Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
‘Vasthouden aan de nullijn is niet langer houdbaar’
Tijdens zijn oratie als hoogleraar Interne Geneeskunde sprak internist-nefroloog Joris Rotmans van het LUMC Leiden over zijn grootste passie: technische innovaties voor nierpatiënten. Maar hij schetste ook de grote obstakels die innovatie en verduurzaming nu in de weg staan.
Inmiddels werken in Nederland 1.4 miljoen mensen in de zorg, bijna 15% van de beroepsbevolking. “In dat opzicht is het niet vreemd dat de 100 miljard die we aan zorg uitgeven overeenkomt met bijna 15% van het bruto binnenlands product. Maar we hebben in 2040 minimaal 2 miljoen mensen nodig in de zorg: 1 op de 4 werkenden”, schetst Joris Rotmans. “Alleen zijn die er niet. Sterker nog: we hebben nu al een tekort.”

“We willen de zorg graag net zo veilig maken als de luchtvaart. Dat heeft ook een keerzijde.”
Internist-nefroloog Joris Rotmans
Rem op innovatie
In zijn oratie op 24 maart stond Rotmans vanzelfsprekend stil bij de impact van nierfalen, de toekomst van de (hemo)dialyse en andere technische innovaties voor nierpatiënten, zoals machinale orgaanpreservatie en xenotransplantatie. Maar nog los van de ethische discussie over dit soort oplossingen, ziet de hoogleraar vooral ook praktische uitdagingen die een rem zetten op innovatie: financiën, het ‘zorginfarct’ en de uit verhouding geraakte balans tussen innovatie en risico-minimalisatie. “We willen de zorg graag net zo veilig maken als de luchtvaart”, signaleert de hoogleraar. “Daar kan niemand op tegen zijn, maar het heeft ook een keerzijde.”
Te strenge wetgeving
Zo ziet Rotmans dat door de nieuwe Europese verordening voor medische hulpmiddelen (MDR) het aanbod nieuwe hulpmiddelen afneemt. “Een groot deel van het onderzoeksbudget gaat nu op aan documentatie over de veiligheid. Veel investeerders haken ook af door de vele eisen en aanvullende maatregelen, bijvoorbeeld dat voor elk hulpmiddel langdurige proefdierexperimenten nodig zijn. Terwijl we in het maatschappelijk debat zeggen dat we daar waar mogelijk vanaf willen. De FDA heeft de regels daaromtrent juist versoepeld.”
“We moeten kunnen laten zien dat we goede en veilige zorg leveren, zonder administratieve ‘vinkjes’ die niets toevoegen”
Zorg niet aantrekkelijk
Een ander probleem is dat veel mensen het niet meer aantrekkelijk vinden om in de zorg te werken. “Er zijn nu al te weinig verpleegkundigen, de huisartsenzorg staat onder druk en minder studenten melden zich aan voor een medisch-specialistische vervolgopleiding. De administratieve lasten, hoge regeldruk en de diensten en werkdruk maken het er ook niet aantrekkelijker op. Dat moet anders. We moeten kunnen laten zien dat we goede en veilige zorg leveren, zonder dat we alleen nog maar bezig zijn met visitaties en administratieve ‘vinkjes’ die niets toevoegen.”
Geld is struikelblok
Het grootste struikelblok is echter – zoals altijd – de financiën. “De kosten zullen verder oplopen naar 170 miljard in 2040 volgens het RIVM”, weet de Leidse hoogleraar. “Daarom wil de overheid aan de nullijn vasthouden met een omzetplafond. Maar dat is niet houdbaar: nu al merken we dat de toegang tot de zorg onder druk staat. Bovendien zie ik dat ziekenhuizen niet voldoende verduurzamen omdat dit vaak een investering vraagt. Het schoonmaken van sommige instrumenten is bijvoorbeeld duurder dan de aanschafprijs van nieuwe. En dan heb ik het nog niet gehad over nieuwe medicijnen of hulpmiddelen die niet beschikbaar komen omdat ze te duur zijn.”
“We moeten in Europees verband optrekken om invloed uit te oefenen op de prijsontwikkeling van nieuwe behandelingen”
Gezondheid op één
Joris Rotmans pleit er dan ook voor om te accepteren dat de kosten voor de zorg zullen stijgen. “Uiteindelijk zetten Nederlanders gezondheid wel op nummer 1 op hun prioriteitenlijst. Natuurlijk betekent dat meer inzetten op preventie en bevorderen van gezondheid, maar dat lost niet alles op. Daarom vind ik ook dat we in Europees verband moeten optrekken om invloed uit te oefenen op de prijsontwikkeling van nieuwe behandelingen. Ook artsen als beroepsgroep mogen hun stem daarin meer laten horen. En, om in het kader van mijn oratie te blijven, denk ook aan innovaties. Van kunstmatige intelligentie en duurzame oplossingen tot ziekenhuizen die zelf zorgverzekeringen opzetten waarbij de inspanning van de zorgverleners is gekoppeld aan voor de patiënt relevante uitkomstmaten.”