspunt voor implementatie in regio’s waar die wondzorg nog minder goed geregeld is”, zegt Meerwaldt. “We hebben er bewust voor gekozen niet alles in beton te gieten – welke professionals in het expertteam moeten zitten die het behandeltraject voor complexe wonden bepaalt bijvoorbeeld – omdat we ruimte wilden laten bestaan voor regionale verschillen. Die zijn er, de kennis van de huisartsen en de thuiszorg over wondzorg verschilt sterk. Een expertteam kan een belangrijke rol spelen om de kennis daar te vergroten, zodat de zorg zoveel mogelijk in de eerste lijn kan blijven. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat alle wondzorg naar de tweede lijn gaat. Dat is ook zeker niet de wens van de zorgverzekeraars, die nu bij de implementatie van de kwaliteitsstandaard vragen gaan stellen over hoe dat moet worden gaan bekostigd.”
Leefstijlverandering
Een belangrijk element van de kwaliteitsstandaard is dat die samen met patiënten is geschreven. “Er zit ook een patiëntinformatie-tool bij over wat die zelf kan doen om te zorgen dat zijn wond zo snel mogelijk geneest”, vertelt Meerwaldt. “De patiënt heeft hier natuurlijk zelf ook een verantwoordelijkheid in. Wat dit wel complex maakt, is dat leefstijl een rol kan spelen in het ontstaan en voortbestaan van een wond. We weten hoe moeilijk verandering van leefstijl kan zijn voor mensen, dus hier ligt echt wel een uitdaging. We voeren gesprekken met het kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten over een awareness-campagne hierover.”