DOQ

Vaatchirurg dr. Snoeijs: Een nieuwe techniek maakt een operatie bij dialysepatiënten overbodig

Een nieuwe techniek in het Maastricht UMC+ maakt een operatie bij dialysepatiënten overbodig. Met een prik maakt de vaatchirurg binnen vijftien minuten een vaattoegang. Binnen het Hart + Vaatcentrum is deze nieuwe methode voor het eerst in Nederland toegepast. Vaatchirurg dr. Maarten Snoeijs, met als aandachtsgebied toegangschirurgie voor dialysebehandeling, is inmiddels een aantal ingrepen verder. En de volgende patiënt staat alweer op de wachtlijst.

Een vaattoegang, ook wel een “shunt” genoemd, is nodig, zodat de bloedsomloop van patiënten regelmatig kan worden aangesloten op de dialyseapparatuur. “Normaal gesproken duurt een operatie voor een shunt ongeveer een uur. De nieuwe behandeling gaat echter veel sneller en is minder belastend voor de patiënt”, aldus Maarten Snoeijs.

Vaatchirurg Maarten Snoeijs (foto Maastricht UMC+)

Het is een snelle techniek zonder snijden. Dit heeft als voordeel dat er geen littekenweefsel ontstaat. De inschatting is dat 25% van de patiënten voor deze behandeling in aanmerking komt. De nieuwe techniek is momenteel alleen via de elleboog mogelijk. De ader en slagader moeten groot genoeg zijn en dicht genoeg bij elkaar liggen. Welke ader en slagader geschikt zijn, wordt altijd van tevoren bepaald met een echo.

Rechttoe rechtaan techniek

Het concept blijft uiteindelijk hetzelfde als bij een operatie. Het is een aansluiting van een ader op een slagader. “De nieuwe techniek werkt op een simpele manier”, vertelt Snoeijs. “Via een echo ga ik op zoek naar de ader en slagader. Ik prik de arm precies op de juist plek aan door de ader heen naar de slagader. Dan breng ik een werkkanaal in. Met een apparaatje knijp ik de wanden van de ader en slagader tegen elkaar. Ik schroei de wanden als het ware met hitte aan elkaar. Vervolgens een pleister en de aansluiting is klaar.” Momenteel voert men de behandeling nog in de operatiekamer uit. “Als er technisch nog iets tegen zit, kan men toch makkelijk omschakelen en de operatieve techniek toepassen.

“Iedereen is altijd bereid om tot het uiterste te gaan voor onze patiënten”

Vaatchirurg Maarten Snoeijs

We zullen zien hoe deze techniek zich verder ontwikkelt in de praktijk en of de shunts ook in de toekomst positieve ervaringen opleveren voor de patiënt.” De patiënt vindt de kwaliteit van de vaattoegang en de beperking van het aantal nabehandelingen om de vaattoegang goed te houden tenslotte het belangrijkste. “Of deze nieuwe techniek hier voldoende aan bijdraagt, valt nu nog niet zeggen. Bij shunts zijn altijd extra nabehandelingen nodig om de vaattoegang bruikbaar te houden”, vervolgt hij. De kostenbesparingen zitten daardoor zeker niet in het aanleggen van een nieuwe shunt, maar juist in de continue nazorg. Patiënten hebben in hun levensloop herhaaldelijk behandelingen nodig om de vaattoegang goed te houden. De verwachting dat in de toekomst dit een poliklinische ingreep wordt, is realistisch. “Als we mensen met deze nieuwe techniek op een poliklinische operatiekamer helpen, opent dat ruimte om meer mensen te opereren met complexere problemen. Dat zou uiteindelijk een mooie constructie zijn.”

Expertisecentrum bij uitstek

Diverse afdelingen zijn actief betrokken bij deze nieuwe techniek, waaronder de collega vaatchirurgen, de verpleegkundig specialist, afdeling nefrologie, dialyseverpleegkundigen, interventieradiologie en het vaatlaboratorium. Maastricht UMC+ heeft in Nederland een landelijke functie als expertisecentrum voor de vaattoegangschirurgie. “Door het hele land worden dialysepatiënten met vaattoegangsproblematiek naar ons verwezen. Vanuit die rol is het logisch dat wij deze nieuwe techniek als eerste in Nederland toepassen en aanbieden”, vertelt Snoeijs. Als het aantal van deze ingrepen groeit, zal dit concept in de toekomst hoogstwaarschijnlijk ook in andere ziekenhuizen in Nederland worden uitgerold. “Wij kijken eerst hoe de techniek in onze handen werkt en of het team er tevreden over is. Na tien van deze ingrepen gaan we evalueren.” Snoeijs is ontzettend trots om dit expertisecentrum te mogen leiden. “Wij hebben een fantastisch multidisciplinair team. Dat is essentieel. Dat geldt ook voor de samenwerking met de andere afdelingen en dat maakt dat we de functie als expertisecentrum ook zo goed kunnen uitoefenen. Iedereen is altijd bereid om tot het uiterste te gaan voor onze patiënten.”

Bron: Maastricht UMC+
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?